Actieprogramma verkeersveiligheid 2025-2027
Download het actieprogramma verkeersveiligheid als DOCX
955 kb
1 Inleiding
Algemeen
In de jaren 2022-2024 is het Actieprogramma Verkeersveiligheid 2022-2024 van Holland Rijnland in uitvoering geweest. Dit programma geeft het verzamelpakket gedragsbeïnvloedende maatregelen in het gebied van Holland Rijnland weer voor de jaren 2022-2024. Holland Rijnland wil ook in de komende jaren aan de slag met verkeersveiligheid. Daarom is een nieuw Actieprogramma tot stand gekomen. Dit programma heeft op verzoek van de subsidieverstrekker Provincie Zuid-Holland een driejarige tijdshorizon. Het plan 2025-2027 is een voortzetting van het plan 2022-2024.
Inhoud
- Inleiding
- Activiteiten 2025-2027 op hoofdlijnen
- Landelijke en regionale kaders en ontwikkelingen
- Beschrijving van de regionale keuzes voor Verkeersveiligheid als onderdeel in de regionale visie op Mobiliteit
- Activiteitenplan 2025 – 2027
- Hoe sluiten de activiteiten uit het regionaal actieprogramma aan op de (speerpunten van) het Meerjarenprogramma ROV 2021-2024?
Waarom gedragsbeïnvloeding binnen verkeersveiligheid en waarom binnen het verband van Holland Rijnland?
In landelijke nota’s rond verkeer en vervoer zijn de landelijke kaders met betrekking tot verkeersveiligheid omschreven. Een permanente verbetering van de verkeersveiligheid blijft daarin centraal staan. Verkeersveiligheid is door toenemende mobiliteit niet vanzelfsprekend. Het aantal verkeersgewonden in het gebied van Holland Rijnland is de laatste jaren flink gestegen.
Een integrale en gedragsbeïnvloedende aanpak (mens, voertuig en weg) volgens de principes van Duurzaam Veilig dient uitgangspunt te blijven: mensen zijn feilbaar en kwetsbaar. Circa 98% van de ongevallen gebeurt nog steeds door menselijk falen Gedragsbeïnvloedende maatregelen zullen de beoogde verkeersveiligheidswinst voor hun rekening moeten nemen. Deze maatregelen dienen door de regio’s te worden uitgewerkt. De landelijke nota’s geven namelijk aan dat de regie voor verkeersveiligheid bij de provincies en de regio’s ligt. En op regionale schaal is gedragsbeïnvloeding effectiever dan op lokale schaal.
Sinds 2005 werkt het samenwerkingsverband Holland Rijnland met meestal driejarige, zogenaamde meerjarenvisies gedragsbeïnvloeding. Om de volgende redenen is gekozen voor deze aanpak:
- Om aan gedragsbeïnvloedende projecten en activiteiten een meer structureel ofwel continue karakter (3 of 2 jaar) te geven in plaats van een jaarlijks karakter (1 jaar). Een structureel karakter geeft meer zekerheid aan de uitvoerders van gedragsbeïnvloedende activiteiten en leidt tot meer effectiviteit.
- Om te komen tot een meer effectieve regionale in plaats van lokale aanpak van de gedragsbeïnvloeding. Het Actieprogramma vormt de basis voor de komende jaren. Een meer effectieve regionale aanpak is van belang omdat, ondanks de slachtofferreductie, een verkeersslachtoffer naast uiteraard het persoonlijke leed tevens gemiddeld circa € 200.000 voor de maatschappij kost (bron: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid).
- Bij de Provincie Zuid-Holland kan in het kader van de Subsidieregeling Mobiliteit, onderdeel Gedragsbeïnvloeding, subsidie (50-75%) voor activiteiten in de periode 2025-2027 worden verkregen.
