Weten wat we willen

In Holland Rijnland weten we wat we willen. En ook wat er nodig is om dat te bereiken. In deze investeringsagenda zetten we in op het versterken van de regionale samenhang. We gaan 30.500 woningen bouwen, 20.000 banen toevoegen en onze regio klaarmaken voor een groene, duurzame toekomst. Dat kan door krachten te bundelen.

Groepsfoto Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur

We richten ons op investeringen die randvoorwaardelijk zijn voor de ontwikkeling van de regio. Daarmee maken we (grootschalige) woningbouw mogelijk. Dat doen we aan de hand van de volgende thema’s:

  • THEMA 1 Een bereikbare en verbonden regio Thema: een bereikbare en verbonden regio

    Wat is er aan de hand?

    In Holland Rijnland ligt een fikse woningbouwopgave. Maar meer woningen betekent ook meer verkeer. En dat terwijl de bereikbaarheid van onze regio al onder druk staat. Onze infrastructuur is verouderd en de huidige capaciteit is nu al onvoldoende. Het spoorknooppunt Leiden is kwetsbaar in noodsituaties.

    Tegelijkertijd is mobiliteit verantwoordelijk voor ongeveer 30% van het energieverbruik in de regio. De Regionale Energiestrategie heeft ambitieuze doelen gesteld, zoals de vermindering van CO2-uitstoot van mobiliteit met 22% in 2030 ten opzichte van 1990. Om deze duurzaamheidsdoelen te behalen moet het roer om.

    We zien dat inwoners van Holland Rijnland in meer of mindere mate last hebben van ‘vervoersarmoede’. Door een gebrek aan eigen vervoersmiddelen of ov-mogelijkheden in hun buurt kunnen ze minder goed meedraaien in de maatschappij. We zien hierbij verschillen tussen mobiele ouderen, jonge starters, stedelingen en bewoners van voorsteden of het platteland. In de landelijke gebieden is het openbaar vervoer ontoereikend. Verbindingen sluiten niet goed op elkaar aan en gebruikmaken van het openbaar vervoer is tijdrovend. In het bijzonder zijn zorginstellingen en bedrijventerreinen niet goed bereikbaar.

    Hoe pakken we het aan?

    Met deze investeringsagenda zetten we in op projecten waarmee we onze regio in de toekomst op een duurzame manier verbonden en bereikbaar houden. We werken aan een betere (ov-)verbinding tussen stad en platteland, het tegengaan van vervoersarmoede en we maken de transitie naar duurzame vervoersmiddelen. Met andere woorden: we geven het duurzame mobiliteitsnetwerk van morgen vorm. Steden worden in de toekomst minder ingericht op automobiliteit, er wordt meer tijd- en plaatsonafhankelijk gewerkt en er zijn verschillende vormen van mobiliteit.

    Daarom zetten we nu vol in op hoogwaardig ov, goede fietsverbindingen en aanpassingen in de infrastructuur om te voorkomen dat het verkeer (nog meer) vastloopt. Waar nodig verbeteren we autoverbindingen. Want enerzijds zijn er directe maatregelen nodig op plekken waar verkeer nu vastloopt of waar woningbouwplannen vragen om (betere) bereikbaarheid, zoals de N206-corridor en de N207 bij Leimuiden. Anderzijds is de automobiliteit niet langer een leidend principe. We zetten daarom ook in op meer en beter ov als alternatief voor de auto, fietsverbindingen en deelmobiliteit.

  • THEMA 2 Een duurzame en energiezekere regio Thema: Een duurzame en energiezekere regio

    Wat is er aan de hand?

    In een deel van Holland Rijnland is het elektriciteitsnetwerk overbelast: het is ‘code rood’. Bij code rood kunnen bedrijven geen nieuwe aansluiting krijgen op het net. Dan kunnen we bijvoorbeeld ook de woningbouw niet versnellen. Dit is nu al het geval in bijvoorbeeld Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem. Ook elders in de regio dreigt code rood. Het netwerk staat al langer onder druk door de groeiende vraag naar energie (bijvoorbeeld door bedrijven), de elektrificatie van industrie en de (snelle) opkomst van duurzame energie. Om te voorzien in onze toekomstige energiebehoefte moeten we warmtenetten ontwikkelen. Als dit niet lukt, dan is er in en buiten de stad ruimte nodig voor meerdere 150kV-stations. Deze ruimte is er (nu) niet. Zonder warmtenetten lopen de energiekosten in de toekomst ook op. Ook worden er op dit moment minder windmolens en zonneparken aangelegd dan wat onze ambitie is in de Regionale Energiestrategie. Zo is maar 15% van de totale ambitie gerealiseerd en zijn er nog geen nieuwe projecten in ontwikkeling.

    Hoe pakken we het aan?

