Tussentijdse rapportage 2022

DOWNLOAD DE BEGROTING ALS PDF-BESTAND
381 kb


1 Inleiding

Het jaar 2022 kenmerkt zich door vele veranderingen. Veranderingen in de wereld, zoals de oorlog in Oekraïne met als gevolg enorme prijsontwikkelingen en schaarste op de (arbeids-)markt. Maar ook veranderingen in gemeenteland, zoals het aantreden van de nieuwe gemeenteraden en colleges. Wat landelijk, regionaal en lokaal speelt, is van invloed op Holland Rijnland. Actuele ontwikkelingen vragen om een krachtige regio die inspeelt op de grote veranderingen in onze sociale en economische structuur. In tijden van verandering bieden gezamenlijke visies en acties perspectief. Daarom is Holland Rijnland samen met de gemeenten aan de slag gegaan met het opstellen van het ‘Werkprogramma Holland Rijnland 2022-2026. Dit Werkprogramma is voor zienswijzen voorgelegd aan gemeenteraden. Het is de verwachting dat het Algemeen Bestuur in december over dit Werkprogramma besluit.

Een krachtige regio-organisatie kan niet zonder bevlogen mensen en een gezonde financiële huishouding. Daarom is in 2022 extra aandacht besteed aan de ontwikkeling van de organisatie, zowel aan mensen als middelen. Inmiddels zijn er twee kernafdelingen geformeerd, Strategie & Beleid en Regionale Uítvoering. Deze kernafdelingen krijgen ondersteuning van de afdeling Bedrijfsvoering. Tot 1 januari 2023 is ook de Serviceorganisatie Zorg (SOZ) nog onderdeel van Holland Rijnland. Momenteel vindt de ontvlechting van dit organisatieonderdeel plaats. Per 1 januari 2023 wordt de SOZ een eigenstandige Gemeenschappelijke Regeling.

De structurele doorwerking van de tussentijdse rapportage en de loon- en prijsontwikkelingen als gevolg van landelijke en wereldwijde ontwikkelingen zullen nog in de meerjarenbegroting 2023- 2026 verwerkt moeten gaan worden. Wij verwachten de begrotingswijziging in de Algemeen Bestuursvergadering van december voor te leggen.

Deze tussentijdse rapportage (Turap) geeft de wijzigingen aan op de begroting 2022 die werd vastgesteld in het Algemeen Bestuur van 30 juni 2021. In de volgende paragrafen lichten we die wijzigingen per programma toe, zowel financieel als inhoudelijk en leggen deze vast in een begrotingswijziging.

2 Financiële samenvatting

Eerder dit jaar ontvingen het Algemeen Bestuur en de gemeenteraden een informatiebrief. De brief beschrijft de discrepantie tussen enerzijds de indexatie, die de basis is waarop Holland Rijnland voor de groei van de lasten wordt gecompenseerd en anderzijds de daadwerkelijke autonome kostenontwikkeling. Op de autonome groei als gevolg van een nieuw afgesloten CAO-akkoord en de prijsinflatie heeft Holland Rijnland geen invloed. Het tekort over 2022 wordt gedempt, doordat de organisatie een aantal vacatures moeilijk kan vervullen.

De Tussenrapportage is het eerste officiële planning & control document na goedkeuring van de Begroting 2022 (juni 2021). In dit document worden de financiële gevolgen van de tussentijdse besluiten meegenomen en als begrotingswijzigingen verwerkt. Hierbij moet gedacht worden aan:

