Kaderbrief Holland Rijnland 2025

DOWNLOAD DE KADERBRIEF 2025 ALS PDF-BESTAND
453 kb


Geachte leden van het Algemeen Bestuur,

Voor u ligt de Kaderbrief 2025. Deze kaderbrief legt de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting vast en bevat de financiële kaders. Met de Kaderbrief schetsen we de strategische thema’s en activiteiten binnen waar Holland Rijnland zich in 2025 en verder op zal toeleggen binnen de twee programma’s: Regionale Uitvoering en Strategie & Beleid.

Strategie en Beleid

De kracht van de 13

De regio kent een grote mate van veelzijdigheid voor wat betreft landschappen, economische ontwikkelingen, woonmilieus en recreatiemogelijkheden. De Stedelijke As (van Katwijk via Leiden naar Alphen aan den Rijn), het Groene Hart en de Duin- en Bollenstreek zijn aan elkaar verbonden en versterken elkaar. In Holland Rijnland kan je wonen nabij zee, in een bruisende en historische stad of in het groen. Kan je werken in de kenniseconomie, in een innovatief mkb, een agrarisch of een internationaal opererend bedrijf. Kan je recreëren op het strand, in het grootste plassengebied van Nederland, in het Groene Hart en in de stad. En dit alles centraal gelegen tussen Schiphol, de Metropoolregio’s van Amsterdam, Rotterdam-Den Haag en Utrecht.

Door samen te werken versterken de 13 gemeenten hun kracht. Hiermee dragen zij bij aan een goede brede welvaart in de toekomst door het bouwen van woningen, het creëren van banen en door het gebied duurzaam en toekomstbestendig in te richten. Eenvoudig is dat niet. De kernen in de regio kampen met verschraling door het wegtrekken van (zorg)voorzieningen en het afschalen van het openbaar vervoer. In bebouwd gebied wordt flink verdicht. Onze energievoorziening is nog niet toekomstbestendig. De effecten van klimaatverandering vragen om meer ruimte voor groen en blauw en water en bodem als sturend principe, zowel binnen als buiten de stedelijke gebieden. We moeten kijken naar de problematiek van bodemdaling en grondwaterstanden. De beschikbaarheid van drinkwater staat onder druk. De regio moet bereikbaar en verbonden blijven voor verplaatsingen binnen en buiten de regio. Ook moeten we onze mobiliteit verduurzamen. De economie moeten we verder innoveren, zodat die mee kan gaan met de ontwikkelingen in de snelle, onzekere en complexe wereld.

Deze opgaven stoppen niet bij de gemeentegrenzen. Daarom willen de dertien gemeenten gezamenlijk deze uitdagingen aangaan door de krachten te bundelen en samen op te trekken richting Provincie en Rijk. Deze ambitie wordt vervat in de Regionale Investeringsagenda. Zo zorgen we dat onze regio een prettige blijft om te leven, te werken en te recreëren.

Samen sterk: Regionale Investeringsagenda

In de vorige bestuursperiode zijn met de Regionale Omgevingsagenda (ROA), de Regionale Strategie Mobiliteit (RSM) en de Regionale Energiestrategie (RES) samen keuzes gemaakt over de toekomstige ontwikkeling van onze regio. Vanuit die strategische kaders en het daaruit voortvloeiende ‘werkprogramma Holland Rijnland 2022-2026’ is in 2023 gewerkt aan het concretiseren van de Regionale Investeringsagenda. Met deze agenda verdiepen we de focus van ambitie naar realisatie en uitvoering. Ook bevordert de agenda de samenhang tussen de vier opgaven Economie, Groen en Blauw, Mobiliteit en Energie:

  1. Een economisch sterke en innovatieve regio
  2. Een groene en klimaatbestendige regio
  3. Een bereikbare en verbonden regio
  4. Een duurzaam energie zekere regio

De Regionale Investeringsagenda bevat projecten die van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling van de regio en een investeringsstrategie. Wat projecten uit de agenda gemeen hebben is dat ze er regionaal toe doen en dat gemeenten ze niet alleen kunnen realiseren. Deze projecten bevinden zich in verschillende fases:

  • P1: direct uitvoerbare projecten,
  • P2: projecten in de ontwikkeling, zoals de uitbreidingen van het regionale doorfietsroutenetwerk en de uitbreiding van de netcapaciteit.
  • P3: projecten in de conceptfase, zoals een fijnmazig Openbaar Vervoer netwerk naar kleine kernen.