    Holland Rijnland wil in 2050 een energieneutrale regio zijn. Dat hebben we met elkaar als doel gesteld in de Regionale Energiestrategie. Dat is een fikse uitdaging, zeker gezien de nieuwe gebiedsontwikkeling. Als we 30.500 nieuwe woningen willen bouwen, dan moet de energieinfrastructuur stevig zijn. We moeten hiervoor energie besparen, lokale warmte en elektriciteit opwekken en onze infrastructuur op het gebied van energie en warmte uitbreiden. Bovenlokale warmte, zoals WarmtelinQ, en grote energieprojecten, zoals de Energy Lane Holland Rijnland en 150kV-onderstations in de Barrepolder en Sassenheim, dragen hieraan bij. Dit zijn gemeenteoverstijgende projecten. Wij investeren in de benodigde infrastructuur en ondersteunen gemeenten financieel bij projecten die van maatschappelijke en regionale meerwaarde zijn. We zetten ons in voor een eerlijke, betaalbare, betrouwbare en duurzame energie­voorziening in Holland Rijnland.

  • THEMA 3 Een economisch sterke en innovatieve regio Thema: een economisch sterke en innovatieve regio

    Wat is er aan de hand?

    In de regio Holland Rijnland werken de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven nog onvoldoende samen. Er is sprake van sterke specialisatie in sectoren, zoals gezondheid, onderzoek, groothandel en teelt, maar er wordt weinig samengewerkt tussen deze sectoren. Ook zien we dat er in onze regio veel bedrijven zijn die achterlopen in de overgang naar een duurzame en inclusieve economie. De innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf is matig. Dit resulteert in beperkte economische groei van de regio, een gemiddeld lagere productiviteit dan in de rest van Nederland en minder innovatie dan mogelijk. Er is weinig onderwijs op hbo- en wo-niveau voor onze groene clusters en het aantal bereikbare mbo-opleidingen is laag. Ook hebben we geen duidelijk economisch profiel van de regio. Dit zorgt ervoor dat onze economie nog onvoldoende toekomstbestendig is.

    Hoe pakken we het aan?

    Onze regio heeft alles in zich om een echte kennisregio te worden. Denk aan het Leiden Bio Science Park, Unmanned Valley en de NL Space Campus. Daarnaast zijn er in Holland Rijnland uiteenlopende midden- en kleinbedrijven actief. De partijen weten elkaar vaak alleen niet te vinden. Ook zien we dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet goed op elkaar aansluiten. Wij gaan de kennisinstellingen en de uitvoerende partijen in de regio daarom meer met elkaar verbinden. Dit doen we met een fonds, waarmee we investeren in human capital en midden- en kleinbedrijven helpen met innoveren. Daarnaast ontwikkelen we een scherp economisch profiel van de regio, zodat het voor iedereen duidelijk is waar Holland Rijnland voor staat en aan werkt. Hiermee sluiten we aan op de ambities van het Rijk en de provincie. We zoeken nadrukkelijk de samenwerking. We gaan aan de slag met de projecten uit de Regio Deal. En we ondersteunen het initiatief voor een Regionale Herontwikkelingsmaatschappij voor de transformatie van bedrijventerreinen.

  • THEMA 4 Een groene en klimaatbestendige regio Thema: een groene en klimaatbestendige regio

    Wat is er aan de hand?

    Natuur- en recreatiegebieden bieden de mogelijkheid voor mensen om te ontspannen en bewegen. De groene gebieden in Holland Rijnland zijn voor een deel van de mensen echter niet goed bereikbaar. Ook neemt de biodiversiteit flink af. Zo zijn er 75% minder insecten en weidevogels dan tientallen jaren geleden. Biodiversiteit zorgt voor schone lucht, fris water, een goede kwaliteit van de bodem en de bestuiving van gewassen. Het helpt om klimaatverandering te bestrijden en ons eraan aan te passen en het vermindert de impact van natuurrampen. De toenemende extreme weertypen, veroorzaakt door klimaatverandering, hebben ook hun weerslag op Holland Rijnland. Zo kampen we in onze stedelijke gebieden met hittestress en watertekorten. Als het een tijd lang droog is, is er een tekort aan oppervlaktewater, staat de beschikbaarheid van drinkwater onder druk en ontstaan er problemen met de fundering van oude gebouwen en dijken. In extreem natte perioden is er juist het gevaar voor overstroming.

    Hoe pakken we het aan?

    Onze regio moet toekomstbestendig worden. Daarom moeten water en bodem sturend zijn voor de ruimtelijke inrichting van onze regio. We moeten de natuur versterken en de ruimte klimaatbestendig inrichten. Bijvoorbeeld door water beter vast te houden in tijden van droogte en op te vangen bij hevige regen.

    We moeten de beperkte ruimte slim gebruiken om onze grotendeels verstedelijkte regio gezond, groen en leefbaar te houden en toch ruimte te geven aan nieuwe woningbouw. Het ‘groen’ en het ‘blauw’ moeten onze hele regio ‘dooraderen’. We bouwen daarom aan een regionaal netwerk van groen en water, bijvoorbeeld met ecologische corridors, nieuwe gebieden voor natuurrecreatie en een uitbreiding van het wandel- en fietsnetwerk. Zo krijgt water de ruimte die het nodig heeft, vergroten we de biodiversiteit, verrijken we het landschap en houden we het hier leefbaar en groen.