  • Zowel de lasten als baten voor het Regionaal energiestrategie 2.0 zijn eerder niet meegenomen in de primaire begroting van Holland Het gaat om de baten die in de meicirculaire 2022 zijn gepubliceerd (€417.000). Hier tegenover staat ook €417.000 aan verwachte lasten. Voor de daadwerkelijke kosten voor de ondersteuning is Holland Rijnland afhankelijk van de gemeenten. Door een hogere inzet binnen het onderdeel Ruimte wordt een nadeel van per saldo €60.000 verwacht.
  • De actualisatie van subsidies heeft een grote impact op zowel de baten als lasten van de Dit zijn onder andere de subsidies voor vroegtijdige schoolverlaters en Regionale Meld- en Coördinatiepunten. Per saldo is er een geprognosticeerd voordeel van €60.000 op het programma Maatschappij en Jeugd;
  • Door een wijziging in de accountingregels voor gemeenten en provincies, moeten subsidies voor meerjarige projecten ook meerjarig in de lasten worden genomen. Voorheen werden de lasten direct in het jaar van beschikken Dit zorgt voor €195.000 aan lagere lasten in 2022. Het voordeel wordt in de reserve gestort om de lasten uit latere jaren te kunnen dekken. Deze gelden zijn beklemd en niet vrij besteedbaar;
  • De mutatie in de algemene dekkingsmiddelen bestaat voornamelijk uit de verzelfstandiging van SOZ van €730.000 en €25.000 voor Holland Rijnland, tezamen €755.000;
    Onderdeel van het hierboven genoemde bedrag voor de verzelfstandiging van SOZ (€730.000) is de structurele verhoging van de bijdrage aan SOZ van €480.000, conform het besluit van het portefeuillehouders overleg (PHO van 7 juli 2021).
    Het nadeel van €275.0000 (€755.000 minus €480.000) wordt veroorzaakt door onder andere hogere geprognosticeerde lasten voor inhuur, advies en onderzoek en de doorbelasting van Servicepunt71. De toerekening van de overheadkosten als gevolg van de verzelfstandiging van SOZ resulteert in nadeel van €250.000 voor SOZ en €25.0000 nadeel voor Holland Rijnland. Over de toerekening vinden nog bestuurlijke gesprekken plaats. Het nadeel van €275.0000 wordt niet direct opgehaald, maar is opgenomen als een stelpost. De budgetaire uitbreiding (€480.000) van SOZ in het kader van de ontvlechting zal nog voor de jaarrekening worden opgehaald.

In onderstaande tabel zijn de gesaldeerde mutaties per programma verwerkt. Binnen de programma’s kunnen er afwijkingen zijn tussen de producten, die worden nader toegelicht.

ProgrammaBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
Ruimte en EnergieB-417.000V
Ruimte en EnergieL477.000N
Maatschappij en JeugdB-470.000V
Maatschappij en JeugdL410.000N
Strategisch positionerenB-
Strategisch positionerenL-195.000V
Organisatie en samenwerkingB-
Organisatie en samenwerkingL755.000N
Algemene dekkingsmiddelenB-755.000V
Algemene dekkingsmiddelenL-
Mutatie reserveOnttrekking-
Mutatie reserveStorting195.000N
Eindtotaal-

3 Mutaties per Programma

3.1   Ruimte en Energie

Het programma Ruimte en Energie heeft een geprognosticeerd nadeel van €60.000, opgebouwd uit de onderdelen Ruimte (€140.000 nadeel), Wonen (€50.000 nadeel), RES (per saldo €0), Woonurgentie (€40.000 voordeel) en Mobiliteit algemeen (€90.000 voordeel). In 2022 worden extra inspanningen verricht om de vertragingen als gevolg van de Covid perirkelen in te halen.

Ruimte

Voor het onderdeel Ruimte is €140.000 aan extra lasten geprognosticeerd. Het verschil ten opzichte van de begroting komt voort uit drie projecten. Ten opzichte van de primaire begroting is meer gedaan dan was begroot. De projecten worden hieronder toegelicht.

Economische foto’s

De grote transities die op de regio afkomen hebben invloed op de economische ontwikkeling van de regio. De komende collegeperiode zal Holland Rijnland samen met gemeenten sterker inzetten op het ondersteunen van die economische ontwikkeling.