2 Activiteiten 2025 – 2027 op hoofdlijnen
In dit hoofdstuk worden kort de belangrijke keuzes en hoofdlijnen van de activiteiten in de periode 2025– 2027 beschreven:
0 – 4 jarigen
- uitgaan van volledig uitvoeren van het project Jongleren, d.w.z. inclusief ouderavond
4 – 12 jarigen
- inzet meer verschuiven van uitbreiding van het aantal deelnemende scholen naar School op Seef naar borgen van de aanpak op de bestaande scholen.
- daartoe na drie jaren ondersteuning door de Verkeersleerkracht blijven bieden per school op maat, gemiddeld 8-20 uur per school
- promoten/stimuleren van verkeersveiligheidslabels
- dode hoeklessen
12 – 16 jarigen
- streven naar circa 50 scholen die actief bezig zijn met TotallyTraffic
- per school jaarlijkse inzet van ten minste één en maximaal drie betaalde modules uit TotallyTraffic
- stimuleren dat scholen die deelnemen aan het programma en TotallyTraffic-modules uitvoeren ten minste één zogenaamde doe-het-zelf-module uitvoeren
- via de website totallytraffic.nl keuze bieden aan de scholen voor aanbieders
jonge bestuurders (16-24-jarigen)
- jaarlijks uitvoeren praktijkdagen jonge autorijders; inspanningen erop richten dat deze dagen verspreid over de regio plaatsvinden
60+
- jaarlijks uitvoeren rijvaardigheidsdagen voor senioren; inspanningen erop richten dat deze dagen verspreid over de regio plaatsvinden; hiertoe samenwerking / ondersteuning lokale afdelingen VVN
- jaarlijkse rijvaardigheidsdagen voor scootmobielgebruikers
campagneborden
- vier á vijf maal per jaar wisselen van posters op 235 campagneborden langs de wegen in Holland Rijnland waarbij wordt aangesloten op landelijke campagnes
- update van de borden
campagnes
- regionale fietsverlichtingscampagne over de gehele regio; hierbij trachten zoveel mogelijk spreiding over de regio te verkrijgen;
- BOB-sportcampagne
- Themaweek Veilige Schoolomgeving (voorheen Schoolbrengweek)
- Themaweek Maak van de Nul een Punt
organisatie
- de werkwijze middels een Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid voortzetten
communicatie
- om zoveel mogelijk effect met te besteden middelen te kunnen bereiken, communicatieactiviteiten intensiveren
- communicatie-activiteiten Maak van de Nul een Punt richten op acties uit het Actieprogramma
begroting
- vaststellen begroting over duur van het project (2025–2027) om zodoende zekerheid naar partners (o.a. scholen) te kunnen bieden
3 Landelijke en regionale kaders en ontwikkelingen
Voor een goed begrip van de gedragsbeїnvloeding door Holland Rijnland is het van belang om stil te staan bij het huidige landelijk beleid.
Landelijk beleid vanaf 2020: Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030
Eind 2018 lanceerde het Rijk het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV230). Dit plan is een strategische visie op de aanpak van verkeersveiligheid voor tot en met 2030.
In het SPV wordt ingezet op vijf kernelementen en negen thema’s. De vijf kernelementen zijn:
- Meer structurele aandacht voor verkeersveiligheid
- Meer verbondenheid en samenwerking tussen overheden en maatschappelijke organisaties
- Risicogestuurd beleid door analyse van de grootste risico’s
- Bevorderen van integraal verkeersveiligheidsbeleid
- Monitoren en bijsturen van de uitvoering in overleg
De genoemde kernelementen waren de afgelopen 16 jaar al reeds aanwezig in de aanpak door Holland Rijnland. De actieprogramma’s werden op basis van risico’s uit een verkeersveiligheidsprofiel samengesteld, de maatregelen waren regionaal gericht en het draaide om een goede gestructureerde samenwerking met maatschappelijke partners via de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) Holland Rijnland.
