Nota Wachtlijst & Toewijzing Woonwagenstandplaatsen

Download de nota wachtlijst & toewijzing woonwagenstandplaatsen als PDF
599 kb


1 Voorwoord

Op 1 april 2021 heeft het DB van de samenwerkingsorganisatie Regio Holland Rijnland onder meer vastgesteld dat in overleg met de doelgroep een nieuwe werkwijze met betrekking tot woonwagens en standplaatsen wordt ontwikkeld, waaronder is begrepen een puntensysteem en het opstellen van een wachtlijst voor de aangesloten gemeenten bij Holland Rijnland, met uitzondering van de gemeente Alphen aan den Rijn. Daarbij is de voorkeur aangegeven dit op (sub)regionaal niveau uit te werken.

Ter uitvoering van het besluit van het DB van de Regio Holland Rijnland is de opdracht gegeven tot:

  • Het bepalen wie van de woonwagenbewoners en spijtoptanten voldoet aan het afstammingsbeginsel.
  • Het opstellen van de systematiek ten aanzien van het hanteren van een wachtlijst, puntensysteem en toewijzing van aangeboden standplaatsen.
  • Het ontwikkelen van die systematiek in overleg met (vertegenwoordigers van) woonwagenbewoners, de gemeenten van Regio Holland Rijnland, de betreffende woningcorporaties en Huren in Holland Rijnland.
  • Het opstellen van een wachtlijst.
  • Het beheer van die wachtlijst.

In dit plan is de route geschetst om te komen tot een transparante, eenduidige wachtlijstsystematiek, waarbij een rangorde op basis van toegekende punten wordt aangebracht, die weer van belang is voor het toewijzen van standplaatsen. In deze nota wordt de route verfijnd en gedetailleerd toegelicht. De systematiek voor een wachtlijst, de toe te kennen punten en toewijzing wordt uitgelegd, evenals de wijze waarop een en ander beheerd kan worden en beheersbaar kan blijven.

De systematiek is inmiddels een paar keer besproken met een afvaardiging van woonwagenbewoners, de klankbordgroep, die op constructieve wijze meepraten en -denken over hetgeen voorligt. Met hen worden nog enkele details verder uitgewerkt, maar de hoofdlijnen, zoals in deze nota verwerkt, worden door hen omarmd. Daarmee is een belangrijke stap geborgd, het draagvlak onder woonwagenbewoners. Een zelfde gespreksronde zal ook nog plaatsvinden met de betreffende corporaties die een rol hebben in deze maatregelen.

Ter verdere uitwerking en ter voorbereiding van het implementeren van de vermelde systematiek is het van belang een tussentijdse bestuurlijke goedkeuring op te nemen. Deze is vooral gericht op:

  • Het ontwikkelen van een regionale wachtlijst;
  • De inrichting van deze regionale wachtlijst;
  • Het instemmen met de voorgestelde puntensystematiek ten behoeve van de rangorde van inschrijvers op de regionale wachtlijst;
  • Het instemmen met de wijze van toewijzing van standplaatsen; en
  • Het wijzigen van de Huisvestingsverordening 2019, zodat ook daar de systematiek van de wachtlijst en toewijzing geborgd wordt en zichtbaar is voor een ieder.

2 Inleiding

Het Plan van Aanpak Wachtlijst Regio Holland Rijnland vermeldt een aantal maatregelen die getroffen dienen te worden om een wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen bij de gemeenten van de regio Holland Rijnland te implementeren, te weten:

  • Opstellen van een model wachtlijst, waarvan de basisgegevens als aantallen en opgegeven voorkeuren tevens te gebruiken zijn als informatiebron voor de regionale uitbreiding met woonwagenstandplaatsen.
  • Opstellen van de puntensystematiek met onderbouwde en duidelijke toelichting ten behoeve van de rangorde van de inschrijvers en vervolgens toewijzing van een beschikbare woonwagenstandplaats.
  • Opstellen van procesbeschrijvingen ten aanzien van inschrijving, beheer en toewijzing.

Deze notitie beschrijft de processen en uitgangspunten. Zodra de ambtelijk opdrachtgever, in afstemming met de beleidsadviseurs Wonen van de gemeenten, en coördinerend projectleider overeenstemming hebben over deze uitgangspunten, zal op basis daarvan draagvlak worden gezocht bij een afvaardiging van woonwagenbewoners uit de regio Holland Rijnland en de betreffende corporaties. Naar verwachting kan dit plaatsvinden in september/oktober 2021.

Nadat de gesprekken met woonwagenbewoners en corporaties hebben plaatsgevonden, wordt de wachtlijstsystematiek inclusief de wijziging van de Huisvestingsverordening voorgelegd aan het Ambtelijk Overleg (AO), Dagelijks Bestuur (DB) en Portefeuillehoudersoverleg (PHO). Nadat inspraak heeft plaatsgevonden op de te wijzigen Huisvestingsverordening zal deze ter definitieve vaststelling worden aangeboden aan het AB van Holland Rijnland.

Landelijk wordt steeds meer de term Lijst Geregistreerde Standplaatszoekenden gehanteerd. Vanwege het leesgemak wordt in dit document de term wachtlijst gebruikt.

3 Basisgegevens

Op totaal 27 woonwagenlocaties bevinden zich 231 woonwagenstandplaatsen, waarvan er 18 in erfpacht zijn uitgegeven (Katwijk) en 4 niet in gebruik zijn vanwege herinrichting (Dit betreft de Trien Semlerstraat in Leiden. Gezien de al lopende herinrichting, zal voor deze locatie maatwerk worden geleverd betreffende het toewijzen van standplaatsen.). Het betreft hierbij 12 van de 13 Holland Rijnland gemeenten, aangezien in de gemeente Alphen aan den Rijn al enige tijd naar tevredenheid wordt gewerkt met een gemeentelijk woonwagenbeleid, inclusief wachtlijst, voor woonwagens die met name in eigendom zijn van de gemeente zelf.


In bijlage 1 is een uitgebreid overzicht weergegeven.

4 Wachtlijst

De huidige rangordebepaling in de regionale Huisvestingsverordening is gebaseerd op het uitgangspunt om zoveel mogelijk aan te sluiten bij beleid voor sociale huurwoningen voor wat betreft inschrijving en (een redelijke termijn voor) toewijzing. Juist vanwege het mensenrechtelijk kader blijkt dit echter voor deze doelgroep niet goed te werken om de volgende redenen:

  • Samenwonen in familieverband is zeer locatiegebonden en het aantal woonwagens en verhuismutaties daarin is vele malen lager dan het aantal en verhuismutaties van sociale huurwoningen.
  • De woonwagencultuur is in oktober 2014 geplaatst op de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Voornamelijk betreft deze cultuur het wonen in familieverband (in een woonwagen). Het borgen van het afstammingsbeginsel in de wachtlijstsystematiek beschermt het behoud van de woonwagencultuur.
  • Vanwege het afstammingsbeginsel dient ook de inkomensgrens, zoals bij sociale huurwoningen, los te worden gelaten, bij de verhuur van standplaatsen. Dit geldt nog wel bij de verhuur van sociale huur woonwagens. Al kan in het kader van normalisatie worden overwogen die woonwagenstandplaats te koop aan te bieden aan de betreffende huurder.

Rekening houdend met deze factoren is een afzonderlijke wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen met een specifieke systematiek het meest effectief. Een vaak opgeworpen stelling dat een zeer kleine groep (woonwagenbewoners) een voorkeursbehandeling zou krijgen ten opzichte van andere inwoners (niet woonwagenbewoners) gaat niet op. Woonwagenstandplaatsen zijn bestemd voor een specifieke doelgroep waarbij wonen in familieverband één van de kenmerken is. Die huisvesting is uiterst schaars. Vanuit dat oogpunt betreft het ongelijke gevallen die, conform Beleidskader 2018, ongelijk behandeld (Beleidskader Gemeentelijk Woonwagen- en standplaatsenbeleid, BZK, 2018: pag 15, hoofdstuk 4.2; Het (materiële) gelijkheidsbeginsel houdt in dat ongelijke gevallen ongelijk behandeld moeten worden naarmate van hun verschil. Bij woonwagenbewoning gaat het om ongelijke gevallen, omdat deze woonvorm voor woonwagenbewoners een wezenlijk onderdeel is van hun cultuur en identiteit.) moeten worden.

4.1        Elementen wachtlijst

In een exceloverzicht worden de volgende gegevens genoteerd op Blad 1.

NrNummer
Persoonlijke gegevensBSN
Persoonlijke gegevensm/v
Persoonlijke gegevensVoorletters
Persoonlijke gegevensRoepnaam
Persoonlijke gegevensAchternaam
Persoonlijke gegevensAdres
Persoonlijke gegevensPostcode
Persoonlijke gegevensGemeente
Persoonlijke gegevenswoonwagenlocatie (1) of huis (0)
Persoonlijke gegevensGeboorte datum
Persoonlijke gegevensGeboorteplaats
Persoonlijke gegevensTelefoon
Persoonlijke gegevensE-mail
PuntenPunten eenmalig
PuntenBehaalde punten inschrijftijd
PuntenInschrijfdatum Holland Rijnland
PuntenInschrijf nummer Holland
PuntenBehaalde punten totaal
Voorkeuren en bijzonderhedenKoop (1) of huur (0) standplaats
Voorkeuren en bijzonderhedenEigen woonwagen Nee (0) Ja (1)
Voorkeuren en bijzonderhedenHuur woonwagen Nee (0) Ja (1)
Voorkeuren en bijzonderhedenBijzonderheden
Kosten betaald?
  • Nr: In aflopende volgorde van het behaalde totaal aantal punten.
  • Persoonlijke gegegevens: AVG, de gegevens dienen voor openbaar gebruik te worden afgeschermd.
  • Punten: Zie paragraaf 3.4.
  • Voorkeuren/bijzonderheden: Zie paragraaf 3.5.
  • €: Zie paragraaf 3.3.2.

De gearceerde kolommen kunnen als tool dienen om het DB en AB te informeren over de omvang van het aantal inschrijvers op de wachtlijst en hun wensen en voorkeuren (met uitzondering van die gegevens die naar een persoon kunnen leiden). Deze gegevens zijn van belang bij toewijzing van vrijkomende standplaatsen en financiële afwegingen/reserveringen voor wat betreft te realiseren huurwoonwagens.

Op Blad 2 wordt genoteerd aan wie standplaatsen zijn aangeboden, maar door de inschrijver of toewijzende organisatie zijn afgewezen.

NrNummer
Persoonlijke gegevensBSN
Persoonlijke gegevensm/v
Persoonlijke gegevensVoorletters
Persoonlijke gegevensVoornaam/vornamen
Persoonlijke gegevensAchternaam
Persoonlijke gegevensAdres
Persoonlijke gegevensPostcode
Persoonlijke gegevensGemeente
Persoonlijke gegevenswoonwagenlocatie (1) of huis (0)
Persoonlijke gegevensGeboorte datum
Persoonlijke gegevensGeboorteplaats
Persoonlijke gegevensTelefoon
Aantal afwijzingen en redenenOpmerkingen
Aantal afwijzingen en redenenAfwijzing
Aantal afwijzingen en redenenReden afwijzing

4.2 Rollen en verantwoordelijkheden

Gekozen is om de wachtlijst regionaal onder te brengen en te beheren.

  • De meest logische borging is bij Holland Rijnland Wonen. Aan iedere keuze van onderbrengen van de wachtlijst(beheer) zitten voor- en nadelen. Tijdens het onderzoek worden de opties nader verkend. In elk geval heeft Huren in Holland Rijnland hierin – na overdracht van bij haar geregistreerde inschrijvingen – geen rol meer, omdat er een specifieke wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen bij een regionaal werkende partner wordt ingericht.
  • Indien het door welke omstandigheden niet lukt om het beheer van de wachtlijst bij Regio Holland Rijnland of Holland Rijnland Wonen onder te brengen, kan in opdracht van Regio Holland Rijnland het beheer van de wachtlijst worden ondergebracht bij een derde Dit dient een onafhankelijke partij te zijn die geen andere relatie heeft met woonwagenbewoners (in de regio) om te borgen dat toetsing van de inschrijvingen en toepassen van het puntensysteem zorgvuldig geschiedt. Op regelmatige basis dient terugkoppeling met Regio Holland Rijnland plaats te vinden.
  • Een derde optie kan zijn om het beheer van de regionale wachtlijst onder te brengen bij een externe organisatie (De derde optie: extern beheer, is op basis van expertise van externe organisatie en wordt alleen uitgewerkt als de mogelijkheid tot onderbrengen bij de organistatie Regio Holland Rijnland dan wel Holland Rijnland Wonen niet mogelijk blijkt.)

Zodra de wachtlijstsystematiek is vastgesteld, zijn de rollen, verantwoordelijkheden en processtappen als volgt. Waar in onderstaande tabel Regionale uitvoeringsorganisatie is opgenomen, dient daarvoor een nog te bepalen regionaal werkende partner te worden gelezen.

Start
Publiceren regionale wachtlijstsystematiek, ook per gemeente en bij de corporaties die eigenaar zijn van standplaatsenRegionale uitvoeringsorganisatie
Overhevelen inschrijfgegevens Huren in Holland Rijnland naar regionale wachtlijst Holland RijnlandHuren in Holland Rijnland
Vaststellen inschrijfformulierRegionale uitvoeringsorganisatie
Inschrijfformulier (digitaal) beschikbaar stellen, ook met link bij gemeenten Holland RIjnlandRegionale uitvoeringsorganisatie
Regionaal e-mailadres inrichten voor het beheer van de wachtlijst (wijzigingen, nieuwe inschrijvingen, correspondentie met corporaties, gemeenten)Regionale uitvoeringsorganisatie

Beheer
Toetsen en verwerken nieuwe inschrijvingenRegionale uitvoeringsorganisatie
Verwerken door inschrijvers opgegeven wijzigingenRegionale uitvoeringsorganisatie
Uitschrijvingen verwerkenRegionale uitvoeringsorganisatie
Facturen voor inschrijving en verlenging verzendenRegionale uitvoeringsorganisatie
Elk kwartaal actualisatie (algemeen) met betrekking tot maandelijkse puntenbijtellingRegionale uitvoeringsorganisatie
Minimaal 1x per jaar presentatie stand van zaken in PHO (aantal inschrijvers en opgegeven voorkeuren door inschrijvers)Regionale uitvoeringsorganisatie

Toewijzing bestaande standplaatsen
Melding beschikbaar komende standplaats aan Holland RijnlandEigenaar (gemeente of corporatie)
Toetsen belangstelling met hoogst aantal puntenRegionale uitvoeringsorganisatie
Accepteert die inschrijver voorstel niet, dan toetsen bij de eerstvolgende inschrijver, enzovoortsRegionale uitvoeringsorganisatie
Na acceptatie van een inschrijver voorlopige toewijzing standplaatsRegionale uitvoeringsorganisatie
Voorlopige toewijzing communiceren met eigenaar standplaats (gemeente of corporatie)Regionale uitvoeringsorganisatie
Toets voor finale toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Definitieve toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Verwijderen persoon toegewezen standplaats van de wachtlijstRegionale uitvoeringsorganisatie

Toewijzing nieuw te realiseren standplaatsen/locatie
Vaststellen eigenaarRegionale uitvoeringsorganisatie
Verkoop aan eigenaar/ corporatie met ontwikkel-/realisatieverplichtingRegionale uitvoeringsorganisatie
Toetsen belangstelling met hoogst aantal behaalde puntenRegionale uitvoeringsorganisatie
Accepteert die inschrijver voorstel niet, dan toetsen bij de eerstvolgende inschrijver, enzovoortsRegionale uitvoeringsorganisatie
Na acceptatie van een inschrijver voorlopige toewijzing standplaatsRegionale uitvoeringsorganisatie
Voorlopige toewijzing communiceren met eigenaar standplaats (gemeente of corporatie)Regionale uitvoeringsorganisatie
Toets voor finale toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Definitieve toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Verwijderen persoon toegewezen standplaats van de wachtlijstRegionale uitvoeringsorganisatie

N.B. Op grond van informatie van de Autoriteit Persoonsgegevens is een organisatie met meer dan 250 werknemers verplicht tot het inrichten van een verwerkingsregister in het kader van de AVG. Dit is bedoeld om ontvangen en te verwerken persoonsgegevens te beschermen. In dit register wordt onder meer vermeld de functionaris die de gegevens verwerkt, de betrokkenen (in casu woonwagenbewoners) en de organisaties waarmee de informatie wordt gedeeld (bijvoorbeeld corporaties). Er is een verwerkingsovereenkomst echter is deze niet sluitend voor deze systematiek.