De regio kent een divers economisch landschap. Daarom is er de behoefte om de gemeentelijke economische structuren in kaart te brengen. In 2021 liet de gemeente Katwijk een economische foto maken, die onder andere kijkt naar de omvang en ontwikkeling van de economie, de demografische ontwikkeling en de regionale economische verwevenheid. Om ook meer zicht te krijgen op de toekomstige ontwikkelingen van de economie binnen het Holland Rijnland-gebied wordt een nulmeting uitgevoerd met verschillende economische foto’s. Er is gestart met de gemeenten rondom de stedelijke as (Katwijk-Leiden-Alphen aan den Rijn). In deze eerste tranche worden de gemeenten Noordwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude en Alphen aan den Rijn economisch bekeken. Dit is de eerste stap in het ontwikkelen van economische proposities op die stedelijke as. In de zomer is de opdracht voor deze foto’s uitgezet bij het adviesbureau dat ook in Katwijk de economische foto maakte. Daarmee kunnen de onderlinge foto’s goed worden vergeleken.

In de volgende tranche volgen de andere gemeenten in de Duin- en Bollenstreek en de Rijn- en Veenstreek, elk met iets andere accenten voortkomend uit de specifieke uitdagingen. Met de gemeenten wordt bekeken hoe een nulmeting te organiseren in relatie tot de opgaven in de Duin- en Bollenstreek (toekomstperspectief Greenport Duin- en Bollenstreek) en in relatie tot de opgaven in het Groene Hart (NOVI traject Groene Hart, landschapsstrategie en toekomstperspectief agrarische sector).

Landschapsstrategie Holland Rijnland

Voor de landschapsstrategie is een opdracht verleend aan adviesbureau Wing. In dit traject vindt verkenning plaats op de toekomstige inzet van Holland Rijnland op het gebied van de toekomstbestendigheid van haar landschap. Er komen veel ruimtelijke uitdagingen op de regio af. Zo is er onder andere behoefte aan ruimte voor woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie en bedrijvigheid. Holland Rijnland wil voorkomen dat er allerlei losstaande initiatieven ontstaan. Het streven is juist dat initiatieven elkaar aanvullen en versterken. Resultaat van dit traject is dan ook een gezamenlijke visie wat betreft de opgaven die in de regio gefaciliteerd gaan worden.

Toekomstperspectief agrarische sector

In opdracht van Holland Rijnland heeft het Centrum voor Landbouw en Milieu een rapportage naar de samenstelling van de agrarische sector in Holland Rijnland opgesteld. Zij hebben in beeld gebracht welke agrarische bedrijven waar in de regio actief zijn. Deze rapportage geeft inzicht in de grootte van de agrarische sector en welk deel van het buitengebied in handen is van agrariërs. De resultaten worden gebruikt bij de ontwikkeling van een gezamenlijke visie voor het landelijke gebied (landschapsstrategie).

Wonen

Meerwerk Regionale Woonagenda en Heroriëntatie Huisvestingsverordening

Op basis van ambtelijke en bestuurlijke gesprekken is het tijdspad voor de ontwikkeling van een geactualiseerd regionale woonagenda en huisvestingsverordering onrealistisch gebleken. Enerzijds op inhoud – enkele zaken waren nog onvoldoende besproken om tot overeenstemming te komen – anderzijds op het creëren van draagvlak bij stakeholders en raadsleden. Daarom is besloten de opdracht aan adviesbureau Companen, dat de pen voert voor het traject richting een geactualiseerde woonagenda en huisvestingsverordening, uit te breiden. Per saldo resulteert dat in geprognosticeerd nadeel van €50.000.

Regionale Energiestrategie (RES)

Er is sprake van volledige dekking voor het Ondersteuningsprogramma (uitgaand van een vergelijkbare rijksbijdrage voor 2023), inclusief de globale inschatting voor de ontwikkeling van een RES 2.0.

Voor de begroting van 2022 betekent dit, dat de verwachte rijksbijdrage van € 417.000,- wordt toegevoegd aan de RES, wat de toename van de baten in de begroting verklaart. De lasten worden ook geprognosticeerd op € 417.000,- voor het jaar 2022.