Het SPV 2030 biedt de volgende negen belangrijke thema’s op het gebied van risico’s aan:
- Veilige infrastructuur
- Heterogeniteit in het verkeer
- Technologische ontwikkelingen
- Kwetsbare verkeersdeelnemers
- Onervaren verkeersdeelnemers
- Rijden onder invloed
- Snelheid in het verkeer
- Afleiding in het verkeer
- Verkeersovertreders
Holland Rijnland zet zich met het Actieprogramma met name in voor de thema’s 4 tot en met 8. De gemeenten van Holland Rijnland zetten zich in voor thema 1. Het Rijk zet zich met name in voor thema 2, 3 en 6 tot en met 9
In het kader van het SPV is in het Meerjarenplan van het Regionaal Ondersteuningsburo Verkeersveiligheid (ROV) voor de zes RPV-en waaronder RPV Holland Rijnland de tussenambitie geformuleerd dat uiterlijk in 2027 de stijgende lijn van verkeersslachtoffers is omgebogen naar een dalende lijn van vermijdbare slachtoffers. Om vervolgens van 2027 naar 2030 deze daling te laten oplopen tot minimaal 5 en liefst 15 procent ten opzichte van cijfers uit 2018.
Regionale beleidskaders
Voor het tijdsbestek 2022-2024 zijn voor het verkeersveiligheidsbeleid de volgende regionale beleidskaders van belang:
- Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2021-2031 van de Provincie Zuid-Holland Maak een Punt van Nul
- Regionaal Verkeersveiligheidsbeleid van Holland Rijnland (zie hoofdstuk 4)
Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2021-2031 van de Provincie Zuid- Holland
Het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2021-2031 van de Provincie Zuid- Holland is integraal en risicogestuurd. Samengevat zijn de ambities tot 2031:
- Meer sturen op risico’s
- Steviger regie voeren
- Krachtiger samenspel tussen partners
- 80 km-wegen veiliger inrichten
- Polderwegen veiliger inrichten
- 50 km-wegen veiliger inrichten
- Meer fietspaden langs 50 km-wegen
- Meer 30 km-zones inrichten
- Focus op fietsers, jongeren en ouderen
- Effectiever handhaven met prioriteiten
Maak van de 0 een Punt (Mvd01.)
In Nederland is in een aantal provincies gestart met de visie Maak van de nul een Punt (Mvd01.) als basismotivatie voor het gedrag in het verkeer, het verkeersveiligheidsbeleid en de uitvoering van verkeersveiligheidsactiviteiten. Deze visie ervaart niet als vanzelfsprekend dat er slachtoffers vallen in het verkeer. De in Zuid-Holland opererende Ambassadeurs Verkeersveiligheid ZH onderschrijven deze visie en dragen deze als volgt uit:
“Ieder verkeersslachtoffer is er één teveel. Veilig verkeer is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden, bedrijven, scholen, organisaties en (groepen en/of individuele) burgers. We streven naar een cultuur in Zuid-Holland waarbij ernstige verkeersongevallen niet als vanzelfsprekendheid worden gezien, maar als een probleem, dat zo ver mogelijk moet en kan worden teruggedrongen door een gezamenlijke inzet van allemaal. Wij nemen onze verantwoordelijkheid en we roepen u en jou op verantwoordelijkheid te nemen binnen eigen mogelijkheden en omgeving om dit samen te realiseren.”
4. Beschrijving van de regionale keuzes voor Verkeersveiligheid als onderdeel in de regionale visie op Mobiliteit
Het regionale verkeersveiligheidsbeleid in Holland Rijnland is in het verleden grotendeels beschreven in het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP). Dit plan dateert alweer uit 2003. In de uitvoeringsprogramma’s (UP’s) is de uitwerking van de verschillende programma’s weergegeven. Deze UP’s worden jaarlijks geactualiseerd.
In dit plan is Verkeersveiligheid opgebouwd uit drie onderdelen. Deze onderdelen hebben onderling nauwe relaties, maar doorlopen in veel gevallen ook hun eigen traject. Deze onderdelen zijn weergegeven in onderstaand figuur.