4.3 Inschrijvers

4.3.1 Afstammeling

Het afstammingsbeginsel houdt in dat de ouders en grootouders van de inschrijver van generatie op generatie in een woonwagen wonen/moeten hebben gewoond. Er moet sprake zijn van een doorlopende, intensieve beleving van de woonwagencultuur. Dit kan worden aangetoond als volgt:

  1. De inschrijver vermeldt de adresgegevens van ouders en grootouders op het inschrijfformulier.
  2. De gemeente toetst vervolgens met behulp van BRP of ouders en grootouders in de periode 1968 tot 1977 op één van de vijftig regionale woonwagencentra (De toenmalige Woonwagenwet zag toe op centralisatie van woonwagenstandplaatsen. Woonwagenbewoners dienden zich te vestigen en in te schrijven op één van de vijftig woonwagencentra in Nederland) hebben gewoond.

Zo ja, de inschrijver is een afstammeling.

Zo nee, dan dient de inschrijver op andere manieren aan te tonen dat hij of zij een afstammeling is, bijvoorbeeld door het overleggen van eerder verstrekte vergunningen, akten of documenten waaruit adressen gekoppeld aan de ouders en grootouders afleidbaar zijn.

4.3.2 Geen afstammeling

Het staat eenieder vrij zich te registreren op de wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen op grond van de Wet gelijke behandeling, ook al is diegene geen afstammeling. Een gemeentelijke weigering tot inschrijving kan bij een goede onderbouwing gerechtvaardigd zijn op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, maar de Huisvestingswet 2014 biedt een uitputtende regeling voor woonruimteverdeling. In die wet is aan gemeenten niet de bevoegdheid gegeven om bepaalde woningzoekenden geheel uit te sluiten (Bron: Mr V.E.H. Moors, Senior juridisch adviseur en wetgevingsjurist BZK). Inschrijving is dus mogelijk voor iemand die geen afstammeling van een woonwagenbewoner is, maar toewijzing van een woonwagenstandplaats kan alleen geschieden op basis van de rangorde op de wachtlijst. In de puntensystematiek is hierin voorzien.

4.4 Registratie

4.4.1 Inschrijving
Nieuwe registraties

Om (als meerderjarige) in te schrijven, wordt gebruik gemaakt van een vastgesteld formulier, welk formulier via een regionaal web-portaal is te downloaden of op verzoek kan worden toegezonden in geval de aanvrager niet beschikt over de vaardigheden of mogelijkheden tot downloaden. Op het formulier is aangegeven welke bescheiden de inschrijver bij indiening van het formulier dient mee te zenden, zoals een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een recent uittreksel uit het bevolkingsregister met adreshistorie. De kandidaat- inschrijver ontvangt een bevestiging waarin melding wordt gemaakt van:

  • Nog ontbrekende gegevens, die binnen 2 weken na ontvangst dienen te worden ingezonden door de inschrijver; of
  • Het feit dat de aanvraag compleet is; en
  • Het feit dat zodra de aanvraag compleet is, de gemeente zal toetsen hoeveel eenmalige aanvangspunten aan de inschrijver worden toegekend; en
  • De factuur voor de kosten van inschrijving (zie 4.2).

Na de toetsing met positief resultaat van de inschrijving en ontvangst van de inschrijvingskosten ontvangt de inschrijver een bevestiging van deze inschrijving onder vermelding van het aantal toegekende eenmalige punten bij aanvang. Het vermelden van die eerste inschrijvingspunten biedt transparantie in de toepassing van de puntensystematiek maar geeft de inschrijver(s) geen inzicht over de plaats op de wachtlijst.

Op dit moment is een aantal woonwagenbewoners en spijtoptanten geregistreerd als standplaats zoekend bij Huren in Holland Rijnland (Bron: Forticon, Inventarisatie Woonbehoefte Woonwagenstandplaatsen). Met toestemming van de betreffende inschrijvers kunnen hun gegevens, inclusief opgebouwde wachttijd in de regionale wachtlijst worden geregistreerd. Eventueel ontbrekende gegevens worden opgevraagd bij de inschrijvers. Deze inventarisatie wordt verricht door Forticon.

4.4.2 Kosten

Woonwagenbewoners kunnen zich landelijk overal inschrijven op wachtlijsten. De ervaring leert dat door aan de inschrijving en verlenging van de inschrijving kosten te verbinden, inschrijvers meer bewuste keuzes maken, waardoor wachtlijsten minder worden “vervuild”. Aan de inschrijving zijn eenmalig en bij de jaarlijkse verlenging kosten verbonden. Indien inschrijvers bij Huren In Holland Rijnland zich willen registreren op de gemeentelijke wachtlijst, betalen zij vanaf 2022 jaarlijks verlengingskosten.

Overwogen kan worden dezelfde kostensystematiek te hanteren als bij:

  • de gemeente Alphen aan den In het Verhuurbeleid (2020) van deze gemeente is bepaald dat de eerste inschrijving € 35,00 kost en voor de verlenging van de inschrijving € 17,50;
  • Huren in Holland Rijnland. De kosten voor zowel de eerste inschrijving als de verlenging bedragen € 7,50. Landelijk worden diverse kosten gehanteerd voor inschrijving en verlenging. Enkele gemeenten, zoals Zoetermeer, rekenen geen kosten.

Het advies is om inschrijf- en verlengingkosten in lijn te houden met Huren in Holland Rijnland.

4.4.3 Wijziging en uitschrijving
Wijziging

De inschrijvers zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een wijziging van bijvoorbeeld het woonadres. De wachtlijstbeheerder is niet gehouden adresgegevens bij correspondentie te controleren op juistheid. Indien de inschrijver is verhuisd zonder berichtgeving aan de wachtlijstbeheerder, is hij/zij zelf verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan, wat kan leiden tot uitschrijving.

Uitschrijving

De registratie op de wachtlijst wordt geschrapt in de volgende gevallen:

  • Op eigen verzoek van de inschrijver.
  • Als de inschrijver een aangeboden woonwagenstandplaats accepteert en tot contractvorming is gekomen.
  • Als de inschrijver niet (tijdig) reageert (binnen 4 weken) op de vraag of hij of zij ingeschreven wil blijven.
  • Als de inschrijver de inschrijf- of verlengingskosten niet voldoet. De inschrijving wordt geschrapt voordat de deurwaarder wordt ingeschakeld (voorkomt onevenredige kosten).
  • Als de inschrijver is overleden. De ervaring leert dat familie dit meldt bij de betreffende gemeente. Zodra het overlijden formeel is aangegeven, kan de uitschrijving plaatsvinden. Indien het niet wordt gemeld, zal van het overlijden blijken indien betalingsverzoeken retour gemeente komen of niet worden voldaan. Indien het niet wordt gemeld, zal van het overlijden blijken indien betalingsverzoeken retour gemeente komen of niet worden voldaan.

De betreffende inschrijver (of zijn erven) ontvangt een schriftelijke bevestiging van de uitschrijving.

4.5 Rangorde (punten)

De rangorde van de inschrijvers op de wachtlijst wordt gebaseerd op het aantal toegekende punten. Diegene die bij Huren in Holland Rijnland heeft kenbaar gemaakt dat men alleen een standplaats zoekt (er zijn binnen het systeem van HiHR meerdere opties al dan niet in combinatie met standplaats) worden geregistreerd op de regionale wachtlijst, ontvangen bij aanvang eenmalig punten gebaseerd op de huidige woonsituatie, en 1 punt per maand dat ze bij Huren In Holland Rijnland staan geregistreerd.

Alle overige nieuwe inschrijvingen ontvangen bij aanvang punten conform de hieronder vermelde puntensystematiek. Vervolgens ontvangt de inschrijver na de maand van inschrijving 1 punt per maand. De inschrijver die geen afstammeling is, ontvangt 1 punt bij aanvang en 1 punt gedurende elk jaar van inschrijving. Dit draagt bij aan de waardering van het afstammingsbeginsel en de woonwagencultuur bij inschrijving op de wachtlijst.

In de communicatie attenderen we woonwagenbewoners om zich te melden als ze zich in het verleden hebben geregistreerd bij Huren in Holland Rijnland (HiHR). Dit om reden dat er in het verleden verschillende registraties zijn gedaan bij HiHR. Het registratiesysteem geeft niet aan wie van die geregistreerden woonwagenbewoner is. Het aantal geregistreerden die naast andere typen huisvesting ook ‘standplaats’ hebben aangevinkt is beduidend hoger dan het aantal woonwagenbewoners waardoor het ondoenlijk is om iedereen aan te schrijven. Vandaar dat er een oproep wordt gedaan tot melden van inschrijving. De gegevens van de melder kunnen dan vergeleken worden met de gegevens uit HiHR.

Het hieronder aangegeven puntensysteem gaat uit van de woonsituatie waarin de inschrijver zich op het moment van inschrijving bevindt, het betreft niet zijn gewenste voorkeur voor woonwagenlocatie. Indien zijn of haar woonsituatie wijzigt na inschrijving is dit niet van invloed op het aantal toegekende aanvangspunten. De door hem aangegeven voorkeur speelt (pas) een rol bij de toewijzing van een beschikbare standplaats.

Puntensysteem woonwagenstandplaatsenBij aanvang inschrijving
Inwonend kind woonwagen of woning
1a. Kind onafgebroken* inwonend op woonwagenlocatie in de regio;
b. Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode van 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond;
c. Kind van woonwagenouders wonende in de regio die wegens studie dan wel uit dwingende noodzakelijkheid tijdelijk elders woonachtig is.
100
2Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode tussen 10 en 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.85
3Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode tussen 20 en 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.70
4Kind van woonwagenouders wonend in reguliere woning in de regio omdat ouders zijn verhuisd.60
Hoofdbewoner c.q. spijtoptant
5a. Wonend onafgebroken* op woonwagenlocatie in de regio
b. Wonend in reguliere woning in de regio.
50
6Wonend buiten de regio.10
Geen afstammeling
7Is geen afstammeling1

* een onafgebroken woonsituatie betekent dat de woonwagencultuur langdurig wordt geleefd enbeleefd en het leven op een woonwagenlocatie geen tijdelijk of incidenteel karakter heeft. De periode van 10 jaar sluit aan bij hetgeen in artikel 12A van de Huisvestingsverordening 2019 is vermeld (zie bijlage 3).

De wachtlijst kan worden ingericht met bekend geworden gegevens uit het registratiesysteem van Huren in Holland Rijnland, eventueel beschikbare gemeentelijke wachtlijsten en het behoefteinventarisatieonderzoek

(Forticon). Aanvullende gegevens zullen worden gevraagd bij de betreffende inschrijvers. Als peildatum voor het bepalen van de woonsituatie (momentopname) wordt aangehouden 1 september 2020, de start van het behoefteinventarisatieonderzoek. De reden is dat vanaf dat moment veel bewoners zich bewust zijn geworden van het feit dat inschrijving in een systeem noodzakelijk is om op enig moment in aanmerking te kunnen komen voor het bewonen van een standplaats.

4.6 Toewijzing bij verhuur

4.6.1 Aanbieding
Bestaande standplaats

Ingeval een bestaande standplaats vrij komt of een nieuwe standplaats aan een bestaande locatie wordt toegevoegd worden de volgende stappen doorlopen:

  • Aanbieding standplaats via Tipbericht van Holland Rijnland Wonen
  • Belangstellenden reageren met vermelding van eventuele familierelaties (1e en 2e graads) op de locatie waar de standplaats vrij komt.
  • Familierelaties worden gecontroleerd.
  • Belangstellenden die voldoen aan de familierelatie op die locatie ontvangen een vermenigvuldigingsfactor van 2 op de punten van de wachtlijst (zie voorbeeld bijlage 3).
  • Diegene met de meeste punten krijgt een voorlopige toewijzing (kandidaat-huurder).
  • De kandidaat-huurder levert de vereiste gegevens aan.
  • Gegevens worden akkoord bevonden.
  • De voorlopige toewijzing wordt omgezet in een definitieve toewijzing.
  • Voor zover de kandidaat-huurder niet akkoord gaat of diens gegevens worden niet akkoord verklaard dan krijgt diegene met de op een na hoogste punten een voorlopige toewijzing.
  • Diegene die een definitieve toewijzing krijgt, wordt uitgeschreven uit de wachtlijst.

Voor de Trien Semlerstraat in Leiden wordt, na afstemming met de klankbordgroep, maatwerk toegepast betreffende het toewijzen van standplaatsen.

Nieuwe locatie en standplaatsen

In het geval een nieuwe standplaats ter beschikking komt op een nieuwe locatie wordt dezelfde procedure doorlopen als bij een bestaande standplaats, echter dienen belangstellenden dan aan te tonen welke familie (1e en 2e graads) in dezelfde gemeente woonachtig is als waar de standplaats(en) beschikbaar kom(t)(en). De belangstellenden die familie in dezelfde gemeente hebben, krijgen in dat geval een vermenigvuligingsfactor van 2 op hun punten van de wachtlijst.

Aanvankelijk is het toepassen van een vermenigvuldigingsfactor voor standplaatsen op nieuwe locaties als niet gewenst benoemd. Voordeel is dat nieuwe locaties zo zuiver voor de hoogste ingeschrevene op de wachtlijst in aanmerking komen. Nadeel is dat hierdoor wel een mix van verschillende families op één locatie ontstaat. De klankbordgroep hecht waarde aan de respecteren van de primaire basis; het wonen in familieverband. Een mix van families past niet bij die basis. Het advies van de klankbordgroep van woonwagenbewoners wordt voor nu gevolgd. Wel zal met de adviescommissie evaluatie plaatsvinden over het toepassen van de vermenigvuldigingsfactor.

De belangstellende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Het wonen in familieverband is veelal leidend voor een belangstellende in zijn keuze om een aangeboden woonwagenstandplaats te aanvaarden of af te wijzen. Op de wachtlijst wordt van die afwijzing en de reden daarvoor een aantekening gemaakt bij die belangstellende.

Er vindt een voorlopige toewijzing plaats op basis van getoonde belangstelling aan de kandidaat-huurder onder de volgende voorwaarden:

  • De belangstellende heeft het hoogst aantal punten. Zijn er belangstellenden met een gelijk aantal (hoogste) punten, dan wordt de belangstellende die het langst geregistreerd staat aangewezen als kandidaat-huurder. Wanneer er sprake is van gelijke registratietijden, zal de belangstellende met de hoogste leeftijd worden benaderd. Ook hier kan sprake kan zijn van gelijkheid (bijvoorbeeld bij een tweeling). In dat geval zal een commissie van afgevaardigden woonwagenbewoners de uiteindelijke beslissing nemen over de toewijzing. (Deze commissie dient nog te worden opgericht. Deze zal, in samenspraak met de klankbordgroep, worden bepaald.)
  • De belangstellende heeft niet het hoogst aantal punten, maar de belangstellende(n) met meer punten komt (komen) niet in aanmerking voor de aangeboden woonwagenstandplaats of ziet (zien) ervan af.
  • Het inkomen van de kandidaat-huurder is voldoende om de woonlasten te kunnen betalen.

De beheerder van de wachtlijst bericht de kandidaat-huurder dat die woonwagenstandplaats aan hem of haar wordt toegewezen onder voorbehoud van contractvorming.

In bijlage 2 zijn de keuzes bij toewijzing in een stroomschema weergegeven.

In bijlage 3 is een aantal (fictieve) voorbeelden vermeld om de toepassing van toewijzing te duiden.

Voor vrijkomende woonwagenstandplaatsen die nog in eigendom van de gemeente zijn, dient een keuze gemaakt te worden of deze verkocht kunnen worden aan woonwagenbewoners (zie verkoop). Vrijvallende standplaatsen die in eigendom zijn van de corporaties komen niet voor verkoop in aanmerking, tenzij daarover met de corporatie afspraken worden gemaakt (prestatieafspraken). Uit de wachtlijstopstelling gaat blijken het volume aan gewenste koopplaatsen. In overleg tussen corporatie en HR/gemeenten wordt dan aantal koopplaatsen bepaald. Op basis daarvan kan ook beleid worden ingericht (zie 3.7).

Huurwoonwagen

Op de wachtlijst kunnen inschrijvers aangeven of zij in aanmerking wensen te komen voor een huurwoonwagen. Indien een woonwagenstandplaats zou worden toegewezen aan een inschrijver met deze wens, rijst onmiddellijk de vraag over de kosten voor realisatie van een woonwagen en de onrendabele top op de exploitatie vanwege de kortere levensduur van een woonwagen9, waarbij de realisatiekosten kunnen oplopen vanwege wetgeving op het gebied van energievoorziening (bijvoorbeeld gasloos).

Echter, in de Woningwet zijn woonwagenstandplaatsen en woonwagens erkende woonvormen. Dit betekent dat huurders dezelfde rechten hebben als huurders van reguliere woningen. En dat houdt weer in dat de eigenaar/verhuurder vanuit het mensenrechtelijk kader dient te voorzien in onder meer passende woonruimte voor zijn (kandidaat-)huurders (of kopers).