Woonurgentie

De lasten van het team Woonurgenties dalen structureel door nieuw afgesloten contracten met de bezwaarschriftencommissies. De loonkosten zijn in 2022 echter hoger dan begroot, door de vervanging van een langdurig zieke medewerker. Per saldo resulteert dit in een geprognosticeerd voordeel van €40.000 in 2022.

Mobiliteit

In het kader van de verdere uitwerking van de Regionale Strategie Mobiliteit (RSM) is er in de tweede helft 2022 een onderzoek uitgezet naar de ontwikkelingsmogelijkheden van HUB’s in Holland Rijnland. De aanbevelingen in de RSM behelzen meerdere projecten, waaruit nog een keuze wordt gemaakt welke daarvan prioriteit krijgen en worden opgepakt. De verdere uitwerking van de Mobiliteitsaanpak Noordelijke Duin- en Bollenstreek is sterk afhankelijk van politiek-bestuurlijke besluitvorming. De wijze van inzet van (financiële) middelen vanuit Holland-Rijnland is daarvan (mede) afhankelijk. Doordat de resultaten van het onderzoek pas tegen het eind van het jaar verwacht worden, schuift hierdoor de nadere uitwerking van de RSM door naar volgend jaar. Dit levert een geprognosticeerd voordeel van €90.000 voor dit jaar.

Programma Ruimte en EnergieBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
RuimteB
RuimteL140.000N
WonenB
WonenL50.000N
Regionale energiestrategie (RES)B-417.000V
Regionale energiestrategie (RES)L417.000N
WoonurgentieB
WoonurgentieL-40.000V
MobiliteitB
MobiliteitL-90.000V
Resultaat voor mutaties reserve60.000N
Onttrekking
Storting
Eindtotaal60.000N

3.2 Maatschappij en Jeugd

Het programma Maatschappij en Jeugd heeft een geprognosticeerd voordeel van €60.000, wat voortvloeit uit Regionaal Bureau Leerplicht. De overige onderdelen hebben geen financieel impact.

Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)

Subsidie Regionale Meld- en Coördinatiepunten (RMC)

Het RBL ontvangt jaarlijks de subsidie RMC vanuit het Rijk. Het subsidiebedrag wordt elk jaar geïndexeerd. In de initiële begroting was de indexering van de laatste jaren nog niet meegenomen. Daarnaast is in de RMC-subsidie eenmalig een aanvullend bedrag verwerkt ten behoeve van de aanpak jeugdwerkloosheid. Als gevolg hiervan stijgen de baten met €237.000, waarvan €127.000 structureel. De lasten stijgen in 2022 met €177.000, waarvan eveneens €127.000 structureel. Per saldo wordt er voor 2022 een incidenteel voordeel van €60.000 verwacht.

Regionale gemeentelijke VSV-projecten

Het RBL ontvangt jaarlijks €200.000 vanuit deelnemende gemeenten, waarmee aanvullende projecten in het kader van voortijdig schoolverlaten (vsv) worden gefinancierd. Deze extra middelen waren aanvankelijk niet begroot en worden in deze tussenrapportage opgenomen in de begroting (baten en lasten). Per saldo is er geen financieel effect.

Beschikking vroegtijdige schoolverlaters 2021

Evenals de afgelopen jaren krijgt Holland Rijnland een subsidie voor vsv van gemeente Leiden. Dit jaar ter hoogte van €34.000. Deze extra middelen waren aanvankelijk niet begroot en worden in deze tussenrapportage opgenomen in de begroting (baten en lasten). Per saldo is er geen financieel effect.