-
Terugdringen van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden, minder doden, minder ziekenhuisgewonden
-
Infrastructuur
-
Wegennet conform DV
-
Aanpak Blackspots (deels BDU)
-
Verkeersveiligheid integraal onderdeel ruimtelijke planvorming
-
-
Gedragsbeïnvloeding
-
Afname subjectieve verkeersonveiligheid
-
Bewustwording vergroten
-
Educatie
-
-
Handhaving
-
Afname subjectieve verkeersonveiligheid
-
Bewustwording vergroten
-
-
De wens van de regio zoals opgenomen in het RVVP is dat een optimale mix van de volgende maatregelen samengesteld worden in een concreet maatregelenprogramma:
- Invoering (en goede inrichting) van 30 km- en 60 km-gebieden;
- Herinrichting van verkeersaders; dit verlaagt de snelheid
- Communicatie en handhaving;
- Activiteiten gericht op scholen, schooljeugd en ouders;
- Buitenschoolse educatie en training;
- Bewustwordingsprojecten en stimulering van het gebruik van veiligheidsvoorzieningen bij specifieke
- Projecten gericht op ouderen en oudere fietsers
Dit maatregelenprogramma heeft binnen Holland Rijnland de laatste jaren vorm gekregen via het Actieprogramma Verkeersveiligheid. Conform het UP RVVP zou het Actieprogramma uit moeten gaan van een integrale aanpak. Dit betekent dat naast gedragsbeïnvloeding ook aandacht zal worden besteed aan infrastructuur.
Op deze manier sluit Holland Rijnland aan bij de beoogde aanpak zoals geformuleerd in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Dit plan vindt ondersteuning door Provincie Zuid-Holland. De infrastructurele aanpak van verkeersveiligheid is echter grotendeels een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Eén van de activiteiten waarbij de integrale aanpak van infrastructuur en gedragsmaatregelen aan de orde komt, is de aanpak schoolomgeving die Holland Rijnland samen met gemeenten en scholen uitvoert. Een dergelijke aanpak zal de komende jaren voor meer projecten worden nagestreefd.
Regionale Strategie Mobiliteit
De regio heeft een Regionale Strategie Mobiliteit. Ook hierbij speelt verkeersveiligheid een belangrijke rol. Wanneer als vervolgstap gewerkt wordt aan een integrale uitvoeringsagenda zal ook hier bij het benoemen en uitwerken van projecten verkeersveiligheid in de lijn van het SPV een belangrijke rol spelen. Dat geldt overigens bij alle visies en plannen die door de regio opgesteld worden of waar regionale medewerking aan wordt verleend. Een voorbeeld is de aanpak van doorstromingsmaatregelen ten behoeve van het reguliere openbaar vervoer in het concessiegebied waar Holland Rijnland deel van uitmaakt. Bij de aanpak van knelpunten in de doorstroming zal steeds de afweging worden gemaakt of het nemen van maatregelen de verkeersveiligheid niet zal verslechteren.
5 Activiteitenplan 2025-2027
Het Regionaal Ondersteuningsburo Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH) heeft voor de zes RPV-en waaronder Holland Rijnland de doelstelling geformuleerd dat uiterlijk in 2027 de stijgende lijn van slachtoffers een dalende lijn wordt.
Het Activiteitenplan 2025-2027 dient in lijn te zijn met een zogenaamd raamwerk uit het Meerjarenplan van het RO. Dit wordt in hoofdstuk 7 toegelicht. Het activiteitenplan betreft grotendeels een voortzetting van het activiteitenplan 2025-2027. De gedragsbeïnvloeding behelst daarbij met name Educatie en Voorlichting.
Voor wat betreft de educatie is het principe ‘permanente verkeerseducatie’ leidend. Dit houdt in dat er een benadering van de mens ‘van de wieg tot het graf’ met verkeerseducatie plaatsvindt, dus in alle leeftijdsfasen. Aan het activiteitenplan is een begroting gekoppeld. De begroting geeft de bijdrage van Holland Rijnland aan de verschillende activiteiten aan, en de te verwachten subsidie.