De concretisering en prioritering van de door de gemeenten aangedragen projecten is momenteel in volle gang.

Naast directe projectfinanciering zal er binnen de investeringsstrategie ruimte zijn voor thematische fondsvorming. Projecten van gemeenten die voldoen aan vastgestelde criteria komen in aanmerking voor cofinanciering vanuit Holland Rijnland. Tevens biedt de systematiek van de Regionale Investeringsagenda ruimte voor toekomstige icoonprojecten.

Organogram Regionale Investeringsagenda
Organogram Regionale Investeringsagenda

De organisatie Holland Rijnland zal zich richten op het begeleiden en financieren van P2 en P3 projecten. De daadwerkelijke realisatie van P1 projecten zien we als een gedeelde verantwoordelijkheid van de betrokken gemeenten. Investeringen in concrete uitvoeringsprojecten (P1) liggen daarmee bij (een groep) gemeenten. Holland Rijnland faciliteert aanvullend daarop de verbinding met de provincie, het Rijk en de EU, met als doel het realiseren van een multiplier op de middelen van gemeenten. Ook voor de themafondsen die Holland Rijnland zal beheren streven we naar cofinanciering door andere overheden.

Binnenkort krijgen alle gemeenteraden de gelegenheid om hun visie te geven op de Regionale Investeringsagenda. Daartoe start eind januari 2024 een zienswijzeprocedure. Daarna volgt besluitvorming in het Algemeen Bestuur van maart 2024. Het Dagelijks Bestuur zal hier een financieel voorstel aan koppelen. Uitgangspunt daarbij is om te beginnen met een incidentele bijdrage van gemeenten. Deze incidentele bijdrage is bedoeld om de prioritaire P2- en P3-projecten en de themafondsen op te starten. Op deze manier wordt rekening gehouden met het ‘ravijnjaar 2026’. Het besluit over de financiering van de Regionale Investeringsagenda zal bij de behandeling van de gemeentelijke kadernota 2025 aan de raden worden voorgelegd. De financiële consequenties voor Holland Rijnland zullen vervolgens bij de begroting of bij begrotingswijziging worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.

Regionale Uitvoering

Gemeenten in Holland Rijnland hebben een aantal belangrijke uitvoeringstaken belegd bij de afdeling “Regionale Uitvoering” van Holland Rijnland. Het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) is verreweg het grootste team binnen deze afdeling. Het RBL Holland Rijnland is belast met de taken rondom leerplicht en voortijdig schoolverlaten. Daarnaast verstrekt Holland Rijnland namens de gemeenten urgentieverklaringen voor sociale huurwoningen en voert Holland Rijnland het beheer over het contract met de vervoerder van de Regiotaxi. Gemene deler van deze drie verschillende taken: Holland Rijnland is voortdurend gericht op een hoge kwaliteit van dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten.

Team Regionaal Bureau Leerrecht

Wat willen we bereiken?

Elf van de dertien gemeenten in Holland Rijnland organiseren samen de uitvoerende wettelijke taken rondom leerplicht en het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. De missie van het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) Holland Rijnland, is vastgesteld in het beleidsplan RBL Holland Rijnland 2022-2025. Deze luidt:

“Iedereen verdient kansen op onderwijs en ontwikkeling. Sommige kinderen en jongeren hebben steun nodig bij het grijpen van die kansen. Wij bieden die steun.”

Deze missie vertaalt zich in vier operationele doelstellingen:

  • Steeds meer kinderen en jongeren volgen Als onderwijs niet passend is, werken ze en/of krijgen ze (jeugd)hulp;
  • Thuiszitters en voortijdig schoolverlaters worden vaker toegeleid naar onderwijs of, als onderwijs niet passend is, naar werk en/of hulpverlening;
  • Verzuimende leerlingen volgen na onze interventies vaker de lessen;
  • Jongeren, ouders, scholen en partners waarderen onze dienstverlening steeds beter.

Schooluitval is niet alleen maatschappelijk, maar ook economisch ongewenst. Net als een goede aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp, is een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt van belang om talenten optimaal te kunnen benutten. Hiertoe werkt het RBL intensief samen met onderwijs, zorg, opdracht- gevende gemeenten en andere ketenpartners.