Vertegenwoordiging en coördinatie Jeugdhulpregio

In 2021 besloten de gemeenten in Holland Rijnland om de regionale samenwerking op het terrein van jeugdhulp vanaf 2022 anders in te richten. De inhoudelijke inzet van Holland Rijnland is afgebouwd en eind 2021 zijn de taken in het kader van de vertegenwoordiging en coördinatie van de jeugdhulpregio en het secretariaat overgedragen aan de ondersteuningseenheid van gemeente Leiden. Vanaf 2022 heeft Holland Rijnland alleen nog afrondende taken omtrent het financieel beheer uitgevoerd. Het resterende werkbudget van het Jaarplan 2021 wordt overgeheveld naar de gemeente Leiden. Het budget van het Transformatiefonds is volledig bestemd. Daarmee zijn de beheerstaken van Holland Rijnland in 2022 afgerond.

Programma Maatschappij en JeugdBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)B-470.000V
Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)L410.000N
Resultaat voor mutaties reserve-60.000V
Onttrekking
Storting
Eindtotaal-60.000V

3.3 Strategisch positioneren

Het programma Strategisch positioneren heeft over 2022 een geprognosticeerd voordeel van €195.000, omdat de lasten van projecten over meerdere jaren verspreid moeten worden. De lasten verschuiven daarmee naar latere jaren, derhalve wordt dit voordeel in de reserve Cofinanciering gestort om ook in die jaren aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

De ervaring leert dat de voorbereiding van nieuwe projecten in het kader van het Cofinancieringsfonds een lange doorlooptijd kent. In 2022 zijn er twee projecten in de opstartfase die aansluiten op prioriteiten uit de Regionale Agenda. Het gaat hierbij om de circulaire opslag van zoetwater voor de bomenteelt en de inzet van drones voor onderzoek van gewassen in de Duin-en Bollenstreek. De verwachting is dat in 2022 voor deze twee projecten €200.000 toegekend gaat worden. Dit is onderdeel van de prognose.

Het is gebleken dat de inzet van Holland Rijnland impuls geeft voor andere partijen en andere investeerders om aanvullende middelen ter beschikking te stellen. Bij het project Groene Hart Waterstof is de bijdrage van Holland Rijnland €100.000 en het totale investeringsbedrag €200.000. Voor het project Circular Changes was de bijdrage van Holland Rijnland mede voorwaarde voor het verstrekken van een subsidie van €250.000 door de provincie Zuid-Holland. Recentelijk is de multiplier van het Cofinancieringsfonds berekend op gemiddeld een factor 2 tot 3 per project.

In 2021 is er een wijziging van de BBV regels (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) doorgevoerd, waarbij beschikte subsidies niet meer in het jaar van beschikken volledig in de lasten mogen worden opgenomen. Wanneer de subsidie is bedoeld voor een meerjarig project dan dient Holland Rijnland als subsidieverstrekker ook de lasten met hetzelfde bestedingsritme in de eigen administratie te verwerken. Deze wijziging is bij de jaarrekening 2021 voor het eerst verwerkt, maar nog niet in de begroting 2022 en ook nog niet in de begroting 2023. Voor 2022 geldt dat het voordeel aan de reserve Cofinancieringsfonds wordt toegevoegd, aangezien middels het beschikken van de bedragen hier een juridische verplichting op rust en dus niet meer vrij besteedbaar zijn.

Programma Strategisch positionerenBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
CofinancieringB
CofinancieringL-195.000V
Resultaat voor mutaties reserve-195.000V
Reserve cofinancieringOnttrekking
Reserve cofinancieringStorting195.000N
Eindtotaal0

3.4 Organisatie en samenwerking (Overhead)

In het portefeuillehoudersoverleg Jeugd van 7 juli 2021 is besloten het werkbudget van SOZ te verhogen met €480.000. Verder heeft het programma Organisatie en samenwerking (Overhead) een geprognosticeerd nadeel van €275.000. In totaal stijgen de lasten daardoor met €755.000. Het nadeel van €275.000 is het gevolg van salaris- en prijstijgingen en onder andere hogere lasten voor inhuur, advies en onderzoek en de doorbelasting van Servicepunt71 voor de gehele organisatie Holland Rijnland (€25.000 nadeel) en SOZ (€250.000 nadeel). Over de toerekening van de overheadkosten naar de onderdelen vinden nog bestuurlijke gesprekken plaats. Dit nadeel wordt niet direct opgehaald maar wordt voorlopig opgenomen als een stelpost. De budgetaire uitbreiding (€480.000) van SOZ in het kader van de ontvlechting zal nog voor de jaarrekening worden opgehaald.