Conform terminologie uit het SPV is bij elke activiteit aangegeven welke risicogroep en menselijke gedraging bediend wordt
5.1. Voorlichting
Menselijke gedragingen: afleiding, rijden onder invloed, snelheid, zichtbaarheid Risicogroepen: alle verkeersdeelnemers
Landelijke achtergrond
Sinds 2003 stemt het Rijk op het algemene publiek gerichte verkeersveiligheids- campagnes landelijk af. Elk jaar wordt de campagnekalender hiervoor vastgesteld. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu draagt zorg voor de landelijke communicatie-activiteiten, ontwerp van materialen en productie van radio- en TV-spots. Naast deze publiekscampagnes brengt het Rijk het onderwerp verkeersveiligheid onder de aandacht van verschillende media. Gelijktijdig met de publiekscampagnes, voert ook de politie controles uit die specifiek gericht zijn op het onderwerp van de actuele campagne.
In 2015 heeft het Ministerie een partnersite – www.verkeersveiligheidscampagnes.nl – aan de bestuurlijke en maatschappelijke partners ter beschikking gesteld. Deze site maakt het hen mogelijk om op een makkelijke manier met de eigen media en activiteiten aan te haken bij de landelijke verkeersveiligheidscampagnes.
Regionale achtergrond
RPV Holland Rijnland voert regionale verkeersveiligheidscampagnes uit. Met de regionale campagnes beogen we in te springen op de regionaal specifieke verkeersveiligheidsthema’s en problematiek, zoals bijvoorbeeld het gebruik van medicijnen in het verkeer, alcohol in de sportkantine en smartphones op de fiets door jongeren.
Doelstelling
Versterken van het effect van de landelijke campagnes en van regionale verkeersveiligheidsactiviteiten.
Concrete activiteiten en projecten van Holland Rijnland
Holland Rijnland werkt via campagnes en campagnemateriaal aan gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers. Zij stemt deze activiteiten af op de landelijke campagnekalender. De volgende activiteiten vinden plaats:
- In het gehele gebied van Holland Rijnland staan campagneborden langs de wegen. De laatste jaren zijn er een aantal verdwenen of kapot gegaan. Nu, in 2024, zijn er in totaal 235. De locaties waar de campagneborden staan, worden vijf maal per jaar door de HR Groep bezocht om ze te voorzien van posters van campagnes, die op dat moment aan de orde zijn. Het gaat hier om de campagnes Alcohol (waaronder BOB), Verlichting, De Scholen zijn weer begonnen, Snelheid en Mono. Op deze wijze worden verkeersdeelnemers via een regionale aanpak geattendeerd op verkeersveilig gedrag. Doordat regionaal sprake is van één lijn in posters, die tevens aansluit op de landelijke campagnes, is er sprake van een eenduidige en daarom effectieve regionale gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers. In overleg met de HR-groep wordt de staat van de borden steeds in de gaten gehouden. Sommige borden zijn toe aan vervanging.
- In de regio vindt één maal per jaar de Campagne Fietsverlichting op diverse plaatsen plaats. Hieraan nemen de rijwielhandelaren uit de regio en de Fietsersbond deel. Fietsers kunnen op de actiedag hun verlichting gratis laten repareren bij de rijwielhandelaren en bij diverse stands. Materialen moeten echter wel zelf worden betaald. In de actieweek geven de rijwielhandelaren 10% korting op reparatie- en materiaalkosten. De periode waarin de campagne in de regio wordt georganiseerd is afgestemd op de landelijke campagne. Sinds 2015 vindt de Campagne Fietsverlichting in het gehele gebied van Holland Rijnland plaats. Van oudsher is het een project van de Rijnstreek. Echter vanaf 2015 doen rijwielhandelaren in de Leidse Regio en de Duin- en Bollenstreek mee.