Corporaties hebben tot taak te voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners voor zover zij qua inkomen tot de doelgroep van de corporaties behoren. In de prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties kunnen afspraken worden gemaakt over de realisatieverplichting van huurwoonwagens en de gewenste omvang en kwaliteit ervan.

Kortom, uit wet- en regelgeving (Woningwet) vloeit voort dat een financieel voorbehoud geen argument is om een nog te realiseren huurwoonwagen af te wijzen bij toewijzing. Een en ander is recent vermeld in de publicatie van de VNG “Wegwijzer gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid”.

Geen afstammeling

Degenen die geen afstammeling zijn, maken weinig kans op toewijzing, omdat zij erg beperkt punten toegekend krijgen. Strikt genomen is het mogelijk dat een niet woonwagenbewoner een gang naar de rechter maakt en de reële verkrijging van een woonwagenstandplaats eist.

De kans is echter niet aannemelijk dat de rechter daarmee instemt, mits:

  • De toewijzingsregels zijn onderbouwd op basis van:
    • Legitimiteitseis: het doel van het onderscheid moet zwaarwegend zijn en mag op zichzelf niet discriminerend zijn.
    • Effectiviteitseis: de middelen die zijn gekozen om het doel te bereiken, moeten daartoe geschikt zijn en beantwoorden aan een werkelijke behoefte.
    • Proportionaliteitseis: een belangenafweging moet zijn gemaakt, waarbij de beoogde belangen zwaarder moeten wegen dan die van de getroffen personen of groepen;
    • Subsidiariteitseis: hetzelfde doel moet niet op een andere – minder onderscheid makende – wijze kunnen worden bereikt.
  • Geoorloofd onderscheid wordt gemaakt (culturele identiteit/afstammingsbeginsel).
  • Niemand wordt uitgesloten (een niet woonwagenbewoner mag zich ook inschrijven, al is de kans klein dat hij of zij ooit in aanmerking komt voor een woonwagenstandplaats).
Adviescommissie

Voorgesteld wordt, mede op verzoek van de klankbordgroep, om de systematiek van en het proces om te komen tot toewijzingen te bespreken in een nog op te stellen adviescommissie waar vertegenwoordigers van Holland Rijnland Wonen, de wachtlijstbeheerder en afvaardiging van woonwagenbewoners zitting in hebben. Op deze wijze krijgen alle partijen vertrouwen in het toepassen van de nieuwe werkwijze en kunnen eventuele ommissies in het proces worden aangepast.

De adviescommissie ware daartoe op te nemen in de huisvestingsverordening.

4.6.2 Contractvorming

Op basis van het ROZ model Huurovereenkomst Woonruimte of een eigen gestandaardiseerd model wordt een contract met de kandidaat-huurder gesloten. Overwogen kan worden geen contract te sluiten als:

  • Kandidaat-huurder nog geen 23 jaar is en ook een huurwoonwagen moet worden aangeboden (in verband met beperkte huurtoeslagmogelijkheden (Bron: Belastingdienst/Toeslagen/Huurtoeslag).
  • Kandidaat-huurder niet kan voldoen aan de financiële huurverplichtingen.
  • Kandidaat-huurder geen onherroepelijke omgevingsvergunning verkrijgt voor het plaatsen van een woonwagen. Hiervoor kan een bepaalde termijn gesteld worden. De uitgegeven standplaats moet wel daadwerkelijk bewoond gaan worden.

Komt het niet tot contractvorming, dan bericht de beheerder van de wachtlijst de kandidaat-huurder dat de voorlopige toewijzing is ingetrokken en dat de kandidaat-huurder weer als woningzoekende op de wachtlijst blijft ingeschreven met behoud van het aantal opgebouwde punten. Wordt een huurovereenkomst met de kandidaat-huurder gesloten, dan wordt de inschrijving op de wachtlijst geschrapt.

Aandachtpunt

Bij het opstellen van de wachtlijst en toekennen van punten wordt geen onderscheidt gemaakt in de gezinssituatie. Of een standplaatszoekende alleenstaand is of dat hij of zij een gezin al dan niet met kinderen heeft doet voor de wachtlijst en puntentoekenning niet terzake.

Dit onderscheidt wordt wel gemaakt bij standplaats toewijzing. Slechts in Leiden op het Trekvaartplein zijn enkele plaatsen beschikbaar voor éénpersoonshuishoudens.

De discussie die ook landelijk gevoerd wordt (laatstelijk in de 2e kamercommisie Biza ‘standplaatsenbeleid’ van 15/9/2021) is dat het product dermate specifiek en schaars is en de cultuur in familieverband wordt beleeft en men op jonge leeftijd samenwoont dat het onderscheid in toewijzing tussen één-of meerpersoonshuishoudens niet meer gemaakt zou moeten worden.

4.7 Verkoop

Het kopen van een standplaats is een recht, geen plicht. Ook al zou de kandidaat-bewoner meer inkomsten genieten dan de sociale huurgrens, dan mag deze kandidaat-huurder vasthouden aan het huren van een standplaats. Dit is een belangrijke afweging bij het vrijkomen van een standplaats, die door de gemeente aan een kandidaat-bewoner wordt toegewezen. Indien de kandidaat-bewoner wil huren, is aan te raden deze standplaats over te hevelen naar de corporatie. Indien de kandidaat-bewoner behoort tot de sociale doelgroep plaats de corporatie een woonwagen. Dit is voor de corporatie fiscaal aantrekkelijk omdat bij verhuur van een standplaats en een woonwagen de btw aftrekbaar is. Verhuurt de corporatie (of de gemeente) alleen een standplaats, dan is de btw niet aftrekbaar. Het in eigendom nemen van uitsluitend een standplaats is een bespreekpunt met de corporatie.

4.7.1 Verkoop door corporatie

Woningcorporaties moeten zorgen voor huurwoningen voor mensen met lagere inkomens (Woningwet). Tot huurwoningen behoren woonwagenstandplaatsen en woonwagens, onderdeel van het zogenoemde DAEB bezit (Diensten van Algemeen Economisch Belang). Tachtig procent van hun betaalbare woningen moeten ze toewijzen aan huishoudens onder een bepaalde inkomensgrens. Voor die kandidaat-huurders waar uit de inkomenstoets blijkt dat het inkomen boven die grens uitkomt kan de corporatie een keuze maken tussen verkoop van de standplaats of de kandidaat-huurder schakeren onder de 10% vrije toewijzing (inkomsens boven de €44.655 (prijspeil 2021). In het geval verkoop mogelijk is, is het uiteindelijk een keuze van de kandidaat-huurder.

4.7.2 Verkoop door gemeente
Wens van de bewoner of kandidaat-bewoner

Vrijgekomen standplaatsen kunnen door de gemeente (eigenaar) worden verkocht aan inschrijvers van de wachtlijst. Van belang is het borgen van het afstammingsbeginsel, het leven in familieverband en het voorkomen van opkoop van meerdere standplaatsen door 1 persoon of verrijking na aankoop. Aan te raden is door het gemeentebestuur specifieke verkoopvoorwaarden vast te stellen.

Voorwaarden voor verkoop zijn bijvoorbeeld:

  • Verkoop aan particuliere koper;
  • Koper zorgt zelf voor een woonwagen;
  • Verkoopwaarde vastgesteld op basis van taxatie;
  • Bij bestaande standplaats accepteert koper de standplaats in de staat waar deze zich op dat moment bevindt;
  • Bodemonderzoek en asbestonderzoek voor rekening van eigenaar;
  • Signalering aan koper dat hij zelf verantwoordelijk is voor omgevingsvergunningen voor die opstallen die niet tot de standplaats behoren;
  • Geen huurschuld of andere openstaande vorderingen;
  • Anti-speculatiebeding minimaal 10 jaar (om prijsopdrijving te voorkomen);
  • Kwalitatieve verplichting afspreken dat alleen doorverkoop aan afstammeling mag plaatsvinden. Eerste 10 jaar toestemming eigenaar in geval dit de gemeente is;
  • Bibob toets koper (indien vastgesteld in beleid).
Bij overlijden van de huurder

Komt een standplaats vrij door overlijden van een huurder, dan is het erfrecht van toepassing. De erven van de huurder moeten binnen zes maanden na het overlijden van hun familielid de standplaats leeg en ontruimd opleveren. Erven hebben geen recht op huur of koop van die standplaats. Immers de vrijgekomen standplaats wordt op basis van de rangorde van de wachtlijst toegewezen. De opvolgend bewoner kan met de erven in gesprek treden over het kopen van de woonwagen van de familie. Leidt dit niet tot resultaat, dan dienen de erven de woonwagen te verwijderen van de standplaats. Gezien de schaarste op de markt is de kans erg groot dat deze woonwagen snel kan worden verkocht.

4.7.3 Ruilen van standplaats

Naast toewijzing van niet verhuurde standplaatsen kunnen bewoners ook woningruil toepassen. Voorbeelden zijn van standplaats naar standplaats en van woning naar standplaats.

In het geval dat ruiling geschiedt tussen standplaatsbewoners raakt dit de werking van de bepalingen uit deze nota niet. Het is dan wel zaak dat de beheerder van de wachtlijst en de adviescommissie worden betrokken zodat zicht blijft op de familieverbanden.

Ruilen tussen woonwagenbewoners van een reguliere woning met een standplaatsbewoner raakt de werking van deze nota wel. Zeer zeker als de huurder van de reguliere woning is opgenomen in de wachtlijst. De klankbordgroep wenst voor die gevallen waarin zich dit voor doet aanvullende regels opgesteld te zien.

Deze regels zijn:

  • Huurder van standplaats verzoekt verhuurder tot woningruil.
  • Verhuurder informeert beheerder wachtlijst over verzoek.
  • De beheerder schakelt adviescommissie in.
  • Adviescommissie geeft advies.
  • Verhuurder neemt besluit wel of niet akkoord.
  • Staat diegene die verhuist van woning naar standplaats op de wachtlijst dan worden diens punten geschrapt.
  • Diegene die verhuist van standplaats naar woning behoudt de eventuele wachtlijstpunten.
  • Staat diegene die verhuist naar een woning niet op de wachtlijst dan vindt inschrijving eerst plaats nadat de verhuizing administratief heeft plaatsgevonden.

De randvoorwaarden bij een dergelijke ruiling zijn:

  • Ruilen alleen tussen 1e graads familie.
  • Vind ruiling plaats naar een huurwoonwagen dan is de inkomensnorm van toepassing.
  • De huurprijs van de standplaats wordt geactualiseerd aan het geldend puntenstelsel.

5 Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

In deze verordening, vastgesteld op 1 juli 2019 en werkende tot 1 juli 2023, zijn in artikelen 8 en 12A specifieke bepalingen vermeld voor standplaatsen. De Huisvestingsverordening dient te worden aangepast op basis van hetgeen is vastgesteld ten aanzien van de wachtlijst- en toewijzingssystematiek. Dit kan door een hoofdstuk toe te voegen aan de Huisvestingsverordening, specifiek voor woonwagenstandplaatsen. Een voorbeeld van dit hoofdstuk is als bijlage 4 aan deze Nota toegevoegd.

Advies: Artikel 12A schrappen en het nieuwe hoofdstuk toe te voegen aan de Huisvestingsverordening.

NB Hardheidsclausule

In artikel 34 van deze verordening is een hardheidsclausule opgenomen, die voor wat betreft die gevallen en situaties die lastig zijn in te passen en te interpreteren binnen de systematiek van de wachtlijst, puntentelling en toewijzing, uitkomst kan bieden. Het Dagelijks Bestuur en de urgentiecommissie nemen over die gevallen een besluit in afwijking van de deze verordening.

6 Draagvlak

In overleg met beleidsadviseurs Wonen van Holland Rijnland zijn de voorlopige uitgangspunten geformuleerd, zodat deze konden worden voorgelegd aan een afvaardiging van woonwagenbewoners uit Holland Rijnland en de betrokken corporaties. Forticon heeft namens de gemeenten inmiddels gesproken met een klankbordgroep van bewoners. Tijdens de drie gespreksrondes volgt dat de klankbordgroep de uitgangspunten omtrent wachtlijst- puntensystematiek en toewijzing omarmd. De klankbordgroep heeft aangegeven te hechten aan het blijven leven in familieverband op de bestaande locaties. Indien daar een standplaats vrij komt, verdient het aanbeveling, aldus de bewoners, toe te wijzen aan diegene die er familie heeft wonen. Dit kan geschieden door het aantal punten van een inschrijver te verdubbelen indien er sprake is van een daar wonend familielid in de eerste of tweede graad. Dit uitgangspunt is verwerkt in het voorstel van de toewijzingsregels in hoofdstuk VI (bijlage 4)

De wijziging van de Huisvestingsverordening wordt ter inspraak gelegd. Het streven is de aangepaste Huisvestingsverordening eind 2021 vast te stellen in het AB van Holland Rijnland. Verwacht wordt dat in het vierde kwartaal van 2021 de wachtlijst kan worden geïmplementeerd.

7 Planning

In overleg met de ambtelijk opdrachtgever zal de planning worden vastgesteld en bewaakt.

Bijlage 1 – Eigendomssituatie

GemeenteLocatiesLocatie naamLocatie adressenAantalStandplaatsen eigendom gemeenteStandplaatsen eigendom corporatiesStandplaatsen eigendom bewoner/derdeWoonwagens eigendom gemeenteWoonwagens eigendom corporatiesWoonwagens eigendom bewoner/derdeWoonwagens eigendom onbekend
Hillegom1Eikenlaan 80, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 9483535
Kaag en Braassem2LeimuidenRaadhuislaan 52,54,56,5850415
Kaag en BraassemWoonwagenlocatieNoordveenweg 41
Kaag en BraassemNieuwe Wetering
Katwijk3Veldzicht 324231024
KatwijkKleipettenlaan 37, 39, 41, 43 en 45
KatwijkZuideinde 1A, 1B, 1C, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Leiden3WoonwagenlocatieTrekvaartplein, Muzikantenstraat, Reizigersstraat, Rollenstraat,133107643107544
LeidenTrekvaartpleinRollemanstraat, Bezembinderstraat, Stoelenmatterstraat
LeidenWoonwagenlocatieTiberiusstraat, Consulstraat, Hadrianusstraat, Senaatstraat
LeidenRoomburg
LeidenTrien SemlerstraatTrien Semlerstraat 1 t/m14
Leiderdorp1Persant Snoepweg 5, 7, 9, 11, 13, 15 en 17777
Lisse1Regenboogplein 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11113811
Nieuwkoop4W.P. Speelmanweg 25A, 25B, 25C NVN, Blaasbalg 48, 50, 52 NKP,Handelsweg 10, 12, 14 NKP, Oude Kerkpad 2W1, 2W2, 2W3, 2W414950210
NieuwkoopTAR Korteraar
Noordwijk1Maandagsewetering 44 t/m 58, (even nummers), 2211 WV Noordwijkerhout888
Oegstgeest1Haaswijklaan 502, 504, 506, 508, 510, 512, 514, 516, 518999
Teylingen3Burgemeester Ketelaarstraat 25a en 25b Warmond, Valkruidstraat 1, 3 en 5 Voorhout, Weltevreden 1, 3, 5 en 7 Sassenheim9927
Voorschoten1Leidseweg 514111
Zoeterwoude1Molenpad 2 en 62211
Totaal1Subtotalen691015713801259

Standplaatsen: Waarvan 18 in erfpacht uitgegeven; Waarbij 4 niet in gebruik zijn (herinrichting)

Bijlage 2 – Stroomschema toewijzing

Stroomschema toewijzing
Stroomschema toewijzing

In bovenstaand stroomschema dient voor vermelde 30 punten, de in overleg met de klankbordgroep besproken 50 punten gelezen te worden.

Bijlage 3 – Fictieve voorbeelden toewijzing

NrInwonend kind woonwagen of woningStartTijdens inschrijvingTotaal
1(a) Kind woont op de locatie en is 2 jaar ingeschreven.10024124
1(b) Ouders 7 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Inwonend kind (23 jaar) is 3 jaar ingeschreven.10036136
1(b) Kind woont op de locatie maar studeert in Groningen en is 4 jaar ingeschreven.10048148
2Ouders zijn 15 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.8596181
3Ouders zijn 22 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.7096166
4Ouders zijn 31 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.6096156

Uit de puntentoekenning van punt 2 tot en met 4 blijkt dat bij gelijke gevallen de kinderen die recentere binding hebben met de cultuur voorrang hebben.

Nr.Hoofdbewoner c.q. spijtoptantStartTijdens inschrijvingTotaal
5(a) Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont op een standplaats in de regio en is 4 jaar ingeschreven.504898
5(b) Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont in een woning in de regio en is 8 jaar ingeschreven.5096146
6Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont op een standplaats buiten de regio en is 4 jaar ingeschreven.104858

Zelfstandig wonende woonwagenbewoners ontvangen punten op basis van het wonen op een standplaats of wonen in een woning. Het onderscheid wordt gemaakt voor woonwagenbewoners die wonen op een woonwagenlocatie of een reguliere woning in of buiten de regio.