In eerste instantie werd omtrent de reguliere activiteiten van Holland Rijnland een tekort van €200.000 verwacht. Dit omdat de salarislasten als gevolg van het CAO akkoord harder zijn gestegen dan waarvoor Holland Rijnland op basis van de berekende indexatie gecompenseerd krijgt. Holland Rijnland had echter al een aantal vacatures openstaan, waarbij er nog extra vacatureruimte is ontstaan door het vertrek van collega’s vanwege carrièrestappen dan wel vervroegd pensioen. Er wordt stevig ingezet op het invullen van de vacatures, waardoor verwacht mag worden dat er sprake is van een eenmalig voordeel in 2022.

Holland Rijnland heeft de afgelopen periode constructieve gesprekken gevoerd met Servicepunt71. De dienstverlening is gezamenlijk doorgelicht, waarbij het mogelijk is gebleken om de totale kosten te reduceren. Door de verrekeningssystematiek die Servicepunt71 hanteert, zullen deze voordelen vanaf 2023 zichtbaar worden. Daarnaast zijn de kosten voor de reguliere activiteiten Holland Rijnland en SOZ ontvlochten. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor accounts en licenties. Hierdoor zijn de kosten voor Holland Rijnland omlaag gebracht, maar voor SOZ met hetzelfde bedrag verhoogd.

In het kader van de ontvlechting is in het PHO van 7 juli 2021 besloten om €480.000 structureel beschikbaar te stellen aan de op te richten Gemeenschappelijke Regeling SOZ vanaf 2022. Het structurele budget van €480.000 is onder andere bestemd voor de formatie uitbreiding van SOZ en de kosten van overhead. Meer formatie vertaalt zich ook in een stijging van de overhead. Het invullen van de formatie met vast personeel bleek ook voor SOZ een grote uitdaging. Op de nog niet ingevulde posities heeft inhuur plaatsgevonden, wat heeft geleid tot hogere lasten dan voorzien. De structurele verhoging van €480.000 zal na deze tussentijdse rapportage in de begroting worden verwerkt.

Verder worden er nog gesprekken gevoerd over de verdeling van de overheadkosten over de verschillende organisatieonderdelen van Holland Rijnland: 1) Holland Rijnland (exclusief RBL en SOZ), 2) Holland Rijnland RBL en 3) Holland Rijnland SOZ. Naar aanleiding van deze gesprekken kan er binnen dit programmaonderdeel een verschuiving optreden. Dit zal in de jaarrekening tot uitdrukking komen, waarbij dit ook gevolgen zal hebben voor de bijdrage per gemeente. Dit zal tevens een impact hebben op de begroting 2023.

Programma Organisatie en samenwerkingBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
Overhead Holland RijnlandB
Overhead Holland RijnlandL25.000N
Overhead TWOB
Overhead TWOL730.000N
Resultaat voor mutaties reserve755.000N
Onttrekking
Storting
Eindtotaal755.000N

3.5 Algemene dekkingsmiddelen

Programma Algemene dekkingsmiddelenBaten/ Lasten2022Voordeel/ Nadeel
SOZ: investering i.v.m. ontvlechting)B-480.000V
SOZ: investering i.v.m. ontvlechting)L
Stelpost nadeel SOZB-250.000V
Stelpost nadeel SOZL
Stelpost voordeel Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)B60.000N
Stelpost voordeel Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)L
Stelpost nadeel Holland RijnlandB-85.000V
Stelpost nadeel Holland RijnlandL
Resultaat voor mutaties reserve-755.000V
Algemene reserveOnttrekking
Algemene reserveStorting
Eindtotaal-755.000V

Dit programma sluit met een aantal stelposten. Van het geprognosticeerd resultaat van €755.000 zal alleen de budgetaire uitbreiding (€480.000) van SOZ in het kader van de ontvlechting nog voor de jaarrekening worden opgehaald. De overige stelposten zullen bij de jaarrekening worden afgewikkeld.