- Om de twee jaar is er de campagne “BOB in de sportkantine”. Bij deze campagne worden bezoekers van sportkantines geattendeerd op verantwoord rijgedrag in relatie tot alcohol. Het maken van een BOB-afspraak staat hierbij centraal. Gelijktijdig vinden er handhavingsacties door de Politie plaats. De campagne richt zich op alle bezoekers van de sportvereniging, dus zowel toeschouwers als de sporters zelf. De campagne is een groot succes gebleken. Het aandeel nuchtere automobilisten stijgt en het aandeel zware drinkers daalt. Bij de wisseling van de campagneborden is tijdens de campagne extra aandacht voor de BOB.
Wat zijn de jaarlijkse kosten?
- 4 of 5 maal per jaar wisselen van de campagneposters op 235 campagneborden: 15.000 euro
- Campagne Fietsverlichting: 5000 euro
Subsidie
10.000 euro (50% van de kosten)
5.2. Verkeerseducatie
In Holland Rijnland richt de aanpak van verkeerseducatie zich op de verschillende naar leeftijd ingedeelde doelgroepen. Het doel is dat weggebruikers in hun verschillende ontwikkelingsfasen en situaties de nodige kennis, vaardigheden en motivatie hebben om zich veilig te gedragen. Dit wordt ook wel aangeduid als ‘permanente verkeerseducatie’. Binnen Holland Rijnland ondernemen diverse partijen de diverse activiteiten. Het gaat hier om verkeerseducatie-adviseurs en verkeersleerkrachten van een onderwijsbegeleidingsdienst en bij het voortgezet onderwijs voornamelijk externe organisaties zoals bijvoorbeeld Team Alert. Gezien de inzet en ervaringen van de afgelopen jaren en de beleidstendensen, zowel landelijk als regionaal, richt dit activiteitenplan zich op de onderstaande doelgroepen.
5.2.1. voorschoolse verkeerseducatie (0-4-jarigen)
Menselijke risicovolle gedraging: afleiding
Risicogroep: kwetsbare en onervaren verkeersdeelnemers
Achtergrond
Kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar en hun ouders zijn een heel belangrijke doelgroep van Permanente Verkeerseducatie. Vanzelfsprekend kunnen peuters nog niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Zij leren echter in een hoog tempo, zowel door imitatie van het gedrag van ouders en begeleiders als door te luisteren naar wat deze hen vertellen over het verkeer.
In Holland Rijnland worden sinds 2009 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen benaderd met het project JONGleren. Dit project bestaat uit verkeersmaterialen en –activiteiten voor de peuters plus een ouderavond, georganiseerd door een onderwijsbegeleidingsdienst.
Doelstelling
- Tenminste 23 instellingen per jaar (kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en centra voor buitenschoolse opvang) voeren het project JONGleren uit, inclusief ouderavond.
- De inzet in 2025-2027 zal er op gericht zijn om enerzijds een grotere groep instellingen te faciliteren bij de uitvoering van het project JONGleren (kwantitatief) en anderzijds de betrokken instellingen te begeleiden bij het invullen van eigen plannen voor de organisatie en uitvoering van het project (kwaliteitsslag naar structurele inbedding). Op de (middel)lange termijn geeft een zo groot mogelijk aantal kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en centra voor buitenschoolse opvang op structurele wijze verkeerseducatie.
Activiteit van Holland Rijnland
Holland Rijnland verstrekt aan een onderwijsbegeleidingsdienst opdracht voor het uitvoeren van Jongleren bij de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Met de onderwijsbegeleidingsdienst vindt inhoudelijke afstemming plaats over het Jongleren.
Wat zijn de jaarlijkse kosten?
