Kritische kanttekeningen bij Statenvoorstel voor vaststelling van de RES’en

Aan de raden van de dertien gemeenten in Holland Rijnland en de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Rijnland

30 april 2021

Geachte raadsleden en leden van de Verenigde Vergadering,

Op donderdag 22 april jl. heeft gedeputeerde Potjer mij als voorzitter van de Stuurgroep RES Holland Rijnland geïnformeerd over het statenvoorstel voor de RES’en dat Gedeputeerde Staten heeft vastgesteld. De consequenties hiervan waren zodanig dat op korte termijn een extra Stuurgroep (vrijdag 23 april) en een extra Portefeuillehoudersoverleg (PHO+) Energie (donderdag 29 april) is georganiseerd om de ontstane situatie te bespreken.

Bespreking heeft geleid tot de volgende constateringen:

  • De RES 0 zal ongewijzigd voor worden gelegd aan u ter besluitvorming;
  • Aanvullend treft u hierbij ter informatie ook het betreffende statenvoorstel;
  • De bestuurders uit het PHO+ willen u graag enkele noties meegeven over het statenvoorstel, zoals die ook besproken zijn tijdens het Portefeuillehoudersoverleg van 29 april. Hieronder worden deze noties kort uitgewerkt.

Brede teleurstelling bij de RES-partners over het statenvoorstel: de ambitie komt in gevaar door opstelling van Gedeputeerde Staten

In het statenvoorstel worden stringente ruimtelijke restricties meegegeven voor wind in het Groene Hart en voor zon op land, die niet stroken met het bod dat in de RES 1.0 Holland Rijnland is geformuleerd en ook niet met de RES-kaart voor duurzame opwek. Doordat een fors deel van de duurzame opwek hierdoor onmogelijk wordt gemaakt, zien we de ambitie van 1,05 TWh in gevaar komen.

Het standpunt van Gedeputeerde Staten staat daarnaast op gespannen voet met de gemaakte afspraken in de het Klimaatakkoord, het Interbestuurlijk Programma (IBP) en de Handreiking RES over de beoogde governance. Daarin is namelijk afgesproken dat provincie, gemeenten en waterschappen een gelijkwaardige rol hebben in de samenwerking rondom de RES. Nu blijkt echter dat Gedeputeerde Staten voor zichzelf een bovengeschikte rol weggelegd ziet, en worden alle zeven RES’en in Zuid- Holland getoetst vanuit het ruimtelijke kader. Dat is uitdrukkelijk niet conform de vooraf gemaakte afspraken en we missen hierin de onderlinge solidariteit als RES-partners.

Door achteraf te toetsen, in plaats van als samenwerkingspartner gezamenlijk op te trekken met de RES-partners, lijkt Gedeputeerde Staten voorbij te gaan aan de in de afgelopen periode zorgvuldig van onderop opgebouwde RES, inclusief de daarbij behorende participatieprocessen in de dertien gemeenten. Daarmee dreigt het opgebouwde resultaat deels ongedaan gemaakt te worden.

Gedeputeerde Staten bekijkt het thema duurzame opwek voornamelijk vanuit de bril van landschappelijke kwaliteit. Wanneer gekeken wordt vanuit systeemefficiency en het bestaand elektriciteitsnetwerk heeft het voorstel van Gedeputeerde Staten een negatief effect. Wanneer de windmogelijkheden weg vallen, kan er minder duurzame opwek in het netwerk worden getransporteerd. Het is niet realistisch dat er dan extra capaciteit in het netwerk gereed is rond 2030 om dezelfde ambitie op de genoemde zoekgebieden met zon (in plaats van wind) te realiseren. En het leidt daarnaast tot hogere systeemkosten. Zonder dit nog doorgerekend te hebben, schat Liander in dat dit effect heeft op het totale bod dat de regio voor duurzame opwek kan doen.

Binnen de regio is de afgelopen periode een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de opgave/ambitie, ruimtelijke kwaliteit, systeemefficiency en participatie. De afwegingen en keuzes die in het RES-proces zijn gemaakt, zijn echter een andere dan Gedeputeerde Staten nu voorstelt.

Besluitvormingsproces conform eerder gemaakte afspraken

Dit alles overziend lijkt het de bestuurders van het PHO+ Energie noodzakelijk om u als volksvertegenwoordigers via deze brief te informeren over het statenvoorstel. Daarbij wijzen wij er nadrukkelijk op dat de overwegingen van Gedeputeerde Staten ons inziens niet mogen leiden tot een andere verdeling van de opwek door zon en wind in onze regio. Oftewel, het kan niet zo zijn dat er door deze interventie een groter aandeel landt in de Leidse regio of in de Duin- en Bollenstreek. De bestuurders van het PHO+ adviseren de raden en Verenigde Vergadering om de besluitvorming conform de eerder gemaakte afspraken te doorlopen en voor 1 juli een besluit te nemen over de RES 1.0. Uw eventuele aandachtspunten voor de RES worden na de zomer meegenomen in het proces richting een RES 2.0, die medio 2023 gereed dient te zijn.

Brief aan Provinciale Staten

Wij informeren u via deze brief over het statenvoorstel. Daarnaast zal er ook een brief uitgaan richting Provinciale Staten waarin de teleurstelling uitgesproken zal worden conform de hierboven genoemde lijn. Zo mogelijk wordt daarin opgetrokken met andere RES regio’s in Zuid-Holland waar ook de teleurstelling overheerst ten aanzien van de houding van Gedeputeerde Staten.

Met vriendelijke groet,
Namens de 13 gemeenten van Holland Rijnland, het Hoogheemraadschap van Rijnland, de Omgevingsdienst West-Holland en Liander,
Liesbeth Spies,
Voorzitter Stuurgroep RES Hollland Rijnland

Download de brief als pdf
(niet volledig toegankelijk)
166 kb

Back To Top
Ga naar de inhoud