Bij de ontvlechting van de Tijdelijke Werk Organisatie (TWO, nu SOZ) hebben de gemeenten, op basis van de door het adviesbureau KokxDeVoogd gemaakte financiële opstelling, besloten de begroting van SOZ (in oprichting) vast te stellen op €2,8 miljoen (prijspeil 2021). De omvang van de begroting van het onderdeel SOZ in de begroting van Holland Rijnland bedroeg was €2,3 miljoen. Omdat de ontvlechting niet gerealiseerd kon worden op 1 januari 2022 maar doorgeschoven moest worden naar 1 januari 2023 maakt de SOZ-organisatie nog deel uit van Holland Rijnland en dus ook van de begroting, rapportages en jaarrekening van Holland Rijnland. De budgetaire uitbreiding van €480.000 is nog niet in de begroting 2022 van Holland Rijnland verwerkt en daardoor ook nog niet bij de gemeenten opgehaald. Na vaststelling van deze tussentijdse rapportage zal dit bedrag bij de gemeenten worden opgehaald.

Het jaarresultaat van SOZ zal naar verwachting uitkomen op €3,2 miljoen. De hogere uitkomst wordt veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen, inhuur doordat vacatures niet ingevuld konden worden en hogere kosten van SP71. Er is geen reserve SOZ waaruit dit tekort gedekt zou kunnen worden. Vooralsnog wordt er in deze tussentijdse rapportage een stelpost van €250.000 aan extra bijdrage van de gemeenten opgenomen. Zoals hiervoor al aangegeven worden er nog gesprekken gevoerd over de verdeling van de overheadkosten over de verschillende organisatieonderdelen van Holland Rijnland:

1 Holland Rijnland (exclusief RBL en SOZ), 2 Holland Rijnland RBL en 3 Holland Rijnland SOZ. Naar aanleiding van deze gesprekken kan er een verschuiving optreden. Dit zal in de jaarrekening tot uitdrukking komen, waarbij dit ook gevolgen zal hebben voor de bijdrage per gemeente.

Over de eenmalige ontvlechtingskosten van SOZ is besloten dat deze separaat bij de gemeenten in rekening mogen worden gebracht. Op dit moment bedragen de ontvlechtingskosten €81.000. Bij de jaarrekening zal het definitieve bedrag worden vastgesteld en dan ook bij gemeenten in rekening worden gebracht.

4 Risicoparagraaf

Toerekening kosten Overhead 2022

De overheadkosten worden naar omvang van de afdelingen over de verschillende organisatieonderdelen verdeeld. Dit is een gebruikelijke methode met betrekking tot de toerekening van dergelijke kosten. Echter na het besluit om de ontvlechting van SOZ met een jaar uit te stellen, is hieromtrent geen aparte afspraak gemaakt. Er vinden op dit moment bestuurlijke gesprekken plaats over de wijze waarop hiermee in 2022 wordt omgegaan. Op totaalniveau leidt dit niet tot een kostenverhoging. Het gaat om een interne verschuiving tussen Holland Rijnland en SOZ. Dit heeft wel gevolgen voor de bijdrage per gemeente, in het bijzonder voor de gemeenten Voorschoten, Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem. Indien de huidige methode wordt aangepast, zal dit voor de voorgenoemde gemeenten tot een hogere bijdrage leiden.