€20.000
Subsidie
€10.000 (50% van de kosten)
5.2.1. educatie 4-12-jarigen: SCHOOL op SEEF
Menselijke risicovolle gedragingen: afleiding en zichtbaarheid
Risicogroep: kwetsbare en onervaren verkeersdeelnemers
Theoretisch kader van School op Seef
SCHOOL op SEEF is hét programma in Zuid-Holland voor de aanpak van verkeersveiligheid en verkeerseducatie voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Kinderen worden met dit programma in een veilige omgeving op een eigentijdse manier begeleid in hun ontwikkeling tot duurzaam veilige weggebruikers. Samenwerking en gemeenschappelijk belang staan binnen SCHOOL op SEEF centraal. De verkeersveiligheid van kinderen is immers een gedeelde verantwoordelijkheid. Zie onderstaand het logo van School op Seef:
Het programma SCHOOL op SEEF heeft 7 doelstellingen:
- De schoolomgeving en de schoolroutes zijn veilig ingericht
- Er vindt theoretisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren
- Er vindt praktisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren
- Er wordt met de ouders gecommuniceerd over verkeersveiligheid
- Er vindt (indien nodig) handhaving plaats die is afgestemd op de specifieke situatie
- Er wordt gestimuleerd zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school te gaan
- De aanpak is structureel en is verankerd in een goede organisatiestructuur
Alle betrokkenen van SCHOOL op SEEF zijn:
- op de school krijgen de kinderen praktische en theoretische les volgens een doorgaande leerlijn;
- ouders geven natuurlijk het goede voorbeeld en oefenen met hun kinderen in het verkeer;
- de gemeente zorgt voor een fysiek veilige omgeving;
- de regio zorgt voor faciliteiten om activiteiten te organiseren en bevordert de samenwerking.
- regionale projectleiders voor gedragsbeïnvloeding ondersteunen en stimuleren binnen SCHOOL op SEEF de betrokken partijen en coördineren de samenwerking in de eigen regio.
- verkeersleerkrachten zijn coachen die de school voor een bepaalde tijd ondersteunen en adviseren bij het uitvoeren en organiseren van praktische verkeerslessen en andere SCHOOL op SEEF activiteiten;
- schoolcontactpersonen Verkeer coördineren binnen SCHOOL op SEEF alle verkeersactiviteiten en dragen zorg voor communicatie richting de ouders. De schoolcontactpersoon is hét aanspreekpunt op een school voor verkeersactiviteiten en zorgt ervoor dat verkeersveiligheid een vaste plek krijgt binnen de school.
- verkeersouders organiseren op school aanvullende en ondersteunende activiteiten zoals een Dodehoek actie of het Praktisch Verkeersexamen. Daarnaast houdt de verkeersouder de school scherp op het uitvoeren van verkeersactiviteiten en een veilige schoolomgeving.
- lokale werkgroepen binnen een gemeente of wijk waarin zowel scholen als gemeente, politie, verkeersleerkrachten en verkeersouders en (indien aanwezig) lokale vrijwilligers van VVN zitting hebben, zorgen voor continuïteit, enthousiasme en draagvlak om (gezamenlijk) verkeersactiviteiten uit te voeren.
SCHOOL op SEEF is een “integraal” programma, dat wil zeggen dat samenwerking tussen alle betrokken partijen een ‘must’ is. Met behulp van een mix van eigen producten en maatregelen wordt gewerkt aan het gezamenlijke belang: de verkeersveiligheid van kinderen op en rond de basisschool. Integraal betekent ook dat er vanuit verschillende invalshoeken aandacht wordt besteed aan:
- fysieke maatregelen om de schoolomgeving en schoolthuisroute veiliger te maken;
- theoretische en praktische verkeerslessen om de vaardigheden, inzichten en zelfredzaamheid van de kinderen in het verkeer te trainen en vergroten;
- communicatie om opvoeders bewust te maken van de ontwikkeling en beperkingen van kinderen in het verkeer en hun rol en verantwoordelijkheden daarin;
- handhaving (als dat nodig is) als laatste middel om de verkeersveiligheid ‘af te dwingen’.