Wat gaan we daarvoor doen?

Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs. Door het volgen van onderwijs kunnen jeugdigen zich ontplooien en ontwikkelen. Door het behalen van een startkwalificatie voldoen zij aan het minimale niveau dat nodig is om een goede kans te maken op de arbeidsmarkt en mee te doen in de samenleving. Als uitvoeringsorganisatie heeft het RBL de structurele taak om de leerplichtfunctie (5- tot 16-jarigen), de kwalificatieplicht (16- en 17-jarigen) en de Doorstroompunt-functie voortijdig schoolverlaten (voor 18- tot 23-jarigen) uit te voeren. De kern van het werk bestaat uit het (aan)spreken en begeleiden van kinderen en jongeren (en hun ouders) die kort- of langdurig niet naar school gaan, dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn. Het RBL werkt hierbij nauw samen met scholen, hulpverlening, gemeenten en andere ketenpartners.

Het RBL heeft daarbij ook een belangrijke signalerende rol, bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking tussen onderwijs en (jeugd)hulpverlening en het tot stand brengen van een dekkend onderwijs-zorgcontinuüm in de regio.

Daarnaast speelt het RBL een coördinerende rol bij het regionale VSV-programma (voortijdig school verlaten). Hierin werken scholen, gemeenten en RBL samen om gericht en effectief acties te ondernemen om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Het RBL voert bovendien het fondsenbeheer over de gemeentelijke VSV-projecten.

In recente jaarverslagen en het beleidsplan 2022-2025 vindt u meer gedetailleerde informatie over de aanpak van het RBL en de hiermee geboekte resultaten.

Wat speelt er in 2025?

Primair en Voortgezet Onderwijs

Scholen, jeugdhulporganisaties, gemeenten, het hele sociale domein voelt de opgave om onze jeugd een goede toekomst te bieden. Deze opgave is uitdagend. Steeds meer kinderen kampen met problemen en de complexiteit van de problematiek loopt op. Ook het RBL Holland Rijnland wordt in toenemende mate op de proef gesteld. Gezien het toenemend aantal kinderen dat kort of langdurig niet naar school gaat zijn caseloads en daarmee de werkdruk bij het RBL sterk toegenomen. De formatie is al langere tijd niet meer conform de formatierichtlijn voor leerplichtorganisaties. Daarmee vindt het Dagelijks Bestuur het noodzakelijk de formatie van het RBL in 2025 met 4 FTE te laten groeien. Dat vertaalt zich in een structurele extra bijdrage van € 307.317. Deze wordt verdeeld over deelnemende gemeenten aan het RBL volgens de gangbare verdeelsleutel.

Middelbaar Beroepsonderwijs en voortijdig schoolverlaters

In het najaar van 2025 zal naar verwachting de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ in werking treden. Met deze wet wordt de doelgroep van het RBL uitgebreid met 23-27 jarigen. Ook deze jongeren worden door het RBL benaderd om hen te begeleiden in hun ontwikkeling. Om deze doelgroep te kunnen bedienen zal het RBL in formatie groeien. Deze groei zal echter volledig gefinancierd worden vanuit de Doorstroompunt-subsidie vanuit het Rijk, die in lijn met de wetswijziging zal worden opgehoogd. Het nieuwe subsidiebedrag is op het moment van schrijven nog niet bekend.

Team woonurgenties

Wat willen we bereiken?

We zorgen voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de taken rondom urgentieaanvragen voor sociale huurwoningen:

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We faciliteren een onafhankelijke regionale urgentiecommissie met kennis van zaken;
  • We voeren het secretariaat van deze regionale urgentiecommissie en bereiden besluitvorming voor;
  • We voeren het verweer in bezwaar- en beroepsprocedures bij de rechtbank en de Raad van State;
  • Ook zorgen we voor de regionale behandeling van bezwaren omtrent woonruimteverdeling door de verschillende bezwaarschriftencommissies.

Wat speelt er in 2025?

Indien dat juridisch en praktisch mogelijk blijkt, willen we in 2025 een proef starten met ‘ambtelijk horen’ in bezwaarprocedures. Ambtelijk horen kan zowel voor de bezwaarmaker als voor het bestuursorgaan voordelen met zich mee brengen, doordat bezwaarmaker snel en efficiënt te woord kan worden gestaan.