Overzichtskaart

Op deze overzichtskaart van de regio ziet u de huidige prioriteiten van de Regionale Investeringsagenda. Beweeg met uw muis over één van de projecten voor meer informatie. Is dit voor u niet mogelijk? Dan kunt u de projecten direct benaderen vanuit het kader 'Projectenportefeuille 2024-2027'.

Lees hier de gehele Regionale Investeringsagenda

Regionale Investeringsagenda
Financiële paragraaf RIA

FAQ

  • 1. Wat is Holland Rijnland?

    Holland Rijnland is een bestuurlijk samenwerkingsverband van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Samen vormen we de regio Holland Rijnland. Als regio zet Holland Rijnland zich in voor regionale opgaven van dertien gemeenten in het hart van de Randstad. Samen werken we aan het verbeteren van wonen, werken en welzijn voor onze inwoners. We staan voor uiteenlopende en uitdagende opgaven op het gebied van woningbouw, economie, natuur, klimaat, bereikbaarheid en duurzame energie. Door gezamenlijk deze opgaven op te pakken staan we sterker. Daarom werken we samen in de regio-organisatie Holland Rijnland.

  • 2. Wat is de Regionale Investeringsagenda?

    Met de Regionale Investeringsagenda maakt Holland Rijnland keuzes op het gebied van woningbouw, economie, natuur, klimaat, bereikbaarheid en duur­zaamheid. De Regionale Investeringsagenda is een dynamisch instrument waarmee we als gemeenten een duidelijke route uitstippelen van ambitie naar uitvoering. Voor een welvarend Holland Rijnland waar mensen met plezier wonen en werken, waar we ons verbonden voelen en waar natuur en recreatie voor iedereen bereikbaar zijn. Door de Regionale Investeringsagenda weten we als gemeenten wat we van elkaar kunnen verwachten. Zo slaan we samen de brug van ambitie naar uitvoering.

    Grote opgaven vragen om grote veranderin­gen. We gaan onze leefomgeving tussen nu en 2050 gereedmaken voor de toekomst. We maken ambitieuze keuzes. Ze gaan leiden tot projecten van tientallen of honderden miljoe­nen euro’s. Denk hierbij aan een groenblauw raamwerk van natuur en recreatieprojecten, een energy lane voor warmte en elektriciteit, een hoogwaardige openbaarvervoercorridor en een netwerk van doorfietspaden.

  • 3. Waarom is een Regionale Investeringsagenda nodig?

    Nederland heeft grote opgaven in een be­perkte ruimte. Dit geldt zeker voor de regio Holland Rijnland. We staan in onze regio voor uiteenlopende en uitdagende opgaven op het gebied van woningbouw, economie, natuur, klimaat, bereikbaarheid en duur­zaamheid.

    Door als gemeenten de handen ineen te slaan nemen we de regie, werken we sneller en profiteren we van efficiëntie en schaalvoordeel. We maken slim gebruik van de ruimte en kunnen de opgaven uitwerken in toekomstbestendige oplossingen zoals wij die voor ons zien. Ook is het onze inzet om een multiplier te realiseren op de gezamenlijke gemeentelijke middelen. Net zoals we eerder bij het Regionale Investeringsfonds hebben gedaan, waardoor een regionale euro meer waard wordt dan een lokale euro.

  • 4. Wat zijn de thema’s binnen de Regionale Investeringsagenda?

    Bereikbaar en verbonden: We zetten in op projecten waarmee we onze regio in de toekomst op een duur­zame manier verbonden en bereikbaar houden. We werken aan een betere (ov-)verbinding tussen stad en platteland, het tegengaan van vervoersarmoede en we maken de transitie naar duurzame vervoersmiddelen. Met andere woorden: we geven het duurzame mobi­liteitsnetwerk van morgen vorm.

    Duurzaam en energiezeker: Holland Rijnland wil in 2050 een energieneutrale regio zijn. Dat hebben we met elkaar als doel gesteld in de Regionale Energiestrategie. Dat is een fikse uitdaging, zeker gezien de nieuwe gebiedsontwikkeling. Als we 30.500 nieuwe woningen willen bouwen, dan moet de energie infrastructuur stevig zijn. We werken naar een robuust energiesysteem. We moeten hier­voor energie besparen, lokale warmte en elektriciteit opwekken en onze infrastructuur op het gebied van energie en warmte uitbreiden.

    Economisch sterk en innovatief: Onze regio is een echte kennisregio. Denk aan het Leiden Bio Science Park, Unmanned Valley en de NL Space Campus. Daarnaast zijn er in Holland Rijnland uiteenlopende midden- en kleinbedrijven actief. De partijen weten elkaar alleen niet altijd te vinden. Ook zien we dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet goed op elkaar aansluiten. Wij gaan de kennisinstellingen en de uitvoerende partijen in de regio daarom meer met elkaar verbinden. Dit doen we met een fonds, waarmee we investeren in human capital en midden- en kleinbedrijven helpen met innoveren. Daarnaast ontwikkelen we een scherp economisch profiel van de regio, zodat het voor iedereen duidelijk is waar Holland Rijnland voor staat en aan werkt.