Nr.Geen afstammelingStartTijdens inschrijvingTotaal
7Niet woonwagenbewoner heeft zich 10 jaar ingeschreven.11011

Omdat niet afstammelingen gedurende de jaren zeer weinig punten opbouwen, zullen deze niet in aanmerking komen voor bewoning van een standplaats, tenzij aan alle overige inschrijvers van de wachtlijst een standplaats is toegewezen en er geen (inwonende) kinderen, bewoners (afstammelingen), spijtoptanten of andere afstammelingen zich meer inschrijven.

Uitgewerkt voorbeeld toewijzing

In de systematiek is uitgegaan van gelijke kansen voor alle woonwagenbewoners binnen de regio. Wel is op verzoek van de klankbordgroep prioriteit gegeven aan inwonende kinderen. In de systematiek is opgenomen de familiaire binding. Hieraan wordt uiting worden gegeven door een vermenigvuldigingsfactor toe te passen bij toewijzing van een vrijgekomen of nieuw gerealiseerde standplaats op een bestaande locatie.

InschrijverTotaal puntenWoont op locatieHeeft er familie 1ste of 2e graadsFamiliefactor (x2)Resultaat voor toewijzing
1A170NeeNeeNee170
2B165NeeNeeNee165
3C162JaNeeNee162
4D155NeeNeeNee155
5E140NeeJaJa280
6Enz.

Toewijzing aan inschrijvers wachtlijst met familiefactor

A tot en met D behouden, na toewijzing aan E, het door hen opgebouwde punten. E wordt na toewijzing uitgeschreven uit de wachtlijst. Deze systematiek is geformuleerd op basis van geuite wensen van de klankbordgroep (bewoners).

Bijlage 4 – Wijziging Huisvestingsverordening

Wijziging van artikel 8 (Aanvraag van een huisvestingsvergunning)/Schrappen van lid 3, thans luidend:

  1. Voor de aanvraag van een woonwagenstandplaats dienen tevens de volgende documenten te worden overlegd:
    1. gegevens uit de Basisregistratie Personen met betrekking tot het adres van herkomst;
    2. gegevens met betrekking tot het adres, met aanduiding van huisnummer en gewenste locatie van de standplaats;
    3. een onherroepelijke omgevingsvergunning voor het oprichten van de woonwagen of het chalet van de aanvrager, indien geen woonwagen of chalet reeds op de standplaats aanwezig is.

Schrappen artikel 12A (Rangordebepaling woonwagenbewoners), thans luidend:

  1. In afwijking van artikel 12 geldt bij de toewijzing van een standplaats op een woonwagenlocatie de volgende volgorde:
  1. kinderen of kleinkinderen, ingeschreven als woningzoekende, die nog op de betreffende woonwagenlocatie bij hun (groot)ouders of andere eerste- of tweedegraads familie inwonen. Deze kinderen of kleinkinderen moeten volgens de Basisregistratie personen nog op de betreffende woonwagenlocatie inwonend zijn bij hun eerste- of tweedegraads familie. Een briefadres geldt hierbij niet als woonadres;
  2. de woningzoekende die een standplaats huurt op de betreffende locatie en wil doorschuiven naar een vrijkomende standplaats op dezelfde locatie, onder de voorwaarde dat de eigen standplaats vrijkomt;
  3. woningzoekende die de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op de locatie heeft gewoond of naar verhouding zoveel korter indien de betreffende woonwagenlocatie nog geen tien jaar bestaat;
  4. woningzoekende die de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op een woonwagenlocatie binnen de regio Holland Rijnland heeft gewoond;
  5. woningzoekende die in de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op een woonwagenlocatie elders in Nederland heeft gewoond;
  6. overige woningzoekenden;

Artikel 27 Regionaal register standplaatszoekenden

  1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanleggen en bijhouden van een regionaal register voor standplaatszoekenden;
  2. In het register van standplaatszoekenden worden op hun verzoek als standplaatszoekenden ingeschreven de huishoudens die voldoen aan de volgende voorwaarden:
    1. de aanvrager is 18 jaar of ouder;
    2. de leden van het huishouden bezitten de Nederlandse nationaliteit dan wel beschikken over een geldige verblijfstitel in Nederland;
    3. het inschrijvingsformulier is correct en volledig ingevuld, inclusief de daarin gevraagde
  3. Inschrijving als standplaatszoekende kan ook ambtshalve
  4. Het regionale register vermeldt de standplaatszoekenden met aantal punten, inschrijfduur en rangorde voor toewijzing.
  5. De standplaatszoekende betaalt aan de houder en beheerder van het register voor standplaatszoekenden voor inschrijving in het register standplaatszoekenden een bedrag van € 7,50 [nog te besluiten]. Na het eerste jaar van inschrijving is de standplaatszoekende aan die gemeente voor jaarlijkse verlengingskosten voor de inschrijving € 7,50 [nog te besluiten] verschuldigd.

Artikel 28 Inschrijving

  1. De aanvraag voor een standplaats wordt schriftelijk ingediend bij de beheerder van het register voor standplaatsen met behulp van een vastgesteld inschrijvingsformulier.
  2. Bij een aanvraag voor een standplaats legt de aanvrager de volgende gegevens over:
    1. een historisch uittreksel (adresoverzicht) uit de gemeentelijke basisadministratie;
    2. zo nodig andere bescheiden die door de beheerder van het register voor standplaatsen voor beoordeling van de aanvraag nodig geoordeeld worden.
    3. De beheerder van het register voor standplaatsen bepaalt of de standplaatszoekende voldoet aan de voorwaarden in artikel 27, tweede en vijfde lid, en gaat over tot inschrijving in het register indien aan deze voorwaarden is voldaan.

Artikel 29 Bewijs van inschrijving

  1. De beheerder van het register voor standplaatsen verstrekt aan standplaatszoekenden die zijn ingeschreven een bewijs van inschrijving waarop de volgende gegevens worden vermeld:
    • naam van de aanvrager;
    • adresgegevens;
    • inschrijvingsdatum;
    • aantal toegekende punten bij inschrijving.
  2. Als datum van inschrijving geldt de datum waarop aan de voorwaarden in artikel 27, tweede en vijfde lid, is voldaan.
  3. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van inschrijving in het register de datum waarop de aanvraag is
  4. Als datum van een ambtshalve inschrijving geldt de datum waarop de standplaatszoekende aan de voorwaarden in artikel 27, tweede lid, onder a en b, en vijfde lid, voldoet en de beheerder van het register voor standplaatsen de standplaatszoekende heeft ingeschreven.

Artikel 30 Geldigheidsduur van inschrijving in het register van standplaatszoekenden

  1. De inschrijving in het register van standplaatszoekenden blijft behoudens het gestelde in artikel 32 één jaar geldig.
  2. De inschrijving wordt beëindigd tenzij de standplaatszoekende binnen 4 weken na aanschrijving aan de beheerder van het register voor standplaatsen kenbaar heeft gemaakt dat deze de inschrijving in het register van standplaatszoekenden wil behouden.

Artikel 31 Wijziging van inschrijving in het register

  1. Een ingeschrevene dient een wijziging van gegevens, zoals woonadres, onverwijld door te geven aan de beheerder van het register voor standplaatsen.
  2. De ingeschrevene als bedoeld in het eerste lid wordt de beheerder van het register voor standplaatsen van de wijziging van inschrijving schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 32 Doorhaling van inschrijving

  1. De beheerder van het register voor standplaatsen haalt een inschrijving door in het register van standplaatszoekenden indien:
    1. de standplaatszoekende daarom verzoekt;
    2. de standplaatszoekende een standplaats (elders) krijgt toegewezen en deze accepteert;
    3. De standplaatszoekende door woningruiling van een reguliere woning naar een standplaats (elders) krijgt toegewezen en deze accepteert;
    4. de standplaatszoekende al dan niet opzettelijk foutieve gegevens verstrekt heeft bij de inschrijving of verzuimd heeft belangrijke wijzigingen bijtijds door te geven;
    5. de standplaatszoekende niet reageert op een aanschrijving van de beheerder van het register voor standplaatsen aangaande de inschrijving, waaronder de betalingsverplichting, of bedoeld als een controle op de inschrijving in het register, binnen vier weken na de datum van de aanschrijving;
    6. de standplaatszoekende komt te overlijden;
    7. Ingeschrevenen als bedoeld in het eerste lid worden door de beheerder van het register voor standplaatsen van de doorhaling van inschrijving schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 33 Rangorde en toewijzing standplaats

  1. Bij opname in de wachtlijst geldt de volgende rangorde. De inschrijver is ingeschreven in het register van standplaatszoekenden en:
    1. Is een kind van een woonwagenbewoner, onafgebroken inwonend op een woonwagenlocatie in de regio; of
    2. Is een kind van een woonwagenbewoner, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode van 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond; of
    3. Is een kind van woonwagenouders wonende in de regio die wegens studie dan wel uit dwingende noodzakelijkheid tijdelijk elders woonachtig is.
    4. Is een kind van een woonwagenbewoner, inwonend in een reguliere woning in de regio, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en heeft binnen een periode tussen 10 en 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.
  • Is een kind van een woonwagenbewoner, wonend in een reguliere woning in de regio, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en heeft binnen een periode tussen 20 en 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.
  1. Is een kind van een woonwagenbewoner, wonend in een reguliere woning in de regio, omdat de ouders zijn verhuisd.
  2. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die onafgebroken op een woonwagenlocatie in de regio woont, of
  3. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die in een reguliere woning in de regio woont.
  4. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die buiten de regio
  5. Is geen afstammeling van een woonwagenbewoner.
  1. De beheerder van het register voor standplaatsen kent punten aan ingeschreven standplaatszoekenden toe op basis van een puntensysteem, welke punten als volgt zijn opgebouwd:
  2. 100 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub I (A of B of C) behorende categorie;
  3. 85 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub II behorende categorie;
  4. 70 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub III behorende categorie;
  5. 60 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub IV behorende categorie;
  6. 50 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub V (A of B) behorende categorie;
  7. 10 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub VI behorende categorie;
  8. 1 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub VII behorende
  9. Na de maand van inschrijving ontvangt elke ingeschrevene 1 punt per maand (categorie I t/m VI). De inschrijver die geen afstammeling is van een woonwagenbewoner ontvangt voor elk jaar van inschrijving 1 punt (categorie VII).
  10. Toewijzing van een standplaats vind plaats aan diegene die:
    1. Zijn/haar belangstelling kenbaar maakt op basis van een aanbieding via Tipbericht van Holland Rijnland Wonen;
    2. Daarbij aangeeft of er 1e of 2e graads familie woont op de locatie waar de aangeboden standplaats zich bevind, dan wel aangeeft of in geval van een standplaats op een nieuwe locatie aangeeft of er 1e of 2e graads familie woont in de woonplaats waar de betreffende standplaats wordt aangeboden;
    3. Het hoogste aantal punten heeft op de wachtlijst;
      1. Om de systematiek van en het proces om te komen tot de toewijzingen te monitoren wordt een adviescommissie ingesteld waar vertegenwoordigers van Holland Rijnland Wonen, de wachtlijstbeheerder en afvaardiging van woonwagenbewoners zitting in hebben. Op deze wijze krijgen alle partijen vertrouwen in het toepassen van de nieuwe werkwijze en kunnen eventuele ommissies in het proces worden aangepast.
        1. Waarbij geldt dat de punten van de wachtlijst worden verdubbeld ingeval:
          1. Bij bestaande standplaats of nieuwe standplaats op bestaande locatie: De belangstellende 1e of 2e graads familie heeft op de locatie waar de standplaats wordt aangeboden.
          2. Bij een nieuwe standplaats op een nieuwe locatie: de belangstellende 1e of 2e graads familie heeft in de gemeente waar de standplaats wordt aangeboden.
          3. Verder voldoet aan de geldende voorwaarden.
          4. De standplaats accepteert.
        • Bij een gelijk aantal punten vindt toewijzing plaats aan de belangstellende met de langste inschrijftijd. Wanneer er sprake is van gelijke inschrijftijden, zal de belangstellende met de hoogste leeftijd worden Ook hier kan sprake kan zijn van gelijkheden (bijvoorbeeld bij een tweeling). In dat geval zal een commissie van afgevaardigden woonwagenbewoners de uiteindelijke beslissing nemen over de toewijzing.

Artikel 34 Ruilen van standplaats

  1. Ruilen van huisvesting tussen huurders waarbij beide huurders een standplaats huren heeft geen gevolgen voor de eventueel door die huurders opgebouwde punten van de wachtlijst. Wel worden aan deze ruil de volgende voorwaarden verbonden:
    • Huurders stellen de verhuurder(s) in
    • De verhuurder(s) stelt de beheerder van de wachtlijst in
    • De beheerder vraagt advies aan de sadviescommissie (art.33, lid 5)
    • Verhuurder(s) doet uitspraak over ruilverzoek en stelt tevens beheerder van de wachtlijst

in kennis van de uitspraak.

  1. Ruilen van huisvesting tussen huurders waarbij de ene partij verhuist van een standplaats naar een reguliere woning en vise versa geschiedt onder de volgende voorwaarden:
    • Huurder van standplaats verzoekt verhuurder tot
    • Verhuurder informeert beheerder wachtlijst over
    • De beheerder schakelt adviescommissie
    • Adviescommissie geeft
    • Verhuurder neemt besluit wel of niet
    • Staat diegene die verhuist van woning naar standplaats op de wachtlijst dan worden diens punten geschrapt (opnemen in opsomming lijst ‘doorhaling’ art. 32)
    • Diegene die verhuist van standplaats naar woning behoudt de eventuele
    • Staat diegene die verhuist naar een woning niet op de wachtlijst dan vindt inschrijving eerst plaats nadat de verhuizing administratief heeft plaatsgevonden.

De aan de ruiling verbonden randvoorwaarden zijn:

  • Ruilen kan alleen tussen 1e graads
  • Vindt ruiling plaats naar een huurwoonwagen dan is de inkomensnorm sociale huur van

De huurprijs van de standplaats wordt geactualiseerd aan geldend puntenstelsel.

Artikel 35 Hardheidsclausule

Daar waar de toepassing van de regels van hoofdstuk VI leidt tot onvoorzien en onredelijk nadelig gevolg voor de standplaatszoekende kan op verzoek en advies van de adviescommissie (art.33, lid 5) het Dagelijks Bestuur en de urgentiecommissie een besluit nemen in afwijking van de deze verordening.

Toelichting

Met invoeging van hoofdstuk VI wordt voorzien in de toewijzing van standplaatsen door middel van huisvestingsvergunningen. Het beschikken over passende regels voor de toedeling van deze vorm van woonruimte dient, net als andere vormen van woonruimte, te berusten op de wet. Anders dan de reguliere woonruimte moet de toewijzing van standplaatsen ook voldoen aan de mensenrechtelijke eisen die onder andere volgen uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) en de oordelen van het College voor de Rechten van de Mens (EHRM 27 mei 2004, nr. 66746/01 (Connors/VK); EHRM 17 oktober 2013, nr. 27013/07 (Winterstein/Frankrijk); EHRM 18 januari 2001, nr. 27238/95 Chapman/VK; EHRM 8 december 2009, nr. 49151/07 (Munos Diaz/Spanje). Uit de jurisprudentie van het EHRM volgt onder meer dat de overheid een positieve verplichting heeft om de identiteit en de levensstijl van woonwagenbewoners te beschermen en te faciliteren. Dit kan betekenen dat woonwagenbewoners een gedifferentieerde behandeling krijgen ten opzichte van andere woningzoekenden.

Hoewel standplaatsen ‘woonruimte’ zijn in de zin van de wet, is de wijze waarop de huisvestingsvergunning wordt geregeld niet identiek aan die van niet-standplaatsen. Voor niet-standplaatsen geldt dat vergunning wordt afgegeven voor de gehele huisvesting. Voor standplaatsen geldt echter dat alleen de ondergrond waarop de uiteindelijke huisvesting wordt aangebracht, wordt vergund met een huisvestingsvergunning. De uiteindelijke huisvesting is bijvoorbeeld de eigen woonwagen. In de praktijk blijkt ook dat woonwagenbewoners relatief vaak in het bezit zijn van een woonwagen. Om die reden is gekozen om alleen voor standplaatsen een huisvestingssysteem te hanteren.