Team Regiotaxi

Wat willen we bereiken?

We zorgen ervoor dat alle inwoners van onze regio veilig en plezierig van A naar B kunnen reizen als de auto of het OV voor hen geen optie of wens is. Hiertoe dragen we middels stevig contractbeheer met vervoerder(s) zorg voor een kwalitatief hoogstaand systeem van Collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem (Regiotaxi).

Wat gaan we daarvoor doen?

Wij zijn verantwoordelijk voor de aanbesteding en het contractbeheer met de vervoerder van de Regiotaxi. Wij zien erop toe dat de uitvoering conform het bestek geschiedt. Zo monitoren we de tijdigheid van het vervoer, de klantbeleving (middels een continu klanttevredenheidsonderzoek), het aantal klachten en de afhandeling hiervan, het vervoersvolume, et cetera. We staan voortdurend in contact met individuele gemeenten, vervoerder, belangenorganisaties en reizigers en dragen zorg voor een zorgvuldige en tijdige communicatie met al deze partijen.

Wat speelt er in 2025?

Voor 2025 zijn geen bijzonderheden voorzien.

Financiële kaders en gemeentelijke bijdrage

Met de “Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen” beschikken de gemeenten in de regio Hollands-Midden sinds 2010 over een gedragen instrument om, met alle gemeenschappelijke regelingen waarin zij deelnemen, uniforme afspraken te maken over indexering en algemene taakstelling voor de op te stellen begrotingen. De kaderstelling voor de begroting 2025 is op 26 oktober 2023 in de bestuurlijke werkgroep Financiële Kaderstelling Gemeenschappelijke Regelingen (FKGR) van de gemeenten in Hollands Midden besproken. De brief van de werkgroep hebben we ontvangen op 1 november en is opgenomen in Bijlage I.

Op 5 juli heeft het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland van de werkgroep FKGR een vooraankondiging voor het financieel kader voor de begroting 2025 ontvangen. Dit omdat de inflatie de afgelopen jaren fors is opgelopen. In de brief is het voornemen aangekondigd de indexering 2025 te corrigeren voor de ontwikkelingen in de jaren 2022 t/m 2024. Deze brief hebben we opgenomen in Bijlage II.

Financiële positie gemeenten

De bestuurlijke werkgroep FKGR vraagt in de brief van 1 november aandacht voor de financiële positie van gemeenten. Holland Rijnland heeft vanzelfsprekend oog voor de veranderende situatie van de gemeentefinanciën en zal hier indien nodig rekening mee houden.

Bepaling van de indexering

De toegepaste systematiek houdt dus in dat de indexering voor 2025 wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen in de jaren 2022 t/m 2024 die volgen uit de laatst bekende septembercirculaire, in dit geval de septembercirculaire 2023. De indexatiepercentages vallen in de septembercirculaire 2023 hoger uit dan in de septembercirculaire 2022 bepaald, mede als gevolg van de inflatie en de CAO verhogingen. Conform het besluit van de bestuurlijke werkgroep wordt derhalve de indexering van personele lasten met 5,7% tot 11,1% gecorrigeerd en van materiële lasten met 2,1% tot 3,7%.

SeptembercirculairePrijs overheidsconsumptie beloning medewerkersPrijs overheidsconsumptie, netto materieel
Jaar20222023202420252022202320242025
20224,80%2,80%3,90%4,10%5,90%2,40%
20237,40%3,50%6,30%5,40%5,10%5,90%3,50%1,60%
Correctie2,60%0,70%2,40%5,70%1,00%0,00%1,10%2,10%
Vastgestelde indexering11,10%3,70%

Tabel 1: vaststelling indexeringspercentages 2025

In tabel 1 is terug te zien dat de indexering die we hebben toegepast op de beloning van medewerkers voor zowel 2022, 2023 als 2024 achter is gebleven bij de ontwikkeling van het prijspeil. Dat houdt in dat er een verschil zit tussen de benodigde indexering voor de jaren 2022 t/m 2024 en de vastgestelde indexering voor deze jaren van respectievelijk 2,6%, 0,7% en 2,4%. Hiervoor corrigeren we door een correctie mee te nemen bij het percentage van 5,4% voor de personele lasten van 2025. De vastgestelde indexering voor de personele lasten 2025 komt daarmee uit op 11,1%.