    Groen en klimaatbestendig: Onze regio moet toekomstbestendig worden. Water en bodem zijn hierbij sturend voor de ruimte­lijke inrichting in Holland Rijnland. We moeten de natuur versterken en de ruimte klimaatbestendig inrichten. Bijvoorbeeld door water beter vast te houden in tijden van droogte en op te vangen bij hevige regen. We moeten de beperkte ruimte slim gebruiken om onze grotendeels verstedelijkte regio gezond, groen en leefbaar te houden en toch ruimte te geven aan nieuwe woningbouw. Het ‘groen’ en het ‘blauw’ moeten onze hele regio ‘dooraderen’. We bouwen daarom aan een regionaal netwerk van groen en water, bijvoorbeeld met ecologische corridors, nieuwe gebieden voor natuurrecreatie en een uitbreiding van het wandel- en fietsnetwerk.

  • 5. Wat willen de drie gebieden in Holland Rijnland bereiken met de Regionale Investeringsagenda?

    Duin- en Bollenstreek: Bereikbaarheid en betere energievoorziening
    Voor de Duin- en Bollenstreek is de ambitie is om de sterke punten van het gebied te behouden. En tegelijkertijd antwoord te bieden aan de opgaven waar we voor staan op het gebied van natuur, landschap, woningbouw, energie en (circulaire) economie. We versterken landschap, economie en leefbaarheid in synergie met elkaar. Het is van enorm belang dat onze bereikbaarheid op orde is. Zowel voor bezoekers van buiten als voor onze eigen inwoners. We willen nabijheid van wonen en werken bevorderen en kennisuitwisseling stimuleren. Een tweede randvoorwaarde is een betrouwbare en duurzame energie-infrastructuur. Die is nodig om economie, leefbaarheid en duurzaamheid in samenhang te ontwikkelen.

    Groene Hartgemeenten: Economisch vitaal en leefbaar blijven
    Kaag en Braassem, Nieuwkoop, Alphen aan den Rijn, Leiderdorp, Zoeterwoude en Teylingen vormen samen een aanzienlijk deel van het Groene Hart. Ze bieden prachtige natuur en landschappen en zijn volop in ontwikkeling. In het Groene Hart spelen grote opgaven rondom land- en tuinbouw, natuurontwikkeling, energie, bodemdaling en water. Dat biedt kansen voor natuur en recreatie, en daarmee voor de leefbaarheid en (brede) welvaart voor de hele Randstad. Het Groene Hart is niet alleen de ‘tuin’ van de Randstad. Het is vooral de leefomgeving van onze eigen inwoners. We willen het gebied voor hen economisch vitaal en leefbaar houden, met goede voorzieningen, betrouwbare energie en bereikbare dorpen. Wederkerigheid in de ontwikkeling van stad en land dus.

    Stedelijke as: Innovatie en werkgelegenheid
    De Stedelijke As is een aaneengesloten stedelijk gebied van Katwijk via Leiden naar Alphen aan den Rijn. Dit gebied groeit toe naar een één samenhangend systeem, waarin de (circulaire) bedrijvigheid van Alphen aan den Rijn complementair is aan de kennisclusters rond Leiden, Katwijk en Noordwijk. Door de juiste bedrijven op de juiste plaats te behouden en te vestigen én de onderlinge samenwerking te bevorderen, versterken we het innovatieve karakter van de regio en de regionale werkgelegenheid. Om dat te realiseren zijn goede regionale netwerken voor energie en mobiliteit noodzakelijk. De ambities langs deze Stedelijke As zijn groot. We werken aan de schaalsprong van Knooppunt Leiden Centraal en zetten volop in op energietransitie. We beschermen en versterken onze prachtige landschappen, verbinden stad en ommeland en vergroenen de stad. De keuze voor verdichting langs de Stedelijke As maakt het mogelijk om onze prachtige, veelzijdige landschappen te behouden én klaar te maken voor de toekomst.

  • 6. Welke projecten staan in de Regionale Investeringsagenda?