Nota Wachtlijst & Toewijzing Woonwagenstandplaatsen

Download de nota wachtlijst & toewijzing woonwagenstandplaatsen als PDF
599 kb


1 Voorwoord

Op 1 april 2021 heeft het DB van de samenwerkingsorganisatie Regio Holland Rijnland onder meer vastgesteld dat in overleg met de doelgroep een nieuwe werkwijze met betrekking tot woonwagens en standplaatsen wordt ontwikkeld, waaronder is begrepen een puntensysteem en het opstellen van een wachtlijst voor de aangesloten gemeenten bij Holland Rijnland, met uitzondering van de gemeente Alphen aan den Rijn. Daarbij is de voorkeur aangegeven dit op (sub)regionaal niveau uit te werken.

Ter uitvoering van het besluit van het DB van de Regio Holland Rijnland is de opdracht gegeven tot:

  • Het bepalen wie van de woonwagenbewoners en spijtoptanten voldoet aan het afstammingsbeginsel.
  • Het opstellen van de systematiek ten aanzien van het hanteren van een wachtlijst, puntensysteem en toewijzing van aangeboden standplaatsen.
  • Het ontwikkelen van die systematiek in overleg met (vertegenwoordigers van) woonwagenbewoners, de gemeenten van Regio Holland Rijnland, de betreffende woningcorporaties en Huren in Holland Rijnland.
  • Het opstellen van een wachtlijst.
  • Het beheer van die wachtlijst.

In dit plan is de route geschetst om te komen tot een transparante, eenduidige wachtlijstsystematiek, waarbij een rangorde op basis van toegekende punten wordt aangebracht, die weer van belang is voor het toewijzen van standplaatsen. In deze nota wordt de route verfijnd en gedetailleerd toegelicht. De systematiek voor een wachtlijst, de toe te kennen punten en toewijzing wordt uitgelegd, evenals de wijze waarop een en ander beheerd kan worden en beheersbaar kan blijven.

De systematiek is inmiddels een paar keer besproken met een afvaardiging van woonwagenbewoners, de klankbordgroep, die op constructieve wijze meepraten en -denken over hetgeen voorligt. Met hen worden nog enkele details verder uitgewerkt, maar de hoofdlijnen, zoals in deze nota verwerkt, worden door hen omarmd. Daarmee is een belangrijke stap geborgd, het draagvlak onder woonwagenbewoners. Een zelfde gespreksronde zal ook nog plaatsvinden met de betreffende corporaties die een rol hebben in deze maatregelen.

Ter verdere uitwerking en ter voorbereiding van het implementeren van de vermelde systematiek is het van belang een tussentijdse bestuurlijke goedkeuring op te nemen. Deze is vooral gericht op:

  • Het ontwikkelen van een regionale wachtlijst;
  • De inrichting van deze regionale wachtlijst;
  • Het instemmen met de voorgestelde puntensystematiek ten behoeve van de rangorde van inschrijvers op de regionale wachtlijst;
  • Het instemmen met de wijze van toewijzing van standplaatsen; en
  • Het wijzigen van de Huisvestingsverordening 2019, zodat ook daar de systematiek van de wachtlijst en toewijzing geborgd wordt en zichtbaar is voor een ieder.

2 Inleiding

Het Plan van Aanpak Wachtlijst Regio Holland Rijnland vermeldt een aantal maatregelen die getroffen dienen te worden om een wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen bij de gemeenten van de regio Holland Rijnland te implementeren, te weten:

  • Opstellen van een model wachtlijst, waarvan de basisgegevens als aantallen en opgegeven voorkeuren tevens te gebruiken zijn als informatiebron voor de regionale uitbreiding met woonwagenstandplaatsen.
  • Opstellen van de puntensystematiek met onderbouwde en duidelijke toelichting ten behoeve van de rangorde van de inschrijvers en vervolgens toewijzing van een beschikbare woonwagenstandplaats.
  • Opstellen van procesbeschrijvingen ten aanzien van inschrijving, beheer en toewijzing.

Deze notitie beschrijft de processen en uitgangspunten. Zodra de ambtelijk opdrachtgever, in afstemming met de beleidsadviseurs Wonen van de gemeenten, en coördinerend projectleider overeenstemming hebben over deze uitgangspunten, zal op basis daarvan draagvlak worden gezocht bij een afvaardiging van woonwagenbewoners uit de regio Holland Rijnland en de betreffende corporaties. Naar verwachting kan dit plaatsvinden in september/oktober 2021.

Nadat de gesprekken met woonwagenbewoners en corporaties hebben plaatsgevonden, wordt de wachtlijstsystematiek inclusief de wijziging van de Huisvestingsverordening voorgelegd aan het Ambtelijk Overleg (AO), Dagelijks Bestuur (DB) en Portefeuillehoudersoverleg (PHO). Nadat inspraak heeft plaatsgevonden op de te wijzigen Huisvestingsverordening zal deze ter definitieve vaststelling worden aangeboden aan het AB van Holland Rijnland.

Landelijk wordt steeds meer de term Lijst Geregistreerde Standplaatszoekenden gehanteerd. Vanwege het leesgemak wordt in dit document de term wachtlijst gebruikt.

3 Basisgegevens

Op totaal 27 woonwagenlocaties bevinden zich 231 woonwagenstandplaatsen, waarvan er 18 in erfpacht zijn uitgegeven (Katwijk) en 4 niet in gebruik zijn vanwege herinrichting (Dit betreft de Trien Semlerstraat in Leiden. Gezien de al lopende herinrichting, zal voor deze locatie maatwerk worden geleverd betreffende het toewijzen van standplaatsen.). Het betreft hierbij 12 van de 13 Holland Rijnland gemeenten, aangezien in de gemeente Alphen aan den Rijn al enige tijd naar tevredenheid wordt gewerkt met een gemeentelijk woonwagenbeleid, inclusief wachtlijst, voor woonwagens die met name in eigendom zijn van de gemeente zelf.


In bijlage 1 is een uitgebreid overzicht weergegeven.

4 Wachtlijst

De huidige rangordebepaling in de regionale Huisvestingsverordening is gebaseerd op het uitgangspunt om zoveel mogelijk aan te sluiten bij beleid voor sociale huurwoningen voor wat betreft inschrijving en (een redelijke termijn voor) toewijzing. Juist vanwege het mensenrechtelijk kader blijkt dit echter voor deze doelgroep niet goed te werken om de volgende redenen:

  • Samenwonen in familieverband is zeer locatiegebonden en het aantal woonwagens en verhuismutaties daarin is vele malen lager dan het aantal en verhuismutaties van sociale huurwoningen.
  • De woonwagencultuur is in oktober 2014 geplaatst op de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Voornamelijk betreft deze cultuur het wonen in familieverband (in een woonwagen). Het borgen van het afstammingsbeginsel in de wachtlijstsystematiek beschermt het behoud van de woonwagencultuur.
  • Vanwege het afstammingsbeginsel dient ook de inkomensgrens, zoals bij sociale huurwoningen, los te worden gelaten, bij de verhuur van standplaatsen. Dit geldt nog wel bij de verhuur van sociale huur woonwagens. Al kan in het kader van normalisatie worden overwogen die woonwagenstandplaats te koop aan te bieden aan de betreffende huurder.

Rekening houdend met deze factoren is een afzonderlijke wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen met een specifieke systematiek het meest effectief. Een vaak opgeworpen stelling dat een zeer kleine groep (woonwagenbewoners) een voorkeursbehandeling zou krijgen ten opzichte van andere inwoners (niet woonwagenbewoners) gaat niet op. Woonwagenstandplaatsen zijn bestemd voor een specifieke doelgroep waarbij wonen in familieverband één van de kenmerken is. Die huisvesting is uiterst schaars. Vanuit dat oogpunt betreft het ongelijke gevallen die, conform Beleidskader 2018, ongelijk behandeld (Beleidskader Gemeentelijk Woonwagen- en standplaatsenbeleid, BZK, 2018: pag 15, hoofdstuk 4.2; Het (materiële) gelijkheidsbeginsel houdt in dat ongelijke gevallen ongelijk behandeld moeten worden naarmate van hun verschil. Bij woonwagenbewoning gaat het om ongelijke gevallen, omdat deze woonvorm voor woonwagenbewoners een wezenlijk onderdeel is van hun cultuur en identiteit.) moeten worden.

4.1        Elementen wachtlijst

In een exceloverzicht worden de volgende gegevens genoteerd op Blad 1.

NrNummer
Persoonlijke gegevensBSN
Persoonlijke gegevensm/v
Persoonlijke gegevensVoorletters
Persoonlijke gegevensRoepnaam
Persoonlijke gegevensAchternaam
Persoonlijke gegevensAdres
Persoonlijke gegevensPostcode
Persoonlijke gegevensGemeente
Persoonlijke gegevenswoonwagenlocatie (1) of huis (0)
Persoonlijke gegevensGeboorte datum
Persoonlijke gegevensGeboorteplaats
Persoonlijke gegevensTelefoon
Persoonlijke gegevensE-mail
PuntenPunten eenmalig
PuntenBehaalde punten inschrijftijd
PuntenInschrijfdatum Holland Rijnland
PuntenInschrijf nummer Holland
PuntenBehaalde punten totaal
Voorkeuren en bijzonderhedenKoop (1) of huur (0) standplaats
Voorkeuren en bijzonderhedenEigen woonwagen Nee (0) Ja (1)
Voorkeuren en bijzonderhedenHuur woonwagen Nee (0) Ja (1)
Voorkeuren en bijzonderhedenBijzonderheden
Kosten betaald?
  • Nr: In aflopende volgorde van het behaalde totaal aantal punten.
  • Persoonlijke gegegevens: AVG, de gegevens dienen voor openbaar gebruik te worden afgeschermd.
  • Punten: Zie paragraaf 3.4.
  • Voorkeuren/bijzonderheden: Zie paragraaf 3.5.
  • €: Zie paragraaf 3.3.2.

De gearceerde kolommen kunnen als tool dienen om het DB en AB te informeren over de omvang van het aantal inschrijvers op de wachtlijst en hun wensen en voorkeuren (met uitzondering van die gegevens die naar een persoon kunnen leiden). Deze gegevens zijn van belang bij toewijzing van vrijkomende standplaatsen en financiële afwegingen/reserveringen voor wat betreft te realiseren huurwoonwagens.

Op Blad 2 wordt genoteerd aan wie standplaatsen zijn aangeboden, maar door de inschrijver of toewijzende organisatie zijn afgewezen.

NrNummer
Persoonlijke gegevensBSN
Persoonlijke gegevensm/v
Persoonlijke gegevensVoorletters
Persoonlijke gegevensVoornaam/vornamen
Persoonlijke gegevensAchternaam
Persoonlijke gegevensAdres
Persoonlijke gegevensPostcode
Persoonlijke gegevensGemeente
Persoonlijke gegevenswoonwagenlocatie (1) of huis (0)
Persoonlijke gegevensGeboorte datum
Persoonlijke gegevensGeboorteplaats
Persoonlijke gegevensTelefoon
Aantal afwijzingen en redenenOpmerkingen
Aantal afwijzingen en redenenAfwijzing
Aantal afwijzingen en redenenReden afwijzing

4.2 Rollen en verantwoordelijkheden

Gekozen is om de wachtlijst regionaal onder te brengen en te beheren.

  • De meest logische borging is bij Holland Rijnland Wonen. Aan iedere keuze van onderbrengen van de wachtlijst(beheer) zitten voor- en nadelen. Tijdens het onderzoek worden de opties nader verkend. In elk geval heeft Huren in Holland Rijnland hierin – na overdracht van bij haar geregistreerde inschrijvingen – geen rol meer, omdat er een specifieke wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen bij een regionaal werkende partner wordt ingericht.
  • Indien het door welke omstandigheden niet lukt om het beheer van de wachtlijst bij Regio Holland Rijnland of Holland Rijnland Wonen onder te brengen, kan in opdracht van Regio Holland Rijnland het beheer van de wachtlijst worden ondergebracht bij een derde Dit dient een onafhankelijke partij te zijn die geen andere relatie heeft met woonwagenbewoners (in de regio) om te borgen dat toetsing van de inschrijvingen en toepassen van het puntensysteem zorgvuldig geschiedt. Op regelmatige basis dient terugkoppeling met Regio Holland Rijnland plaats te vinden.
  • Een derde optie kan zijn om het beheer van de regionale wachtlijst onder te brengen bij een externe organisatie (De derde optie: extern beheer, is op basis van expertise van externe organisatie en wordt alleen uitgewerkt als de mogelijkheid tot onderbrengen bij de organistatie Regio Holland Rijnland dan wel Holland Rijnland Wonen niet mogelijk blijkt.)

Zodra de wachtlijstsystematiek is vastgesteld, zijn de rollen, verantwoordelijkheden en processtappen als volgt. Waar in onderstaande tabel Regionale uitvoeringsorganisatie is opgenomen, dient daarvoor een nog te bepalen regionaal werkende partner te worden gelezen.

Start
Publiceren regionale wachtlijstsystematiek, ook per gemeente en bij de corporaties die eigenaar zijn van standplaatsenRegionale uitvoeringsorganisatie
Overhevelen inschrijfgegevens Huren in Holland Rijnland naar regionale wachtlijst Holland RijnlandHuren in Holland Rijnland
Vaststellen inschrijfformulierRegionale uitvoeringsorganisatie
Inschrijfformulier (digitaal) beschikbaar stellen, ook met link bij gemeenten Holland RIjnlandRegionale uitvoeringsorganisatie
Regionaal e-mailadres inrichten voor het beheer van de wachtlijst (wijzigingen, nieuwe inschrijvingen, correspondentie met corporaties, gemeenten)Regionale uitvoeringsorganisatie

Beheer
Toetsen en verwerken nieuwe inschrijvingenRegionale uitvoeringsorganisatie
Verwerken door inschrijvers opgegeven wijzigingenRegionale uitvoeringsorganisatie
Uitschrijvingen verwerkenRegionale uitvoeringsorganisatie
Facturen voor inschrijving en verlenging verzendenRegionale uitvoeringsorganisatie
Elk kwartaal actualisatie (algemeen) met betrekking tot maandelijkse puntenbijtellingRegionale uitvoeringsorganisatie
Minimaal 1x per jaar presentatie stand van zaken in PHO (aantal inschrijvers en opgegeven voorkeuren door inschrijvers)Regionale uitvoeringsorganisatie

Toewijzing bestaande standplaatsen
Melding beschikbaar komende standplaats aan Holland RijnlandEigenaar (gemeente of corporatie)
Toetsen belangstelling met hoogst aantal puntenRegionale uitvoeringsorganisatie
Accepteert die inschrijver voorstel niet, dan toetsen bij de eerstvolgende inschrijver, enzovoortsRegionale uitvoeringsorganisatie
Na acceptatie van een inschrijver voorlopige toewijzing standplaatsRegionale uitvoeringsorganisatie
Voorlopige toewijzing communiceren met eigenaar standplaats (gemeente of corporatie)Regionale uitvoeringsorganisatie
Toets voor finale toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Definitieve toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Verwijderen persoon toegewezen standplaats van de wachtlijstRegionale uitvoeringsorganisatie

Toewijzing nieuw te realiseren standplaatsen/locatie
Vaststellen eigenaarRegionale uitvoeringsorganisatie
Verkoop aan eigenaar/ corporatie met ontwikkel-/realisatieverplichtingRegionale uitvoeringsorganisatie
Toetsen belangstelling met hoogst aantal behaalde puntenRegionale uitvoeringsorganisatie
Accepteert die inschrijver voorstel niet, dan toetsen bij de eerstvolgende inschrijver, enzovoortsRegionale uitvoeringsorganisatie
Na acceptatie van een inschrijver voorlopige toewijzing standplaatsRegionale uitvoeringsorganisatie
Voorlopige toewijzing communiceren met eigenaar standplaats (gemeente of corporatie)Regionale uitvoeringsorganisatie
Toets voor finale toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Definitieve toewijzing standplaatsEigenaar (gemeente of corporatie)
Verwijderen persoon toegewezen standplaats van de wachtlijstRegionale uitvoeringsorganisatie

N.B. Op grond van informatie van de Autoriteit Persoonsgegevens is een organisatie met meer dan 250 werknemers verplicht tot het inrichten van een verwerkingsregister in het kader van de AVG. Dit is bedoeld om ontvangen en te verwerken persoonsgegevens te beschermen. In dit register wordt onder meer vermeld de functionaris die de gegevens verwerkt, de betrokkenen (in casu woonwagenbewoners) en de organisaties waarmee de informatie wordt gedeeld (bijvoorbeeld corporaties). Er is een verwerkingsovereenkomst echter is deze niet sluitend voor deze systematiek.