Dezelfde systematiek geldt voor de indexatie van materiele lasten en is in het laatste deel van tabel 1 terug te zien en bedraagt 3,7%. Vervolgens bepalen we de gewogen indexering door personele lasten voor 53% en de materiële lasten voor 47% mee te wegen. De gewogen indexering komt zodoende uit op 7,56%.

Reguliere bijdrage van gemeenten

Voor het jaar 2025 vindt een indexatie van de gemeentelijke bijdrage plaats. De indexatie is ter dekking van staand beleid van gemeenschappelijke regelingen.

Daarnaast geldt dat gemeenten voor de indexatie reeds in het lopende jaar in het gemeentefonds wordt gecompenseerd. Tabel 2 geeft de reguliere bijdrage 2025 van gemeenten weer.

Ontwikkeling totaalbedrag t/m 2025 (cumulatief in €)
Reguliere bijdrage gemeenten in 2024 incl. gemeentelijke VSV6.835.845
Loon- en prijscompensatie regulier 2025516.920
Subtotaal reguliere bijdrage gemeenten 20257.352.765
Uitbreiding formatie RBL (structureel)307.257
Geïndexeerde bijdrage gemeenten in 20257.660.022

Tabel 2: indexatie reguliere bijdragen gemeenten 2025

De bijdrage van gemeenten is opgebouwd uit verschillende componenten. De eerste component betreft de reguliere bijdrage van 2024. Met de begroting 2024 heeft Holland Rijnland ervoor gekozen de gemeentelijke middelen ter voorkomen van voortijdig schoolverlaten (€ 200.000) per 2025 te laten lopen via de reguliere bijdrage van gemeenten. Dit bedrag is af te lezen in de eerste regel. Vervolgens passen we de indexering toe op deze reguliere bijdrage. Dat resulteert in de loon- en prijscompensatie regulier 2025.

Daarnaast heeft het Dagelijks Bestuur besloten per 2025 de formatie van het Regionaal Bureau Leerrecht (RBL) meer in lijn te brengen met de formatierichtlijn voor leerplichtorganisaties. De commissie Maatschappij heeft op de regiodag positief geadviseerd aan het Algemeen Bestuur op dit besluit. Concreet betekent dit dat het RBL vanaf 2025 structureel 4 FTE meer in de formatie krijgt. De structurele lasten hiervan worden gedekt uit een verhoging van de bijdrage van de aan het RBL deelnemende gemeenten.

De totale bijdrage aan Holland Rijnland komt daarmee over 2025 uit op €7,6 mln.

Geen indexering bijdrage per inwoner voor 2025

In de Kaderbrief 2024 heeft Holland Rijnland op basis van richtlijn A.2. van de werkgroep (zie bijlage I) een indexering toegepast over de bijdrage van de gemeenten per inwoner. Destijds is – in lijn met de wens van het Algemeen Bestuur – ervoor gekozen deze indexering incidenteel toe te passen. Dat houdt in dat voor 2025 geen indexering plaatsvindt voor de groei van het inwoneraantal in de gemeenten van Holland Rijnland (tabel 3), waarmee de baten voor Holland Rijnland € 95.000 lager uitvallen dan wanneer we de richtlijn A.2. van de werkgroep FKGR zouden volgen.

Aantal inwoners CBS 1-1-2022Aantal inwoners CBS 1-1-2023Percentage
Aantal inwoners576.757583.957101,25%

Tabel 3: ontwikkeling aantal inwoners Holland Rijnland conform CBS

Gedetailleerde berekening bijdrage van gemeenten 2025

In tabel 4 is een meer gedetailleerde berekening van de bijdrage van gemeenten 2025 opgenomen. Omdat op de uitbreiding van de formatie RBL geen indexering wordt toegepast hebben we deze niet opgenomen in de berekening in tabel 4.