    De Regionale Investeringsagenda bevat deze 14 projecten:

    1. Doorfietsroutes
      We ontwikkelen en investeren in een netwerk van doorfietspaden door de hele regio Holland Rijnland. Deze zijn voornamelijk bedoeld als volwaardig alternatief voor de auto en het open­baar vervoer. Het woon- werkverkeer maakt hier gebruik van.
      Projectblad Doorfietsroutes
    2. Mobiliteitsaanpak Rijn- en Veenstreek Noord, inclusief Leimuiderbrug
      De verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaar­heid staan in de noordelijke Rijn- en Veenstreek onder druk. We doen een studie naar een integrale mobi­liteitsaanpak waarbij een oplossing gezocht wordt voor onder andere de knelpunten bij de rondweg Ter Aar, de oeververbinding bij Leimuiden en de doorstroming op de N207.
      Projectblad Mobiliteitsaanpak Rijn- en Veenstreek Noord, inclusief Leimuiderbrug
    3. Mobiliteitsaanpak Noordelijke Duin- en Bollenstreek en Haarlemmermeer
      Samen met de provincies Noord- en Zuid-Holland, de Vervoersregio Amsterdam en de gemeenten Haarlemmermeer, Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk werken we aan de bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek en de westflank Haarlemmermeer. Hiertoe is onlangs bestuurlijk een startnotitie ondertekend door de deelnemende partijen waarin afspraken zijn opgenomen welke projecten zullen worden opgepakt.
      Projectblad Mobiliteitsaanpak Noordelijke Duin- en Bollenstreek en Haarlemmermeer
    4. Corridorstudie N206 Ruimte en mobiliteit – A44 – Zuidelijke ontsluiting Duin- en Bollenstreek
      We voeren een studie uit naar het gebied rond de N206, de zuidelijke ontsluiting van de Duin- en Bollenstreek en de A44. We kijken daarbij naar ruimte, wonen en mobiliteit. Dit leidt tot een maatschappelijke kosten-batenanalyse als basis voor een maatregelenpakket.
      Projectblad Corridorstudie N206 Ruimte en mobiliteit – A44 – Zuidelijke ontsluiting Duin- en Bollenstreek
    5. Studie Regionale aansluiting MIRT Knooppunt Leiden Centraal HOV + Fiets en oost-west HOV-corridor Stedelijke As Esa ESTEC/NL Space Campus-Katwijk-Leiden-Alphen aan den Rijn
      We zorgen dat verstedelijking samen op gaat met duurzame mobiliteit. We onderzoeken een hoog­waardige openbaar vervoerverbinding van Noord­wijk/Katwijk, via het vernieuwde Knooppunt Leiden Centraal naar Alphen aan den Rijn.
      Projectblad Studie Regionale aansluiting MIRT Knooppunt Leiden Centraal HOV + Fiets en oost-west HOV-corridor Stedelijke As Esa ESTEC/NL Space Campus-Katwijk-Leiden-Alphen aan den  Rijn
    6. Warmtenet inclusief consequenties elektriciteit
      We willen het warmtenet verder ontwikkelen en uitbreiden. We onderzoeken hoe we dat kunnen vormgeven in Holland Rijnland.
      Projectblad Warmtenet inclusief consequenties elektriciteit
    7. Energy Lane, inclusief Barrepolder 150kV-station
      We ontwikkelen een energy lane langs de N11 en delen van de A4 van Leiden naar Alphen aan den Rijn voor de opwek en het transport van duurzame energie. Daarbij benutten we kansen zoals de komst van een groot 150 kV-elektriciteitsstation in de Barrepolder in Alphen aan den Rijn.
      Projectblad Energy Lane, inclusief Barrepolder 150KV-station
    8. Haalbaarheidsonderzoek Regionale Ontwikke­lingsmaatschappij
      We maken bedrijventerreinen duurzamer en aantrekkelijker. Hiervoor richten we een regionale herontwikkelingsmaatschappij op. We beginnen in de gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten, daarna breiden we uit naar de andere gemeenten.
      Projectblad Haalbaarheidsonderzoek Regionale Ontwikkelingsmaatschappij
    9. Regio Deal Sierteeltregio
      We versterken de brede welvaart in de Greenportregio’s. In oktober 2023 is de aanvraag voor een Regio Deal Sierteeltregio ingediend bij het Rijk. Wanneer deze wordt toegekend gaan we projecten uit de Regiodeal financieel en materieel ondersteunen.
      Projectblad Regio Deal bloeiende Sierteeltregio
    10. Groenblauw Raamwerk
      We vergroenen in en om het stedelijk gebied. Zo dragen we bij aan leefbare, klimaatadaptieve, biodiverse en gezonde steden en dorpen. Dat doen we met een groen-blauw raamwerk als zone rond het stedelijk gebied, dat we financieel ondersteunen.
      Projectblad Groenblauw Raamwerk
    11. Benutten en versterken landschappelijke kwaliteiten
      Voor de leefbaarheid van de regio is het noodza­kelijk dat landschappen bereikbaar en beleefbaar zijn. Het recreatieve (water)netwerk moet daarvoor op orde zijn. Ook zijn er economische mogelijk­heden voor de landbouwtransitie en Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing. We promoten onze aantrekkelijke natuurgebieden zoals de plassen, veenweide, duinen en strand.
      Benutten en versterken landschappelijke kwaliteiten
    12. HUBs grondstoffen, materialen, goederen en personen
      We willen het aantal auto’s, bestelbusjes en vrachtwagens in onze steden verminderen. Daarom doen we een studie naar geschikte locaties voor transferia (waar reizigers overstappen tussen verschillende soorten vervoer) en HUBs voor overslag van goederen.
      HUBs grondstoffen, materialen, goederen en personen
    13. Mobiliteit gebiedsontwikkeling Alphen-West inclusief Gnephoek
      In Alphen West zijn diverse transformatie- en nieuwbouwopgaven. Met name op het gebied van mobiliteit onderzoeken en financieren we de benodigde maatregelen.
      Mobiliteit gebiedsontwikkeling Alphen-West inclusief Gnephoek
    14. Studie: versterken en verbinden Kennis- en innovatie-as
      We versterken onze kenniseconomie. We verbeteren de samenwerking tussen onze kennis­clusters: de NL Space Campus, het centrum voor drone- en sensortechnologie Unmanned Valley en het Leiden Bio Science Park. We stimuleren en ondersteunen dat deze clusters samen projecten starten.
      Studie: versterken en verbinden Kennis- en innovatie-as
  • 7. Waarom deze 14 projecten? Hoe is de keuze erop gevallen?