4.3 Inschrijvers

4.3.1 Afstammeling

Het afstammingsbeginsel houdt in dat de ouders en grootouders van de inschrijver van generatie op generatie in een woonwagen wonen/moeten hebben gewoond. Er moet sprake zijn van een doorlopende, intensieve beleving van de woonwagencultuur. Dit kan worden aangetoond als volgt:

  1. De inschrijver vermeldt de adresgegevens van ouders en grootouders op het inschrijfformulier.
  2. De gemeente toetst vervolgens met behulp van BRP of ouders en grootouders in de periode 1968 tot 1977 op één van de vijftig regionale woonwagencentra (De toenmalige Woonwagenwet zag toe op centralisatie van woonwagenstandplaatsen. Woonwagenbewoners dienden zich te vestigen en in te schrijven op één van de vijftig woonwagencentra in Nederland) hebben gewoond.

Zo ja, de inschrijver is een afstammeling.

Zo nee, dan dient de inschrijver op andere manieren aan te tonen dat hij of zij een afstammeling is, bijvoorbeeld door het overleggen van eerder verstrekte vergunningen, akten of documenten waaruit adressen gekoppeld aan de ouders en grootouders afleidbaar zijn.

4.3.2 Geen afstammeling

Het staat eenieder vrij zich te registreren op de wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen op grond van de Wet gelijke behandeling, ook al is diegene geen afstammeling. Een gemeentelijke weigering tot inschrijving kan bij een goede onderbouwing gerechtvaardigd zijn op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, maar de Huisvestingswet 2014 biedt een uitputtende regeling voor woonruimteverdeling. In die wet is aan gemeenten niet de bevoegdheid gegeven om bepaalde woningzoekenden geheel uit te sluiten (Bron: Mr V.E.H. Moors, Senior juridisch adviseur en wetgevingsjurist BZK). Inschrijving is dus mogelijk voor iemand die geen afstammeling van een woonwagenbewoner is, maar toewijzing van een woonwagenstandplaats kan alleen geschieden op basis van de rangorde op de wachtlijst. In de puntensystematiek is hierin voorzien.

4.4 Registratie

4.4.1 Inschrijving
Nieuwe registraties

Om (als meerderjarige) in te schrijven, wordt gebruik gemaakt van een vastgesteld formulier, welk formulier via een regionaal web-portaal is te downloaden of op verzoek kan worden toegezonden in geval de aanvrager niet beschikt over de vaardigheden of mogelijkheden tot downloaden. Op het formulier is aangegeven welke bescheiden de inschrijver bij indiening van het formulier dient mee te zenden, zoals een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een recent uittreksel uit het bevolkingsregister met adreshistorie. De kandidaat- inschrijver ontvangt een bevestiging waarin melding wordt gemaakt van:

  • Nog ontbrekende gegevens, die binnen 2 weken na ontvangst dienen te worden ingezonden door de inschrijver; of
  • Het feit dat de aanvraag compleet is; en
  • Het feit dat zodra de aanvraag compleet is, de gemeente zal toetsen hoeveel eenmalige aanvangspunten aan de inschrijver worden toegekend; en
  • De factuur voor de kosten van inschrijving (zie 4.2).

Na de toetsing met positief resultaat van de inschrijving en ontvangst van de inschrijvingskosten ontvangt de inschrijver een bevestiging van deze inschrijving onder vermelding van het aantal toegekende eenmalige punten bij aanvang. Het vermelden van die eerste inschrijvingspunten biedt transparantie in de toepassing van de puntensystematiek maar geeft de inschrijver(s) geen inzicht over de plaats op de wachtlijst.

Op dit moment is een aantal woonwagenbewoners en spijtoptanten geregistreerd als standplaats zoekend bij Huren in Holland Rijnland (Bron: Forticon, Inventarisatie Woonbehoefte Woonwagenstandplaatsen). Met toestemming van de betreffende inschrijvers kunnen hun gegevens, inclusief opgebouwde wachttijd in de regionale wachtlijst worden geregistreerd. Eventueel ontbrekende gegevens worden opgevraagd bij de inschrijvers. Deze inventarisatie wordt verricht door Forticon.

4.4.2 Kosten

Woonwagenbewoners kunnen zich landelijk overal inschrijven op wachtlijsten. De ervaring leert dat door aan de inschrijving en verlenging van de inschrijving kosten te verbinden, inschrijvers meer bewuste keuzes maken, waardoor wachtlijsten minder worden “vervuild”. Aan de inschrijving zijn eenmalig en bij de jaarlijkse verlenging kosten verbonden. Indien inschrijvers bij Huren In Holland Rijnland zich willen registreren op de gemeentelijke wachtlijst, betalen zij vanaf 2022 jaarlijks verlengingskosten.

Overwogen kan worden dezelfde kostensystematiek te hanteren als bij:

  • de gemeente Alphen aan den In het Verhuurbeleid (2020) van deze gemeente is bepaald dat de eerste inschrijving € 35,00 kost en voor de verlenging van de inschrijving € 17,50;
  • Huren in Holland Rijnland. De kosten voor zowel de eerste inschrijving als de verlenging bedragen € 7,50. Landelijk worden diverse kosten gehanteerd voor inschrijving en verlenging. Enkele gemeenten, zoals Zoetermeer, rekenen geen kosten.

Het advies is om inschrijf- en verlengingkosten in lijn te houden met Huren in Holland Rijnland.

4.4.3 Wijziging en uitschrijving
Wijziging

De inschrijvers zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een wijziging van bijvoorbeeld het woonadres. De wachtlijstbeheerder is niet gehouden adresgegevens bij correspondentie te controleren op juistheid. Indien de inschrijver is verhuisd zonder berichtgeving aan de wachtlijstbeheerder, is hij/zij zelf verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan, wat kan leiden tot uitschrijving.

Uitschrijving

De registratie op de wachtlijst wordt geschrapt in de volgende gevallen:

  • Op eigen verzoek van de inschrijver.
  • Als de inschrijver een aangeboden woonwagenstandplaats accepteert en tot contractvorming is gekomen.
  • Als de inschrijver niet (tijdig) reageert (binnen 4 weken) op de vraag of hij of zij ingeschreven wil blijven.
  • Als de inschrijver de inschrijf- of verlengingskosten niet voldoet. De inschrijving wordt geschrapt voordat de deurwaarder wordt ingeschakeld (voorkomt onevenredige kosten).
  • Als de inschrijver is overleden. De ervaring leert dat familie dit meldt bij de betreffende gemeente. Zodra het overlijden formeel is aangegeven, kan de uitschrijving plaatsvinden. Indien het niet wordt gemeld, zal van het overlijden blijken indien betalingsverzoeken retour gemeente komen of niet worden voldaan. Indien het niet wordt gemeld, zal van het overlijden blijken indien betalingsverzoeken retour gemeente komen of niet worden voldaan.

De betreffende inschrijver (of zijn erven) ontvangt een schriftelijke bevestiging van de uitschrijving.

4.5 Rangorde (punten)

De rangorde van de inschrijvers op de wachtlijst wordt gebaseerd op het aantal toegekende punten. Diegene die bij Huren in Holland Rijnland heeft kenbaar gemaakt dat men alleen een standplaats zoekt (er zijn binnen het systeem van HiHR meerdere opties al dan niet in combinatie met standplaats) worden geregistreerd op de regionale wachtlijst, ontvangen bij aanvang eenmalig punten gebaseerd op de huidige woonsituatie, en 1 punt per maand dat ze bij Huren In Holland Rijnland staan geregistreerd.

Alle overige nieuwe inschrijvingen ontvangen bij aanvang punten conform de hieronder vermelde puntensystematiek. Vervolgens ontvangt de inschrijver na de maand van inschrijving 1 punt per maand. De inschrijver die geen afstammeling is, ontvangt 1 punt bij aanvang en 1 punt gedurende elk jaar van inschrijving. Dit draagt bij aan de waardering van het afstammingsbeginsel en de woonwagencultuur bij inschrijving op de wachtlijst.

In de communicatie attenderen we woonwagenbewoners om zich te melden als ze zich in het verleden hebben geregistreerd bij Huren in Holland Rijnland (HiHR). Dit om reden dat er in het verleden verschillende registraties zijn gedaan bij HiHR. Het registratiesysteem geeft niet aan wie van die geregistreerden woonwagenbewoner is. Het aantal geregistreerden die naast andere typen huisvesting ook ‘standplaats’ hebben aangevinkt is beduidend hoger dan het aantal woonwagenbewoners waardoor het ondoenlijk is om iedereen aan te schrijven. Vandaar dat er een oproep wordt gedaan tot melden van inschrijving. De gegevens van de melder kunnen dan vergeleken worden met de gegevens uit HiHR.

Het hieronder aangegeven puntensysteem gaat uit van de woonsituatie waarin de inschrijver zich op het moment van inschrijving bevindt, het betreft niet zijn gewenste voorkeur voor woonwagenlocatie. Indien zijn of haar woonsituatie wijzigt na inschrijving is dit niet van invloed op het aantal toegekende aanvangspunten. De door hem aangegeven voorkeur speelt (pas) een rol bij de toewijzing van een beschikbare standplaats.

Puntensysteem woonwagenstandplaatsenBij aanvang inschrijving
Inwonend kind woonwagen of woning
1a. Kind onafgebroken* inwonend op woonwagenlocatie in de regio;
b. Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode van 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond;
c. Kind van woonwagenouders wonende in de regio die wegens studie dan wel uit dwingende noodzakelijkheid tijdelijk elders woonachtig is.
100
2Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode tussen 10 en 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.85
3Kind, inwonend in reguliere woning in de regio maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode tussen 20 en 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.70
4Kind van woonwagenouders wonend in reguliere woning in de regio omdat ouders zijn verhuisd.60
Hoofdbewoner c.q. spijtoptant
5a. Wonend onafgebroken* op woonwagenlocatie in de regio
b. Wonend in reguliere woning in de regio.
50
6Wonend buiten de regio.10
Geen afstammeling
7Is geen afstammeling1

* een onafgebroken woonsituatie betekent dat de woonwagencultuur langdurig wordt geleefd enbeleefd en het leven op een woonwagenlocatie geen tijdelijk of incidenteel karakter heeft. De periode van 10 jaar sluit aan bij hetgeen in artikel 12A van de Huisvestingsverordening 2019 is vermeld (zie bijlage 3).

De wachtlijst kan worden ingericht met bekend geworden gegevens uit het registratiesysteem van Huren in Holland Rijnland, eventueel beschikbare gemeentelijke wachtlijsten en het behoefteinventarisatieonderzoek

(Forticon). Aanvullende gegevens zullen worden gevraagd bij de betreffende inschrijvers. Als peildatum voor het bepalen van de woonsituatie (momentopname) wordt aangehouden 1 september 2020, de start van het behoefteinventarisatieonderzoek. De reden is dat vanaf dat moment veel bewoners zich bewust zijn geworden van het feit dat inschrijving in een systeem noodzakelijk is om op enig moment in aanmerking te kunnen komen voor het bewonen van een standplaats.

4.6 Toewijzing bij verhuur

4.6.1 Aanbieding
Bestaande standplaats

Ingeval een bestaande standplaats vrij komt of een nieuwe standplaats aan een bestaande locatie wordt toegevoegd worden de volgende stappen doorlopen:

  • Aanbieding standplaats via Tipbericht van Holland Rijnland Wonen
  • Belangstellenden reageren met vermelding van eventuele familierelaties (1e en 2e graads) op de locatie waar de standplaats vrij komt.
  • Familierelaties worden gecontroleerd.
  • Belangstellenden die voldoen aan de familierelatie op die locatie ontvangen een vermenigvuldigingsfactor van 2 op de punten van de wachtlijst (zie voorbeeld bijlage 3).
  • Diegene met de meeste punten krijgt een voorlopige toewijzing (kandidaat-huurder).
  • De kandidaat-huurder levert de vereiste gegevens aan.
  • Gegevens worden akkoord bevonden.
  • De voorlopige toewijzing wordt omgezet in een definitieve toewijzing.
  • Voor zover de kandidaat-huurder niet akkoord gaat of diens gegevens worden niet akkoord verklaard dan krijgt diegene met de op een na hoogste punten een voorlopige toewijzing.
  • Diegene die een definitieve toewijzing krijgt, wordt uitgeschreven uit de wachtlijst.

Voor de Trien Semlerstraat in Leiden wordt, na afstemming met de klankbordgroep, maatwerk toegepast betreffende het toewijzen van standplaatsen.

Nieuwe locatie en standplaatsen

In het geval een nieuwe standplaats ter beschikking komt op een nieuwe locatie wordt dezelfde procedure doorlopen als bij een bestaande standplaats, echter dienen belangstellenden dan aan te tonen welke familie (1e en 2e graads) in dezelfde gemeente woonachtig is als waar de standplaats(en) beschikbaar kom(t)(en). De belangstellenden die familie in dezelfde gemeente hebben, krijgen in dat geval een vermenigvuligingsfactor van 2 op hun punten van de wachtlijst.

Aanvankelijk is het toepassen van een vermenigvuldigingsfactor voor standplaatsen op nieuwe locaties als niet gewenst benoemd. Voordeel is dat nieuwe locaties zo zuiver voor de hoogste ingeschrevene op de wachtlijst in aanmerking komen. Nadeel is dat hierdoor wel een mix van verschillende families op één locatie ontstaat. De klankbordgroep hecht waarde aan de respecteren van de primaire basis; het wonen in familieverband. Een mix van families past niet bij die basis. Het advies van de klankbordgroep van woonwagenbewoners wordt voor nu gevolgd. Wel zal met de adviescommissie evaluatie plaatsvinden over het toepassen van de vermenigvuldigingsfactor.

De belangstellende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Het wonen in familieverband is veelal leidend voor een belangstellende in zijn keuze om een aangeboden woonwagenstandplaats te aanvaarden of af te wijzen. Op de wachtlijst wordt van die afwijzing en de reden daarvoor een aantekening gemaakt bij die belangstellende.

Er vindt een voorlopige toewijzing plaats op basis van getoonde belangstelling aan de kandidaat-huurder onder de volgende voorwaarden:

  • De belangstellende heeft het hoogst aantal punten. Zijn er belangstellenden met een gelijk aantal (hoogste) punten, dan wordt de belangstellende die het langst geregistreerd staat aangewezen als kandidaat-huurder. Wanneer er sprake is van gelijke registratietijden, zal de belangstellende met de hoogste leeftijd worden benaderd. Ook hier kan sprake kan zijn van gelijkheid (bijvoorbeeld bij een tweeling). In dat geval zal een commissie van afgevaardigden woonwagenbewoners de uiteindelijke beslissing nemen over de toewijzing. (Deze commissie dient nog te worden opgericht. Deze zal, in samenspraak met de klankbordgroep, worden bepaald.)
  • De belangstellende heeft niet het hoogst aantal punten, maar de belangstellende(n) met meer punten komt (komen) niet in aanmerking voor de aangeboden woonwagenstandplaats of ziet (zien) ervan af.
  • Het inkomen van de kandidaat-huurder is voldoende om de woonlasten te kunnen betalen.

De beheerder van de wachtlijst bericht de kandidaat-huurder dat die woonwagenstandplaats aan hem of haar wordt toegewezen onder voorbehoud van contractvorming.

In bijlage 2 zijn de keuzes bij toewijzing in een stroomschema weergegeven.

In bijlage 3 is een aantal (fictieve) voorbeelden vermeld om de toepassing van toewijzing te duiden.

Voor vrijkomende woonwagenstandplaatsen die nog in eigendom van de gemeente zijn, dient een keuze gemaakt te worden of deze verkocht kunnen worden aan woonwagenbewoners (zie verkoop). Vrijvallende standplaatsen die in eigendom zijn van de corporaties komen niet voor verkoop in aanmerking, tenzij daarover met de corporatie afspraken worden gemaakt (prestatieafspraken). Uit de wachtlijstopstelling gaat blijken het volume aan gewenste koopplaatsen. In overleg tussen corporatie en HR/gemeenten wordt dan aantal koopplaatsen bepaald. Op basis daarvan kan ook beleid worden ingericht (zie 3.7).

Huurwoonwagen

Op de wachtlijst kunnen inschrijvers aangeven of zij in aanmerking wensen te komen voor een huurwoonwagen. Indien een woonwagenstandplaats zou worden toegewezen aan een inschrijver met deze wens, rijst onmiddellijk de vraag over de kosten voor realisatie van een woonwagen en de onrendabele top op de exploitatie vanwege de kortere levensduur van een woonwagen9, waarbij de realisatiekosten kunnen oplopen vanwege wetgeving op het gebied van energievoorziening (bijvoorbeeld gasloos).

Echter, in de Woningwet zijn woonwagenstandplaatsen en woonwagens erkende woonvormen. Dit betekent dat huurders dezelfde rechten hebben als huurders van reguliere woningen. En dat houdt weer in dat de eigenaar/verhuurder vanuit het mensenrechtelijk kader dient te voorzien in onder meer passende woonruimte voor zijn (kandidaat-)huurders (of kopers).

Corporaties hebben tot taak te voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners voor zover zij qua inkomen tot de doelgroep van de corporaties behoren. In de prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties kunnen afspraken worden gemaakt over de realisatieverplichting van huurwoonwagens en de gewenste omvang en kwaliteit ervan.

