Standpunt en spelregels IenW t.a.v. ”meekoppelkansen” van het Tracébesluit A4 Haaglanden-N14
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
T.a.v. Mw. Drs. C. van Nieuwenhuizen
Directie Wegen en Verkeersveiligheid – Programmering
Rijkswegen
Postbus 20901
2500 EX Den Haag
9 december 2020
Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,
Met deze brief geven wij, mede namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Leidschendam-Voorburg, Westland en Midden-Delfland, een reactie op uw brief van 15 november 2019 over de ‘spelregels’ die van toepassing zijn bij de ‘meekoppelkansen’ A4 Haaglanden – N14.
Rijkswaterstaat heeft aan de provincie Zuid-Holland gevraagd de coördinatie op te pakken om samen met andere regionale partijen te zoeken naar kansen die ontstaan ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit met de planstudie A4 Haaglanden-N14. Het gaat hier om de inpassing van de A4-N14, gecombineerd met ambities voor alternatieve vervoerswijzen, milieu, ecologie, duurzaamheid, energietransitie en verstedelijking.
Via een opgavekaart zijn 12 zogenaamde integrale meekoppelkansen gedefinieerd die door ons van groot belang worden geacht om de negatieve effecten van de A4-N14 enigszins te compenseren (zie de Quick Scan bij de stukken Bestuurlijk Overleg A4 Haaglanden – N14 op 15 januari 2020). De meekoppelkansen zijn grof geraamd op € 46 miljoen excl. BTW, bovenop de kosten voor functioneel herstel. Er is daarnaast via een afwegingskader een faserings- en versoberingsscenario uitgewerkt waarvan de kosten substantieel lager zijn.
In uw brief is de toonzetting dat de meekoppelkansen met name een zaak is van de regionale partijen en dat het ministerie van I&W zich alleen verantwoordelijk voelt voor het herstellen van functies rond de A4. De in uw brief beschreven ‘spelregels’ zijn daarbij eenzijdig door het Rijk opgesteld. Wij zijn echter, samen met de andere genoemde regionale partijen, van mening dat het ministerie wel degelijk verantwoordelijkheid draagt voor een goede ruimtelijke inpassing van de A4-N14 die verder gaat dan functioneel herstel. Wij vragen dan ook van u de onderkenning van de brede Rijksverantwoordelijkheid en daarmee het initiatief te nemen voor de verdere financiering van meekoppelkansen.
Belangrijke argumenten hierbij zijn:
- Bij andere hoogstedelijke gebieden worden of zijn nog veel zwaardere inpassingsinvesteringen gedaan dan hier beoogd, namelijk de landtunnels A2 Utrecht, A9 Amsterdam, A10 Amsterdam, A16 Rotterdam, A4 Schiedam/Vlaardingen, A24 Blankenbrugverbinding en A4 Bij de drukke A4 Haaglanden – N14 in hoogstedelijk gebied (een van de drukste snelwegen van Nederland) zijn de sobere meekoppelkansen het minimaal noodzakelijke, zeker nu de verbreding van de A4 hier een duidelijke aanleiding toe geeft.
- Goede inpassing van de A4 wordt extra belangrijk vanwege naburige verstedelijkingsinitiatieven in Rijswijk (rond de spoorlijn Den Haag – Delft) en de koppeling met de rest van Rijswijk. Bovendien heeft het Rijk de woondeal Zuidelijke Randstad mede ondertekend, wat ook inhoudt dat de inpassing van de A4 in goede afstemming met de regionale partijen dient te Het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties draagt daarbij vanuit verstedelijkingsontwikkelingen ook een verantwoordelijkheid voor een goede aansluiting van nieuwe woon- en werkgebieden aan de bestaande gebieden.
- In de vorige fase van het project A4-N14 is door het ministerie een inpassingsvisie opgesteld, waarin de gekantelde opgave het uitgangspunt was (verbeteren allerlei verbindingen rondom de A4/N14). De meekoppelkansen geven hier bij uitstek een invulling aan, zij het
- De meekoppelkansen dragen bij aan het stimuleren van de alternatieve vervoerswijzen fiets en OV, wat hard nodig is om de enorme druk op het wegennet en specifiek de A4- N14 te verlichten (mobiliteitstransitie). Bovendien vermindert dit de uitstoot van schadelijk stoffen wat onder meer bijdraagt aan de Rijksdoelen van het
Daarnaast zijn er momenteel allerlei ontwikkelingen om de samenwerking tussen Rijk en regio te intensiveren met als doel een beter en duurzamer mobiliteitssysteem. Voorbeelden zijn de in het BO-MIRT afgesproken intentie te komen tot gezamenlijke Bereikbaarheidsaanpak Zuidelijke Randstad, de positieve reactie van de Minister in het afgelopen notaoverleg MIRT in de Tweede Kamer op het voorstel vanuit de Kamer om bij de BO’s MIRT volgend jaar te spreken over mogelijke meekoppelkansen bij MIRT-projecten en de ontwikkeling van een Mobiliteitsfonds en de Omgevingswet.
Tot slot is er nog een aantal projectspecifieke redenen waarom het Rijk verantwoordelijkheid draagt voor de meekoppelkansen:
- Extra investeringen in leefbaarheid, fiets en groen zullen het draagvlak voor het rijksproject A4 Haaglanden – N14 in de omgeving
- De beoogde ambitie van het functionele herstel in het OTB van met name de onderdoorgangen is te De kwaliteit van de verbindingen vermindert op allerlei gebied (sociaal, ecologie, instandhouding doelsoorten) en vraagt in onze ogen een betere compensatie.
- In de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer (12 juni 2018, kenmerk: IENW/BSK-2018/109267) over ambities fiets wordt actief verwezen naar de planstudie A4 N14 en de mogelijkheden om te investeren in fietsinfrastructuur door het Rijk.
- De Vlietzoom Alliantie heeft diverse brieven gestuurd waarin ambities en wensen zijn opgenomen voor onder andere het project A4 Haaglanden –
Vanwege alle bovenstaande argumenten zien de regionale partijen de genoemde spelregels niet als voorwaarden voor de regionale partijen. Wij zijn van mening dat het Rijk verantwoordelijk is voor de verdere financiering van de meekoppelkansen, bovenop het functioneel herstel. Dit in samenwerking met betreffende regionale partijen.
Wij willen graag op korte termijn het gesprek met u aangaan over de verantwoordelijkheid van het Rijk voor een goede ruimtelijke inpassing van de A4-N14 en de bereidheid van het Rijk het verdere initiatief te nemen voor de meekoppelkansen wat betreft inhoud, financiering en juridisch- planologische procedures.
Naast de meekoppelkansen vragen wij ook specifiek aandacht voor de gevolgen van het project A4 Haaglanden – N14 op de N470/Kruithuisweg, door extra capaciteit op de A4 en door het fileverplaatsingssysteem bij de Ketheltunnel. Dit betreft de gevolgen op het gebied van verkeersdoorstroming, geluid en lucht en de eventuele maatregelen die daarbij nodig zijn.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
secretaris drs. H.M.M. Koek,
voorzitter drs. J. Smit
Download de brief als pdf
(niet volledig toegankelijk)
86 kb