    De veertien prioritaire projecten zijn gedestilleerd uit een brede inventarisatie in het voortraject met alle gemeenten. Verdere ordening van deze veertien projecten is de volgende stap die we na vaststelling van de RIA in gezamenlijkheid gaan zetten. Dat is voorzien op de Regiodag van 15 mei 2024. We zullen dan met alle portefeuillehouders het gesprek voeren over de fasering van de prioritaire projecten. De uitkomsten van dit gesprek worden bekrachtigd tijdens de Regiodag van 18 september 2024. Op deze manier bepalen we in gezamenlijkheid de ordening, fasering en prioritering van de veertien projecten.

    In het hoofdstuk ‘stap voor stap projecten verder brengen’ (p14-15) leest u meer over de drie projectfases die we onderscheiden in de projectenportefeuille.

  • 8. Hoe ziet de besluitvorming voor de vaststelling van de Regionale Investeringsagenda eruit?

    In onderstaande tijdlijn zijn de hiertoe te nemen stappen weergegeven:

    • 31 januari 2024: Het Algemeen Bestuur heeft de Regionale Investeringsagenda vrijgegeven voor zienswijzen aan de gemeenteraden.
    • 31 januari tot en met 27 maart 2024: In deze periode hebben de gemeenteraden acht weken de tijd om hun zienswijze te geven op de Regionale Investeringsagenda.
    • 3 april 2024: Het Algemeen Bestuur besluit over het vaststellen van de Regionale Investeringsagenda.
    • April 2024: Gemeenten verwerken de gevraagde bijdrage in hun kadernota’s 2025 na vaststelling van de Regionale Investeringsagenda door het Algemeen Bestuur.
    • December 2024: Het Algemeen Bestuur besluit over de verordening Regionale Investeringsagenda.
  • 9. Hoe werken de gemeenten en de regio-organisatie Holland Rijnland samen?

    De Regionale Investeringsagenda kent een aantal principes over de wijze van samenwerken. Dit zijn:

    • Gemeenten zijn eigenaar van een project, tenzij Holland Rijnland gevraagd wordt deze rol op zich te nemen.
    • Er worden geen taken en bevoegdheden overgedragen.
    • Benodigde financiële middelen worden beschikbaar gesteld aan de gemeente die het project trekt. Zo blijft sturing en geld in één hand. We benutten (de governance van) Holland Rijnland als regionaal orgaan optimaal voor kaderstelling, prioritering, sturing, verantwoording en lobby.
  • 10. Wanneer worden de projecten uitgevoerd?

    De termijn tot uitvoering verschilt sterk per project. Een aantal projecten is al heel concreet, zoals de Regiodeal Sierteeltregio en het doorfietspadennetwerk. Anderen moeten verder worden ontwikkeld. Daarna kan de uitvoering starten.

  • 11. Hoe krijgen inwoners inspraak op de projecten van de Regionale Investeringsagenda?

    De wijze van inspraak wordt per project vormgegeven. Hierbij is de gemeente waar het project zich fysiek bevindt leidend in het proces. Bij grensoverschrijdende projecten zullen de verschillende gemeenten dit op zich moeten nemen.

  • 12. Wat kost de Regionale Investeringsagenda?

    De financiering van de Regionale Investeringsagenda over 2024-2027 bedraagt in totaal € 7 miljoen incidenteel. Dit valt uiteen in € 4 miljoen voor prioritaire projecten en € 3 miljoen voor het regionaal fonds. In de projectbladen van de veertien prioritaire projecten is per project een raming opgenomen van de benodigde middelen in de genoemde fase van het project. Hiermee kunnen we ook aan de slag om het gesprek aan te gaan over een multiplier vanuit andere overheden (Provincie, Rijk en EU).

    De projecten bevinden zich in verschillende fases. Deze zijn aangeduid als P-fases. Een P3-project bevindt zich in de onderzoeksfase, een P2-project bevindt zich in de voorbereidingsfase op de uitvoering en een P1-project is klaar om uitgevoerd te worden.