Kortom, uit wet- en regelgeving (Woningwet) vloeit voort dat een financieel voorbehoud geen argument is om een nog te realiseren huurwoonwagen af te wijzen bij toewijzing. Een en ander is recent vermeld in de publicatie van de VNG “Wegwijzer gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid”.

Geen afstammeling

Degenen die geen afstammeling zijn, maken weinig kans op toewijzing, omdat zij erg beperkt punten toegekend krijgen. Strikt genomen is het mogelijk dat een niet woonwagenbewoner een gang naar de rechter maakt en de reële verkrijging van een woonwagenstandplaats eist.

De kans is echter niet aannemelijk dat de rechter daarmee instemt, mits:

  • De toewijzingsregels zijn onderbouwd op basis van:
    • Legitimiteitseis: het doel van het onderscheid moet zwaarwegend zijn en mag op zichzelf niet discriminerend zijn.
    • Effectiviteitseis: de middelen die zijn gekozen om het doel te bereiken, moeten daartoe geschikt zijn en beantwoorden aan een werkelijke behoefte.
    • Proportionaliteitseis: een belangenafweging moet zijn gemaakt, waarbij de beoogde belangen zwaarder moeten wegen dan die van de getroffen personen of groepen;
    • Subsidiariteitseis: hetzelfde doel moet niet op een andere – minder onderscheid makende – wijze kunnen worden bereikt.
  • Geoorloofd onderscheid wordt gemaakt (culturele identiteit/afstammingsbeginsel).
  • Niemand wordt uitgesloten (een niet woonwagenbewoner mag zich ook inschrijven, al is de kans klein dat hij of zij ooit in aanmerking komt voor een woonwagenstandplaats).
Adviescommissie

Voorgesteld wordt, mede op verzoek van de klankbordgroep, om de systematiek van en het proces om te komen tot toewijzingen te bespreken in een nog op te stellen adviescommissie waar vertegenwoordigers van Holland Rijnland Wonen, de wachtlijstbeheerder en afvaardiging van woonwagenbewoners zitting in hebben. Op deze wijze krijgen alle partijen vertrouwen in het toepassen van de nieuwe werkwijze en kunnen eventuele ommissies in het proces worden aangepast.

De adviescommissie ware daartoe op te nemen in de huisvestingsverordening.

4.6.2 Contractvorming

Op basis van het ROZ model Huurovereenkomst Woonruimte of een eigen gestandaardiseerd model wordt een contract met de kandidaat-huurder gesloten. Overwogen kan worden geen contract te sluiten als:

  • Kandidaat-huurder nog geen 23 jaar is en ook een huurwoonwagen moet worden aangeboden (in verband met beperkte huurtoeslagmogelijkheden (Bron: Belastingdienst/Toeslagen/Huurtoeslag).
  • Kandidaat-huurder niet kan voldoen aan de financiële huurverplichtingen.
  • Kandidaat-huurder geen onherroepelijke omgevingsvergunning verkrijgt voor het plaatsen van een woonwagen. Hiervoor kan een bepaalde termijn gesteld worden. De uitgegeven standplaats moet wel daadwerkelijk bewoond gaan worden.

Komt het niet tot contractvorming, dan bericht de beheerder van de wachtlijst de kandidaat-huurder dat de voorlopige toewijzing is ingetrokken en dat de kandidaat-huurder weer als woningzoekende op de wachtlijst blijft ingeschreven met behoud van het aantal opgebouwde punten. Wordt een huurovereenkomst met de kandidaat-huurder gesloten, dan wordt de inschrijving op de wachtlijst geschrapt.

Aandachtpunt

Bij het opstellen van de wachtlijst en toekennen van punten wordt geen onderscheidt gemaakt in de gezinssituatie. Of een standplaatszoekende alleenstaand is of dat hij of zij een gezin al dan niet met kinderen heeft doet voor de wachtlijst en puntentoekenning niet terzake.

Dit onderscheidt wordt wel gemaakt bij standplaats toewijzing. Slechts in Leiden op het Trekvaartplein zijn enkele plaatsen beschikbaar voor éénpersoonshuishoudens.

De discussie die ook landelijk gevoerd wordt (laatstelijk in de 2e kamercommisie Biza ‘standplaatsenbeleid’ van 15/9/2021) is dat het product dermate specifiek en schaars is en de cultuur in familieverband wordt beleeft en men op jonge leeftijd samenwoont dat het onderscheid in toewijzing tussen één-of meerpersoonshuishoudens niet meer gemaakt zou moeten worden.

4.7 Verkoop

Het kopen van een standplaats is een recht, geen plicht. Ook al zou de kandidaat-bewoner meer inkomsten genieten dan de sociale huurgrens, dan mag deze kandidaat-huurder vasthouden aan het huren van een standplaats. Dit is een belangrijke afweging bij het vrijkomen van een standplaats, die door de gemeente aan een kandidaat-bewoner wordt toegewezen. Indien de kandidaat-bewoner wil huren, is aan te raden deze standplaats over te hevelen naar de corporatie. Indien de kandidaat-bewoner behoort tot de sociale doelgroep plaats de corporatie een woonwagen. Dit is voor de corporatie fiscaal aantrekkelijk omdat bij verhuur van een standplaats en een woonwagen de btw aftrekbaar is. Verhuurt de corporatie (of de gemeente) alleen een standplaats, dan is de btw niet aftrekbaar. Het in eigendom nemen van uitsluitend een standplaats is een bespreekpunt met de corporatie.

4.7.1 Verkoop door corporatie

Woningcorporaties moeten zorgen voor huurwoningen voor mensen met lagere inkomens (Woningwet). Tot huurwoningen behoren woonwagenstandplaatsen en woonwagens, onderdeel van het zogenoemde DAEB bezit (Diensten van Algemeen Economisch Belang). Tachtig procent van hun betaalbare woningen moeten ze toewijzen aan huishoudens onder een bepaalde inkomensgrens. Voor die kandidaat-huurders waar uit de inkomenstoets blijkt dat het inkomen boven die grens uitkomt kan de corporatie een keuze maken tussen verkoop van de standplaats of de kandidaat-huurder schakeren onder de 10% vrije toewijzing (inkomsens boven de €44.655 (prijspeil 2021). In het geval verkoop mogelijk is, is het uiteindelijk een keuze van de kandidaat-huurder.

4.7.2 Verkoop door gemeente
Wens van de bewoner of kandidaat-bewoner

Vrijgekomen standplaatsen kunnen door de gemeente (eigenaar) worden verkocht aan inschrijvers van de wachtlijst. Van belang is het borgen van het afstammingsbeginsel, het leven in familieverband en het voorkomen van opkoop van meerdere standplaatsen door 1 persoon of verrijking na aankoop. Aan te raden is door het gemeentebestuur specifieke verkoopvoorwaarden vast te stellen.

Voorwaarden voor verkoop zijn bijvoorbeeld:

  • Verkoop aan particuliere koper;
  • Koper zorgt zelf voor een woonwagen;
  • Verkoopwaarde vastgesteld op basis van taxatie;
  • Bij bestaande standplaats accepteert koper de standplaats in de staat waar deze zich op dat moment bevindt;
  • Bodemonderzoek en asbestonderzoek voor rekening van eigenaar;
  • Signalering aan koper dat hij zelf verantwoordelijk is voor omgevingsvergunningen voor die opstallen die niet tot de standplaats behoren;
  • Geen huurschuld of andere openstaande vorderingen;
  • Anti-speculatiebeding minimaal 10 jaar (om prijsopdrijving te voorkomen);
  • Kwalitatieve verplichting afspreken dat alleen doorverkoop aan afstammeling mag plaatsvinden. Eerste 10 jaar toestemming eigenaar in geval dit de gemeente is;
  • Bibob toets koper (indien vastgesteld in beleid).
Bij overlijden van de huurder

Komt een standplaats vrij door overlijden van een huurder, dan is het erfrecht van toepassing. De erven van de huurder moeten binnen zes maanden na het overlijden van hun familielid de standplaats leeg en ontruimd opleveren. Erven hebben geen recht op huur of koop van die standplaats. Immers de vrijgekomen standplaats wordt op basis van de rangorde van de wachtlijst toegewezen. De opvolgend bewoner kan met de erven in gesprek treden over het kopen van de woonwagen van de familie. Leidt dit niet tot resultaat, dan dienen de erven de woonwagen te verwijderen van de standplaats. Gezien de schaarste op de markt is de kans erg groot dat deze woonwagen snel kan worden verkocht.

4.7.3 Ruilen van standplaats

Naast toewijzing van niet verhuurde standplaatsen kunnen bewoners ook woningruil toepassen. Voorbeelden zijn van standplaats naar standplaats en van woning naar standplaats.

In het geval dat ruiling geschiedt tussen standplaatsbewoners raakt dit de werking van de bepalingen uit deze nota niet. Het is dan wel zaak dat de beheerder van de wachtlijst en de adviescommissie worden betrokken zodat zicht blijft op de familieverbanden.

Ruilen tussen woonwagenbewoners van een reguliere woning met een standplaatsbewoner raakt de werking van deze nota wel. Zeer zeker als de huurder van de reguliere woning is opgenomen in de wachtlijst. De klankbordgroep wenst voor die gevallen waarin zich dit voor doet aanvullende regels opgesteld te zien.

Deze regels zijn:

  • Huurder van standplaats verzoekt verhuurder tot woningruil.
  • Verhuurder informeert beheerder wachtlijst over verzoek.
  • De beheerder schakelt adviescommissie in.
  • Adviescommissie geeft advies.
  • Verhuurder neemt besluit wel of niet akkoord.
  • Staat diegene die verhuist van woning naar standplaats op de wachtlijst dan worden diens punten geschrapt.
  • Diegene die verhuist van standplaats naar woning behoudt de eventuele wachtlijstpunten.
  • Staat diegene die verhuist naar een woning niet op de wachtlijst dan vindt inschrijving eerst plaats nadat de verhuizing administratief heeft plaatsgevonden.

De randvoorwaarden bij een dergelijke ruiling zijn:

  • Ruilen alleen tussen 1e graads familie.
  • Vind ruiling plaats naar een huurwoonwagen dan is de inkomensnorm van toepassing.
  • De huurprijs van de standplaats wordt geactualiseerd aan het geldend puntenstelsel.

5 Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

In deze verordening, vastgesteld op 1 juli 2019 en werkende tot 1 juli 2023, zijn in artikelen 8 en 12A specifieke bepalingen vermeld voor standplaatsen. De Huisvestingsverordening dient te worden aangepast op basis van hetgeen is vastgesteld ten aanzien van de wachtlijst- en toewijzingssystematiek. Dit kan door een hoofdstuk toe te voegen aan de Huisvestingsverordening, specifiek voor woonwagenstandplaatsen. Een voorbeeld van dit hoofdstuk is als bijlage 4 aan deze Nota toegevoegd.

Advies: Artikel 12A schrappen en het nieuwe hoofdstuk toe te voegen aan de Huisvestingsverordening.

NB Hardheidsclausule

In artikel 34 van deze verordening is een hardheidsclausule opgenomen, die voor wat betreft die gevallen en situaties die lastig zijn in te passen en te interpreteren binnen de systematiek van de wachtlijst, puntentelling en toewijzing, uitkomst kan bieden. Het Dagelijks Bestuur en de urgentiecommissie nemen over die gevallen een besluit in afwijking van de deze verordening.

6 Draagvlak

In overleg met beleidsadviseurs Wonen van Holland Rijnland zijn de voorlopige uitgangspunten geformuleerd, zodat deze konden worden voorgelegd aan een afvaardiging van woonwagenbewoners uit Holland Rijnland en de betrokken corporaties. Forticon heeft namens de gemeenten inmiddels gesproken met een klankbordgroep van bewoners. Tijdens de drie gespreksrondes volgt dat de klankbordgroep de uitgangspunten omtrent wachtlijst- puntensystematiek en toewijzing omarmd. De klankbordgroep heeft aangegeven te hechten aan het blijven leven in familieverband op de bestaande locaties. Indien daar een standplaats vrij komt, verdient het aanbeveling, aldus de bewoners, toe te wijzen aan diegene die er familie heeft wonen. Dit kan geschieden door het aantal punten van een inschrijver te verdubbelen indien er sprake is van een daar wonend familielid in de eerste of tweede graad. Dit uitgangspunt is verwerkt in het voorstel van de toewijzingsregels in hoofdstuk VI (bijlage 4)

De wijziging van de Huisvestingsverordening wordt ter inspraak gelegd. Het streven is de aangepaste Huisvestingsverordening eind 2021 vast te stellen in het AB van Holland Rijnland. Verwacht wordt dat in het vierde kwartaal van 2021 de wachtlijst kan worden geïmplementeerd.

7 Planning

In overleg met de ambtelijk opdrachtgever zal de planning worden vastgesteld en bewaakt.

Bijlage 1 – Eigendomssituatie

GemeenteLocatiesLocatie naamLocatie adressenAantalStandplaatsen eigendom gemeenteStandplaatsen eigendom corporatiesStandplaatsen eigendom bewoner/derdeWoonwagens eigendom gemeenteWoonwagens eigendom corporatiesWoonwagens eigendom bewoner/derdeWoonwagens eigendom onbekend
Hillegom1Eikenlaan 80, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 9483535
Kaag en Braassem2LeimuidenRaadhuislaan 52,54,56,5850415
Kaag en BraassemWoonwagenlocatieNoordveenweg 41
Kaag en BraassemNieuwe Wetering
Katwijk3Veldzicht 324231024
KatwijkKleipettenlaan 37, 39, 41, 43 en 45
KatwijkZuideinde 1A, 1B, 1C, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Leiden3WoonwagenlocatieTrekvaartplein, Muzikantenstraat, Reizigersstraat, Rollenstraat,133107643107544
LeidenTrekvaartpleinRollemanstraat, Bezembinderstraat, Stoelenmatterstraat
LeidenWoonwagenlocatieTiberiusstraat, Consulstraat, Hadrianusstraat, Senaatstraat
LeidenRoomburg
LeidenTrien SemlerstraatTrien Semlerstraat 1 t/m14
Leiderdorp1Persant Snoepweg 5, 7, 9, 11, 13, 15 en 17777
Lisse1Regenboogplein 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11113811
Nieuwkoop4W.P. Speelmanweg 25A, 25B, 25C NVN, Blaasbalg 48, 50, 52 NKP,Handelsweg 10, 12, 14 NKP, Oude Kerkpad 2W1, 2W2, 2W3, 2W414950210
NieuwkoopTAR Korteraar
Noordwijk1Maandagsewetering 44 t/m 58, (even nummers), 2211 WV Noordwijkerhout888
Oegstgeest1Haaswijklaan 502, 504, 506, 508, 510, 512, 514, 516, 518999
Teylingen3Burgemeester Ketelaarstraat 25a en 25b Warmond, Valkruidstraat 1, 3 en 5 Voorhout, Weltevreden 1, 3, 5 en 7 Sassenheim9927
Voorschoten1Leidseweg 514111
Zoeterwoude1Molenpad 2 en 62211
Totaal1Subtotalen691015713801259

Standplaatsen: Waarvan 18 in erfpacht uitgegeven; Waarbij 4 niet in gebruik zijn (herinrichting)

Bijlage 2 – Stroomschema toewijzing

Stroomschema toewijzing
Stroomschema toewijzing

In bovenstaand stroomschema dient voor vermelde 30 punten, de in overleg met de klankbordgroep besproken 50 punten gelezen te worden.

Bijlage 3 – Fictieve voorbeelden toewijzing

NrInwonend kind woonwagen of woningStartTijdens inschrijvingTotaal
1(a) Kind woont op de locatie en is 2 jaar ingeschreven.10024124
1(b) Ouders 7 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Inwonend kind (23 jaar) is 3 jaar ingeschreven.10036136
1(b) Kind woont op de locatie maar studeert in Groningen en is 4 jaar ingeschreven.10048148
2Ouders zijn 15 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.8596181
3Ouders zijn 22 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.7096166
4Ouders zijn 31 jaar geleden van standplaats naar woning verhuisd. Iinwonend kind (28 jaar) is 8 jaar ingeschreven.6096156

Uit de puntentoekenning van punt 2 tot en met 4 blijkt dat bij gelijke gevallen de kinderen die recentere binding hebben met de cultuur voorrang hebben.

Nr.Hoofdbewoner c.q. spijtoptantStartTijdens inschrijvingTotaal
5(a) Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont op een standplaats in de regio en is 4 jaar ingeschreven.504898
5(b) Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont in een woning in de regio en is 8 jaar ingeschreven.5096146
6Woonwagenbewoner (niet zijnde inwonend kind) woont op een standplaats buiten de regio en is 4 jaar ingeschreven.104858

Zelfstandig wonende woonwagenbewoners ontvangen punten op basis van het wonen op een standplaats of wonen in een woning. Het onderscheid wordt gemaakt voor woonwagenbewoners die wonen op een woonwagenlocatie of een reguliere woning in of buiten de regio.