5 Begrotingswijziging

ProgrammaBaten/Lasten2022Resultaat
Ruimte en EnergieB-417.000V
Ruimte en EnergieL477.000N
Subtotaal60.000N
Maatschappij en JeugdB-470.000V
Maatschappij en JeugdL410.000N
Subtotaal-60.000V
Strategisch positionerenB-
Strategisch positionerenL-195.000V
Subtotaal-195.000V
Organisatie en samenwerkingB-
Organisatie en samenwerkingL755.000N
Subtotaal755.000N
Algemene dekkingsmiddelenB-755.000V
Algemene dekkingsmiddelenL-
Subtotaal-755.000V
Mutatie reserveOnttrekking-
Mutatie reserveStorting195.000N
Subtotaal195.000N
Resultaat-

Deze tussentijdse rapportage richt zich primair op het jaar 2022. Het is de verwachting dat er in december een begrotingswijziging over 2023 zal worden voorgelegd. Eventueel zullen daarbij ook de meerjarenconsequenties worden meegenomen.

6 Toelichting op extra budgetten

GemeentenBudget wijziging HR RegulierBudget wijziging RBLBudget wijziging Subtotaal HRBudget wijziging Subtotaal SOZBudget wijziging Totaal
Alphen ad Rijn16.655-16.65535.63552.291
Hillegom3.306-3.0992075.6635.870
Kaag & Braassem4.063-3.8542094.9665.175
Katwijk9.787-10.763-976177.995177.020
Leiden18.620-14.0554.565210.841215.406
Leiderdorp4.027-3.92610157.18557.286
Lisse3.417-3.23917852.10952.287
Nieuwkoop4.288-4.28820.05424.343
Noordwijk6.476-5.91656071.10571.665
Oegstgeest3.697-4.112-41523.01922.604
Teylingen5.573-5.641-6858.65758.589
Voorschoten3.810-4.134-324--324
Zoeterwoude1.281-1.2621912.76912.789
Totaal85.000-60.00025.000730.000755.000

Bovenstaand zijn de financiele effecten van de wijzigingen per gemeente in beeld gebracht. De wijzigingen worden in verschillende kolommen gepresenteerd, omdat de verschillende onderdelen een eigen verdeelsleutel kennen. De verwachte tekorten worden echter nog niet bij gemeenten in rekening gebracht en zijn als stelpost in de begroting opgenomen. Alleen de budgetaire uitbreiding (€480.000) van SOZ in het kader van de ontvlechting zal nog voor de jaarrekening worden opgehaald. De onderstaande tabel geeft de verdeling per gemeente. Voor het resultaat zijn voor alle onderdelen (HR regulier, RBL en SOZ) de actuele verdeelsleutels voor de gemeenten gebruikt.

Verder worden er nog gesprekken gevoerd over de verdeling van de overheadkosten over de verschillende organisatieonderdelen Holland Rijnland: 1) Holland Rijnland (exclusief RBL en SOZ), 2) Holland Rijnland RBL en 3) Holland Rijnland SOZ. Naar aanleiding van deze gesprekken kan er een verschuiving optreden. Dit zal in de jaarrekening tot uitdrukking komen, waarbij dit ook gevolgen zal hebben voor de bijdrage per gemeente. Dit zal tevens een wijziging op de begroting 2023 tot gevolg hebben.

De onderstaande tabel geeft de verdeling per gemeente dat nog voor de jaarrekening zal worden opgehaald.

GemeentenBudget wijziging SOZ
Alphen ad Rijn23.424
Hillegom20.399
Kaag & Braassem3.264
Katwijk96.147
Leiden134.588
Leiderdorp29.420
Lisse26.065
Nieuwkoop28.831
Noordwijk41.659
Oegstgeest26.473
Teylingen41.659
Voorschoten-
Zoeterwoude8.069
Totaal480.000

7 Besluit

 Het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; b e s l u i t:

De tussenrapportage 2022 en de daarbij behorende begrotingswijzingen vast te stellen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, gehouden op 19 oktober 2022

L.P. Vokurka, secretaris
H.J.J. Lenferink, voorzitter

Back To Top
Ga naar de inhoud