    De middelen die gevraagd worden voor de financiering van de P2 en P3 projecten zijn bedoeld om de onderzoeksvraag van de projecten te beantwoorden. Denk hierbij aan het inhuren van een gespecialiseerd bureau om onderzoek te doen, een businesscase te bouwen, subsidiemogelijkheden te verkennen, et cetera. De capaciteit van Holland Rijnland wordt dus niet uit RIA-middelen bekostigd, maar uit de reguliere begroting van Holland Rijnland.

    Het regionaal fonds zal bestaan uit vier deelfondsen. De regionale commissies zullen een belangrijke rol vervullen in de bestedingen uit deze fondsen. Het gevraagde bedrag willen we evenredig verdelen over de vier in de Regionale Investeringsagenda opgenomen thema’s. Net als bij het Regionaal Investeringsfonds (RIF, zie vraag 15) is het de bedoeling om ook extern geld te genereren bij provincie(s), Rijk en de Europese Unie.

    Thema Commissie Eerste indicatieve verdeling
    Bereikbaar en verbonden Mobiliteit € 750.000
    Duurzaam en energiezeker Duurzaamheid, Energie & Groen € 750.000
    Groen en klimaatbestendig Duurzaamheid, Energie & Groen € 750.000
    Economisch sterk en innovatief Economie € 750.000

    Voor alle genoemde deelfondsen zal een thematisch programma worden ontwikkeld op basis van de nu lopende toekomstverkenningen. In de thematische programma’s zullen ook de inhoudelijke criteria voor de (deel)fondsen worden geformuleerd op basis waarvan projectaanvragen gedaan kunnen worden.
    Gemeentelijke projecten die aan de criteria van het fonds voldoen, kunnen financiering ontvangen van Holland Rijnland.

    Gemeenten worden gevraagd om bij de behandeling van hun kadernota 2025 rekening te houden met de financiering van de Regionale Investeringsagenda. De bijdrage tussen de dertien gemeenten zal worden verdeeld op basis van inwonersaantal met peildatum 1 januari 2024. Onderstaande tabel geeft een beeld van de bijdrage per gemeente aan de hand van peildatum 1 januari 2023. De bedragen zullen dus nog iets wijzigen. Het is de bedoeling de middelen op te delen in drie gelijke jaarlijkse bijdragen.

    Gemeente Voorlopige verdeelsleutel:
    Inwonersaantallen op 1 januari 2023
    € 4 miljoen voor P2 en P3 projecten € 3 miljoen voor regionaal fonds Totale bijdrage gemeente voor de jaren 2025 tot en met 2027
    Alphen aan den Rijn 114.182 € 782.126 €   586.595 €   1.368.721
    Hillegom 22.453 € 153.799 € 115.349 € 269.148
    Kaag en Braassem 28.573 € 195.720 € 146.790 € 342.510
    Katwijk 66.607 € 456.246 € 342.184 € 798.430
    Leiden 127.089 € 870.537 € 652.903 € 1.523.439
    Leiderdorp 27.657 € 189.445 € 142.084 € 331.530
    Lisse 23.390 € 160.217 € 120.163 € 280.380
    Nieuwkoop 29.463 € 201.816 € 151.362 € 353.178
    Noordwijk 45.179 € 309.468 € 232.101 € 541.569
    Oegstgeest 25.746 € 176.355 € 132.267 € 308.622
    Teylingen 38.510 € 263.787 € 197.840 € 461.626
    Voorschoten 25.665 € 175.801 € 131.850 € 307.651
    Zoeterwoude 9.443 € 64.683 € 48.512 € 113.195
    Totaal 583.957 € 4.000.000 € 3.000.000 € 7.000.000
  • 13. Hebben de gemeenten wel de middelen om aan de slag te gaan met deze projecten?

    Deze prioriteiten zijn naar voren gekomen bij een inventariseringsronde langs gemeenten. Een aantal van deze projecten is al opgenomen in de begrotingen van de gemeenten, een aantal niet. Door ook andere overheden te vragen om bij te dragen aan deze projecten, ontstaat meer investeringskracht.

    De projecten starten niet allemaal tegelijkertijd. Verdere ordening van deze veertien projecten is de volgende stap die we na vaststelling van de RIA in gezamenlijkheid gaan zetten. Dat is voorzien op de Regiodag van 15 mei 2024. We zullen dan met alle portefeuillehouders het gesprek voeren over de fasering van de prioritaire projecten. De uitkomsten van dit gesprek worden bekrachtigd tijdens de Regiodag van 18 september 2024. Op deze manier bepalen we in gezamenlijkheid de ordening, fasering en prioritering van de veertien projecten.

    Holland Rijnland zet zich actief in om op de middelen in het fonds een multiplier effect te realiseren. Dit houdt in dat we streven naar cofinanciering door extra financiële steun van provincie, Rijk en EU aan te trekken. Het doel hiervan is om het totale beschikbare budget in het regionale fonds aanzienlijk te verhogen en zo de impact ervan te maximaliseren. De ambitie is dat iedere gemeente netto-ontvanger wordt.