Nr.Geen afstammelingStartTijdens inschrijvingTotaal
7Niet woonwagenbewoner heeft zich 10 jaar ingeschreven.11011

Omdat niet afstammelingen gedurende de jaren zeer weinig punten opbouwen, zullen deze niet in aanmerking komen voor bewoning van een standplaats, tenzij aan alle overige inschrijvers van de wachtlijst een standplaats is toegewezen en er geen (inwonende) kinderen, bewoners (afstammelingen), spijtoptanten of andere afstammelingen zich meer inschrijven.

Uitgewerkt voorbeeld toewijzing

In de systematiek is uitgegaan van gelijke kansen voor alle woonwagenbewoners binnen de regio. Wel is op verzoek van de klankbordgroep prioriteit gegeven aan inwonende kinderen. In de systematiek is opgenomen de familiaire binding. Hieraan wordt uiting worden gegeven door een vermenigvuldigingsfactor toe te passen bij toewijzing van een vrijgekomen of nieuw gerealiseerde standplaats op een bestaande locatie.

InschrijverTotaal puntenWoont op locatieHeeft er familie 1ste of 2e graadsFamiliefactor (x2)Resultaat voor toewijzing
1A170NeeNeeNee170
2B165NeeNeeNee165
3C162JaNeeNee162
4D155NeeNeeNee155
5E140NeeJaJa280
6Enz.

Toewijzing aan inschrijvers wachtlijst met familiefactor

A tot en met D behouden, na toewijzing aan E, het door hen opgebouwde punten. E wordt na toewijzing uitgeschreven uit de wachtlijst. Deze systematiek is geformuleerd op basis van geuite wensen van de klankbordgroep (bewoners).

Bijlage 4 – Wijziging Huisvestingsverordening

Wijziging van artikel 8 (Aanvraag van een huisvestingsvergunning)/Schrappen van lid 3, thans luidend:

  1. Voor de aanvraag van een woonwagenstandplaats dienen tevens de volgende documenten te worden overlegd:
    1. gegevens uit de Basisregistratie Personen met betrekking tot het adres van herkomst;
    2. gegevens met betrekking tot het adres, met aanduiding van huisnummer en gewenste locatie van de standplaats;
    3. een onherroepelijke omgevingsvergunning voor het oprichten van de woonwagen of het chalet van de aanvrager, indien geen woonwagen of chalet reeds op de standplaats aanwezig is.

Schrappen artikel 12A (Rangordebepaling woonwagenbewoners), thans luidend:

  1. In afwijking van artikel 12 geldt bij de toewijzing van een standplaats op een woonwagenlocatie de volgende volgorde:
  1. kinderen of kleinkinderen, ingeschreven als woningzoekende, die nog op de betreffende woonwagenlocatie bij hun (groot)ouders of andere eerste- of tweedegraads familie inwonen. Deze kinderen of kleinkinderen moeten volgens de Basisregistratie personen nog op de betreffende woonwagenlocatie inwonend zijn bij hun eerste- of tweedegraads familie. Een briefadres geldt hierbij niet als woonadres;
  2. de woningzoekende die een standplaats huurt op de betreffende locatie en wil doorschuiven naar een vrijkomende standplaats op dezelfde locatie, onder de voorwaarde dat de eigen standplaats vrijkomt;
  3. woningzoekende die de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op de locatie heeft gewoond of naar verhouding zoveel korter indien de betreffende woonwagenlocatie nog geen tien jaar bestaat;
  4. woningzoekende die de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op een woonwagenlocatie binnen de regio Holland Rijnland heeft gewoond;
  5. woningzoekende die in de afgelopen tien jaar minimaal zes jaar aaneengesloten op een woonwagenlocatie elders in Nederland heeft gewoond;
  6. overige woningzoekenden;

Artikel 27 Regionaal register standplaatszoekenden

  1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanleggen en bijhouden van een regionaal register voor standplaatszoekenden;
  2. In het register van standplaatszoekenden worden op hun verzoek als standplaatszoekenden ingeschreven de huishoudens die voldoen aan de volgende voorwaarden:
    1. de aanvrager is 18 jaar of ouder;
    2. de leden van het huishouden bezitten de Nederlandse nationaliteit dan wel beschikken over een geldige verblijfstitel in Nederland;
    3. het inschrijvingsformulier is correct en volledig ingevuld, inclusief de daarin gevraagde
  3. Inschrijving als standplaatszoekende kan ook ambtshalve
  4. Het regionale register vermeldt de standplaatszoekenden met aantal punten, inschrijfduur en rangorde voor toewijzing.
  5. De standplaatszoekende betaalt aan de houder en beheerder van het register voor standplaatszoekenden voor inschrijving in het register standplaatszoekenden een bedrag van € 7,50 [nog te besluiten]. Na het eerste jaar van inschrijving is de standplaatszoekende aan die gemeente voor jaarlijkse verlengingskosten voor de inschrijving € 7,50 [nog te besluiten] verschuldigd.

Artikel 28 Inschrijving

  1. De aanvraag voor een standplaats wordt schriftelijk ingediend bij de beheerder van het register voor standplaatsen met behulp van een vastgesteld inschrijvingsformulier.
  2. Bij een aanvraag voor een standplaats legt de aanvrager de volgende gegevens over:
    1. een historisch uittreksel (adresoverzicht) uit de gemeentelijke basisadministratie;
    2. zo nodig andere bescheiden die door de beheerder van het register voor standplaatsen voor beoordeling van de aanvraag nodig geoordeeld worden.
    3. De beheerder van het register voor standplaatsen bepaalt of de standplaatszoekende voldoet aan de voorwaarden in artikel 27, tweede en vijfde lid, en gaat over tot inschrijving in het register indien aan deze voorwaarden is voldaan.

Artikel 29 Bewijs van inschrijving

  1. De beheerder van het register voor standplaatsen verstrekt aan standplaatszoekenden die zijn ingeschreven een bewijs van inschrijving waarop de volgende gegevens worden vermeld:
    • naam van de aanvrager;
    • adresgegevens;
    • inschrijvingsdatum;
    • aantal toegekende punten bij inschrijving.
  2. Als datum van inschrijving geldt de datum waarop aan de voorwaarden in artikel 27, tweede en vijfde lid, is voldaan.
  3. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van inschrijving in het register de datum waarop de aanvraag is
  4. Als datum van een ambtshalve inschrijving geldt de datum waarop de standplaatszoekende aan de voorwaarden in artikel 27, tweede lid, onder a en b, en vijfde lid, voldoet en de beheerder van het register voor standplaatsen de standplaatszoekende heeft ingeschreven.

Artikel 30 Geldigheidsduur van inschrijving in het register van standplaatszoekenden

  1. De inschrijving in het register van standplaatszoekenden blijft behoudens het gestelde in artikel 32 één jaar geldig.
  2. De inschrijving wordt beëindigd tenzij de standplaatszoekende binnen 4 weken na aanschrijving aan de beheerder van het register voor standplaatsen kenbaar heeft gemaakt dat deze de inschrijving in het register van standplaatszoekenden wil behouden.

Artikel 31 Wijziging van inschrijving in het register

  1. Een ingeschrevene dient een wijziging van gegevens, zoals woonadres, onverwijld door te geven aan de beheerder van het register voor standplaatsen.
  2. De ingeschrevene als bedoeld in het eerste lid wordt de beheerder van het register voor standplaatsen van de wijziging van inschrijving schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 32 Doorhaling van inschrijving

  1. De beheerder van het register voor standplaatsen haalt een inschrijving door in het register van standplaatszoekenden indien:
    1. de standplaatszoekende daarom verzoekt;
    2. de standplaatszoekende een standplaats (elders) krijgt toegewezen en deze accepteert;
    3. De standplaatszoekende door woningruiling van een reguliere woning naar een standplaats (elders) krijgt toegewezen en deze accepteert;
    4. de standplaatszoekende al dan niet opzettelijk foutieve gegevens verstrekt heeft bij de inschrijving of verzuimd heeft belangrijke wijzigingen bijtijds door te geven;
    5. de standplaatszoekende niet reageert op een aanschrijving van de beheerder van het register voor standplaatsen aangaande de inschrijving, waaronder de betalingsverplichting, of bedoeld als een controle op de inschrijving in het register, binnen vier weken na de datum van de aanschrijving;
    6. de standplaatszoekende komt te overlijden;
    7. Ingeschrevenen als bedoeld in het eerste lid worden door de beheerder van het register voor standplaatsen van de doorhaling van inschrijving schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 33 Rangorde en toewijzing standplaats

  1. Bij opname in de wachtlijst geldt de volgende rangorde. De inschrijver is ingeschreven in het register van standplaatszoekenden en:
    1. Is een kind van een woonwagenbewoner, onafgebroken inwonend op een woonwagenlocatie in de regio; of
    2. Is een kind van een woonwagenbewoner, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en binnen een periode van 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond; of
    3. Is een kind van woonwagenouders wonende in de regio die wegens studie dan wel uit dwingende noodzakelijkheid tijdelijk elders woonachtig is.
    4. Is een kind van een woonwagenbewoner, inwonend in een reguliere woning in de regio, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en heeft binnen een periode tussen 10 en 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.
  • Is een kind van een woonwagenbewoner, wonend in een reguliere woning in de regio, maar geboren en getogen op een woonwagenlocatie en heeft binnen een periode tussen 20 en 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie gewoond.
  1. Is een kind van een woonwagenbewoner, wonend in een reguliere woning in de regio, omdat de ouders zijn verhuisd.
  2. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die onafgebroken op een woonwagenlocatie in de regio woont, of
  3. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die in een reguliere woning in de regio woont.
  4. Is een afstammeling van een woonwagenbewoner die buiten de regio
  5. Is geen afstammeling van een woonwagenbewoner.
  1. De beheerder van het register voor standplaatsen kent punten aan ingeschreven standplaatszoekenden toe op basis van een puntensysteem, welke punten als volgt zijn opgebouwd:
  2. 100 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub I (A of B of C) behorende categorie;
  3. 85 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub II behorende categorie;
  4. 70 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub III behorende categorie;
  5. 60 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub IV behorende categorie;
  6. 50 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub V (A of B) behorende categorie;
  7. 10 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub VI behorende categorie;
  8. 1 aanvangspunten ten tijde van inschrijving, behorend tot de in dit artikel, lid 1, sub VII behorende
  9. Na de maand van inschrijving ontvangt elke ingeschrevene 1 punt per maand (categorie I t/m VI). De inschrijver die geen afstammeling is van een woonwagenbewoner ontvangt voor elk jaar van inschrijving 1 punt (categorie VII).
  10. Toewijzing van een standplaats vind plaats aan diegene die:
    1. Zijn/haar belangstelling kenbaar maakt op basis van een aanbieding via Tipbericht van Holland Rijnland Wonen;
    2. Daarbij aangeeft of er 1e of 2e graads familie woont op de locatie waar de aangeboden standplaats zich bevind, dan wel aangeeft of in geval van een standplaats op een nieuwe locatie aangeeft of er 1e of 2e graads familie woont in de woonplaats waar de betreffende standplaats wordt aangeboden;
    3. Het hoogste aantal punten heeft op de wachtlijst;
      1. Om de systematiek van en het proces om te komen tot de toewijzingen te monitoren wordt een adviescommissie ingesteld waar vertegenwoordigers van Holland Rijnland Wonen, de wachtlijstbeheerder en afvaardiging van woonwagenbewoners zitting in hebben. Op deze wijze krijgen alle partijen vertrouwen in het toepassen van de nieuwe werkwijze en kunnen eventuele ommissies in het proces worden aangepast.
        1. Waarbij geldt dat de punten van de wachtlijst worden verdubbeld ingeval:
          1. Bij bestaande standplaats of nieuwe standplaats op bestaande locatie: De belangstellende 1e of 2e graads familie heeft op de locatie waar de standplaats wordt aangeboden.
          2. Bij een nieuwe standplaats op een nieuwe locatie: de belangstellende 1e of 2e graads familie heeft in de gemeente waar de standplaats wordt aangeboden.
          3. Verder voldoet aan de geldende voorwaarden.
          4. De standplaats accepteert.
        • Bij een gelijk aantal punten vindt toewijzing plaats aan de belangstellende met de langste inschrijftijd. Wanneer er sprake is van gelijke inschrijftijden, zal de belangstellende met de hoogste leeftijd worden Ook hier kan sprake kan zijn van gelijkheden (bijvoorbeeld bij een tweeling). In dat geval zal een commissie van afgevaardigden woonwagenbewoners de uiteindelijke beslissing nemen over de toewijzing.

Artikel 34 Ruilen van standplaats

  1. Ruilen van huisvesting tussen huurders waarbij beide huurders een standplaats huren heeft geen gevolgen voor de eventueel door die huurders opgebouwde punten van de wachtlijst. Wel worden aan deze ruil de volgende voorwaarden verbonden:
    • Huurders stellen de verhuurder(s) in
    • De verhuurder(s) stelt de beheerder van de wachtlijst in
    • De beheerder vraagt advies aan de sadviescommissie (art.33, lid 5)
    • Verhuurder(s) doet uitspraak over ruilverzoek en stelt tevens beheerder van de wachtlijst

in kennis van de uitspraak.

  1. Ruilen van huisvesting tussen huurders waarbij de ene partij verhuist van een standplaats naar een reguliere woning en vise versa geschiedt onder de volgende voorwaarden:
    • Huurder van standplaats verzoekt verhuurder tot
    • Verhuurder informeert beheerder wachtlijst over
    • De beheerder schakelt adviescommissie
    • Adviescommissie geeft
    • Verhuurder neemt besluit wel of niet
    • Staat diegene die verhuist van woning naar standplaats op de wachtlijst dan worden diens punten geschrapt (opnemen in opsomming lijst ‘doorhaling’ art. 32)
    • Diegene die verhuist van standplaats naar woning behoudt de eventuele
    • Staat diegene die verhuist naar een woning niet op de wachtlijst dan vindt inschrijving eerst plaats nadat de verhuizing administratief heeft plaatsgevonden.

De aan de ruiling verbonden randvoorwaarden zijn:

  • Ruilen kan alleen tussen 1e graads
  • Vindt ruiling plaats naar een huurwoonwagen dan is de inkomensnorm sociale huur van

De huurprijs van de standplaats wordt geactualiseerd aan geldend puntenstelsel.

Artikel 35 Hardheidsclausule

Daar waar de toepassing van de regels van hoofdstuk VI leidt tot onvoorzien en onredelijk nadelig gevolg voor de standplaatszoekende kan op verzoek en advies van de adviescommissie (art.33, lid 5) het Dagelijks Bestuur en de urgentiecommissie een besluit nemen in afwijking van de deze verordening.

Toelichting

Met invoeging van hoofdstuk VI wordt voorzien in de toewijzing van standplaatsen door middel van huisvestingsvergunningen. Het beschikken over passende regels voor de toedeling van deze vorm van woonruimte dient, net als andere vormen van woonruimte, te berusten op de wet. Anders dan de reguliere woonruimte moet de toewijzing van standplaatsen ook voldoen aan de mensenrechtelijke eisen die onder andere volgen uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) en de oordelen van het College voor de Rechten van de Mens (EHRM 27 mei 2004, nr. 66746/01 (Connors/VK); EHRM 17 oktober 2013, nr. 27013/07 (Winterstein/Frankrijk); EHRM 18 januari 2001, nr. 27238/95 Chapman/VK; EHRM 8 december 2009, nr. 49151/07 (Munos Diaz/Spanje). Uit de jurisprudentie van het EHRM volgt onder meer dat de overheid een positieve verplichting heeft om de identiteit en de levensstijl van woonwagenbewoners te beschermen en te faciliteren. Dit kan betekenen dat woonwagenbewoners een gedifferentieerde behandeling krijgen ten opzichte van andere woningzoekenden.

Hoewel standplaatsen ‘woonruimte’ zijn in de zin van de wet, is de wijze waarop de huisvestingsvergunning wordt geregeld niet identiek aan die van niet-standplaatsen. Voor niet-standplaatsen geldt dat vergunning wordt afgegeven voor de gehele huisvesting. Voor standplaatsen geldt echter dat alleen de ondergrond waarop de uiteindelijke huisvesting wordt aangebracht, wordt vergund met een huisvestingsvergunning. De uiteindelijke huisvesting is bijvoorbeeld de eigen woonwagen. In de praktijk blijkt ook dat woonwagenbewoners relatief vaak in het bezit zijn van een woonwagen. Om die reden is gekozen om alleen voor standplaatsen een huisvestingssysteem te hanteren.

Back To Top
Ga naar de inhoud