Index Lasten / BatenBudget 2024Benodigde indexatieWegingsfactorBenodigde indexatie 2025Benodigd budget 2025 na indexatieBeschikbaar budget 2025 na indexatie
Totale beloning werknemers incl IDA€ 5.240.209€ 580.57253,39%111,10€ 5.820.781€ 5.759.256
Netto materieel€ 4.566.079€ 168.94546,52%103,70€ 4.656.253€ 4.375.437
Overige kosten (niet geïndexeerd)€ 8.429€ 00,09%100,00€ 8.429€ 8.429
Totale kosten€ 9.814.717€ 749.517100,00%106,83€ 10.485.463€ 10.143.122
Bijdrage gemeenten Loon en prijs-€ 6.835.845-€ 516.92069,65%107,56-€ 7.352.765-€ 7.352.765
Overige baten-€ 2.978.872-€ 153.82630,35%105,16-€ 3.132.698-€ 2.790.357
Totale baten-€ 9.814.717-€ 670.746100,00%106,83-€ 10.485.463-€ 10.143.122

Tabel 4: Berekening bijdrage gemeenten 2025 exclusief uitbreiding formatie RBL

In voorgaande jaren heeft Holland Rijnland de totstandkoming van de Kaderbrief benaderd als een technische aangelegenheid. Dat houdt in dat we geen onderscheid aanbrachten tussen enerzijds de indexeringen waarvan we wisten dat we die zouden ontvangen (de bijdrage van gemeenten) en anderzijds de indexeringen waarvan niet zeker was dat Holland Rijnland die zou ontvangen (overige baten).

Holland Rijnland streeft ernaar realistisch te begroten; we begroten geen baten waarvan we nu al weten dat we deze niet kunnen realiseren. Op dit moment weten we al dat de overige baten niet zullen meegroeien met de ontwikkeling van het prijspeil. Sommige subsidies lopen af en voor de overige baten geldt dat deze veelal nominaal gelijk blijven waardoor deze in reële waarde zullen dalen. Voor Holland Rijnland betekent dit dat we in 2025 minder activiteiten kunnen uitvoeren dan in 2024. Dit verschil komt tot uiting in de laatste twee kolommen van tabel 4.

Bijdrage per gemeente 2025

Tabel 5 laat aansluitend de bijdrage per gemeente zien. Zoals met de Tussenrapportage 2023 aangekondigd hanteert Holland Rijnland per 2024 een nieuwe verdeling van de overhead waaraan we in 2025 vasthouden.

Het verschil in de bijdrage van gemeenten tussen 2024 en 2025 bestaat uit de reguliere loon- en prijscompensatie (€ 516.920) en de structurele uitbreiding van de formatie van het RBL (€ 307.257).

Aantal in- woners CBS 1-1-2023Aantal leerlingen 5-17 jr 1-1-2023Begroting 2024 incl gemeentelijke VSVBegroting 2025 incl gemeentelijke VSVVerschil
Alphen ad Rijn114.182€ 907.745€ 980.427€ 72.682
Hillegom22.4532.965€ 288.982€ 324.662€ 35.680
Kaag & Braassem28.5733.815€ 367.247€ 417.371€ 50.124
Katwijk66.60710.699€ 927.306€ 1.048.874€ 121.569
Leiden127.08913.888€ 1.515.735€ 1.705.121€ 189.386
Leiderdorp27.6573.909€ 365.342€ 411.381€ 46.039
Lisse23.3903.168€ 302.618€ 342.312€ 39.694
Nieuwkoop29.463€ 235.557€ 252.985€ 17.428
Noordwijk45.1795.917€ 574.545€ 650.060€ 75.514
Oegstgeest25.7464.218€ 360.651€ 408.329€ 47.678
Teylingen38.5105.478€ 507.651€ 574.436€ 66.785
Voorschoten25.6654.077€ 360.157€ 405.802€ 45.646
Zoeterwoude9.4431.279€ 122.309€ 138.261€ 15.952
Totaal583.95759.413€ 6.835.845€ 7.660.022€ 824.177

Tabel 5: bijdrage per gemeente 2025

Tot slot

Met deze brief hebben wij u inzicht gegeven in zowel de inhoudelijke als de financiële kaders voor het jaar 2025. Op het moment van opstellen van deze kaderbrief zijn de organisatie Holland Rijnland en de gemeenten aan de slag met de concretisering en prioritering van de door de gemeenten aangedragen projecten binnen de Regionale Investeringsagenda. Vanzelfsprekend heeft de Regionale Investeringsagenda voor Holland Rijnland financiële consequenties. Dit vraagt inzet en middelen van de deelnemende gemeenten, in zowel de ontwikkel- of aanjaagfase als de uitvoeringsfase. Na vaststelling van de Regionale Investeringsagenda zullen we deze inzet en middelen verwerken in de financiële producten van Holland Rijnland.

Back To Top
Ga naar de inhoud