    We zijn ons terdege bewust van de financiële positie van gemeenten, in het bijzonder met het oog op het aankomende ravijnjaar 2026. Om te kunnen starten met de Regionale Investeringsagenda vraagt Holland Rijnland de dertien gemeenten om per 2025 het gevraagde budget bijeen te brengen.

  • 14. Wat is de verdeling van projecten over de regio?

    De projecten zijn op een evenwichtige manier over de regio verdeeld. Binnen de regio Holland Rijnland onderscheiden we drie gebieden met eigen kenmerken en opga­ven. Dit zijn de Stedelijke As (het stedelijk gebied van Katwijk via Leiden naar Alphen aan den Rijn), het Groene Hart en de Duin- en Bollenstreek. Deze gebieden zijn aan elkaar verbonden en versterken elkaar. Stedelijke gebieden hebben andere vraagstukken, wensen en belangen dan bijvoorbeeld het Groene Hart. Die moeten we herkennen en erkennen. Tegelijkertijd hebben de gebieden in onze regio elkaar nodig. Wederkerigheid is een belangrijk principe in onze samenwerking. Stedelijke ontwikkeling en het vitaal houden van onze kernen zijn beide belangrijk voor een welvarende en leef­bare regio. Door op de juiste plekken te verdichten, de kwaliteiten van ons landschap te beschermen én de juiste verbindingen tussen onze kwaliteiten te leggen, zijn wij het toonbeeld van een toekomstbestendige regio.

    Een overzichtskaart van projecten in de regio vindt u op deze pagina en op pagina 8-9 van de Regionale Investeringsagenda.

  • 15. Wat is de rolverdeling tussen de gemeenten en de regio-organisatie Holland Rijnland bij de projecten?

    Het uitgangspunt is dat gemeenten eigenaar zijn van de projecten en het stuur ter hand nemen, tenzij zij Holland Rijnland vragen dit te doen. De gemeente die projecteigenaar is krijgt de beschikking over de voor het project gereserveerde financiën. Bij ieder project zijn verschillende gemeenten betrokken, in wisselende samenstellingen.

  • 16. Wat is het verschil tussen de Regionale Investeringsagenda en het eerdere Regionale Investeringsfonds (RIF)?

    In 2007 is op basis van het Regionale Investeringsfonds Holland Rijnland aan vijf grote en meerjarige projecten prioriteit gegeven. Voor deze vijf projecten (De RijnlandRoute, Het Hoogwaardig OV netwerk Zuid Holland Noord, Het Programma Ontsluiting Greenport, Vitalisering Greenport Duin- en Bollenstreek en het Regionaal Groenprogramma) is in het RIF 180 miljoen euro vrijgemaakt door gemeenten over de periode 2008 tot en met 2024.

    In tegenstelling tot het Regionale Investeringsfonds is de Regionale Investeringsagenda een adaptief proces. In het tweede jaar van elke bestuursperiode maken we een selectie van projecten. We voegen nieuwe projecten aan de Regionale Investeringsagenda toe, evalueren lopende projecten, zetten projecten (eventueel in gewijzigde vorm) uit de vorige bestuursperiode door of we besluiten projecten te stoppen en van de agenda te halen. Zo actualiseren we elke 4 jaar de projectenportefeuille.

    De regio bewaakt de voortgang van de projecten en rapporteert hier periodiek over aan de regionale commissies en het Algemeen Bestuur. Op pagina 18 en 19 beschrijven we in ‘Hoe we samenwerken’ het proces hoe we komen van projectblad tot uitvoering.

  • 17. Welke typen projecten zijn er? En wat betekent de status P1, P2 en P3-project?

    Met de Regionale Investeringsagenda brengen we projecten verder, zodat ze uiteindelijk worden Uitgevoerd. De Regionale Investeringsagenda bestaat uit twee soorten projecten: projecten uit de projectenportefeuille en fondsprojecten. We onderscheiden drie projectfases voor de projecten in de projectenportefeuille: P3, P2 en P1. In de projectfase P2 en P3 maakt de regio Holland Rijnland afspraken met de initiatiefnemende gemeenten over de leiding en de financiering van het project. Voor projecten die zich in de fase P1 bevinden nemen de gemeenten de uitvoering ter hand. De regio maakt in deze fase afspraken met de gemeenten dat zij hiervoor middelen reserveren in hun begroting. De uitvoering en financiering van investeringsprojecten is daarmee de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf. De regio Holland Rijnland ondersteunt daarbij in het voortraject om cofinanciering van andere overheden aan te trekken. Daarnaast stellen we een fonds in om projecten buiten de projectenportefeuille mede te financieren.

    De fasen P3, P2 en P1 zeggen niets over de prioriteit van projecten binnen de Regionale Investeringsagenda.

    Beknopte visuele weergave van het hierboven beschrevene

Back To Top Ga naar de inhoud