Permanente aandacht voor verkeersveiligheid van zowel school als gemeente is een randvoorwaarde voor succes. Concreet betekent dit dat verkeersveiligheid wordt opgenomen in het school- en gemeentelijk beleid en dat er jaarlijks activiteiten worden ondernomen in alle leerjaren.
Concrete activiteiten van Holland Rijnland voor School op Seef?
-
- De verkeersleerkrachten benaderen de scholen met de vraag om zich aan te melden voor het verkeersveiligheidslabel “SchoolOpSeef”. Indien scholen aan de gestelde criteria voldoen kunnen zij zich aanmelden. Vervolgens zal een beoordelingscommissie van het ROV de school beoordelen of zij voldoen aan de gestelde criteria. Het verkeersveiligheidslabel wordt dan uitgereikt door de wethouder verkeer van de vestigingsplaats van de school.
- In Holland Rijnland is op een groot aantal scholen de verkeersleerkracht werkzaam om de school gedurende een periode van drie jaar op weg te helpen naar het zelfstandig uitvoeren van een totaalaanpak van verkeerseducatie. Bijna 200 van de (circa) 225 basisscholen nemen deel aan School op Seef. De verkeersleerkrachten, in totaal zes, zijn in dienst van een onderwijsbegeleidingsdienst.
- De onderwijsbegeleidingsdienst en twee projectleiders van Holland Rijnland benaderen steeds nieuwe scholen voor deelname aan het project School op Seef.
- De gemeenten van Holland Rijnland zorgen zelf voor een veilige schoolomgeving en schoolroutes. In overleg met de deelnemende scholen bezien de gemeenten de schoolomgeving en de schoolroutes. Knelpunten worden in onderling overleg verbeterd door de gemeenten. Projectleiders van Holland Rijnland verlenen, indien gewenst, assistentie.
- De deelnemende scholen werven in samenspraak met de gemeenten verkeersouders en een contactleerkracht verkeer op school. De verkeersouders worden bekostigd door Holland Rijnland.
- De verkeersleerkrachten benaderen de scholen met de vraag om zich aan te melden voor het verkeersveiligheidslabel “SchoolOpSeef”. Indien scholen aan de gestelde criteria voldoen kunnen zij zich aanmelden. Vervolgens zal een beoordelingscommissie van het ROV de school beoordelen of zij voldoen aan de gestelde criteria. Het verkeersveiligheidslabel wordt dan uitgereikt door de wethouder verkeer van de vestigingsplaats van de school.
- Eénmaal per jaar vindt in de regio de campagne de Scholen zijn weer begonnen plaats. Per schooljaar wordt per gemeente een school of een cluster van scholen benaderd door de gemeentelijke vertegenwoordigers met het verzoek om bij de start van het nieuwe schooljaar deel te nemen aan de verkeersveiligheidscampagne.
- De verkeersleerkrachten benaderen de scholen met de vraag om zich aan te melden voor het verkeersveiligheidslabel “SchoolOpSeef”. Indien scholen aan de gestelde criteria voldoen kunnen zij zich aanmelden. Vervolgens zal een beoordelingscommissie van het ROV de school beoordelen of zij voldoen aan de gestelde criteria. Het verkeersveiligheidslabel wordt dan uitgereikt door de wethouder verkeer van de vestigingsplaats van de school.
Waar zal Holland Rijnland zich op richten voor de jaren 2025-2027?
De inspanningen zullen er de komende drie jaar in ieder geval op gericht zijn om alle basisscholen te laten bedienen met School op Seef. Het gaat dus om een groei van 200 naar (ongeveer) 225 scholen.
Echter doelstelling is ook dat Holland Rijnland het programma structureel inbedt op de scholen. Scholen worden gevraagd of School op Seef nog structureel wordt voortgezet door de school zelf of dat men vanuit Holland Rijnland ondersteuning wenst. Na drie jaren bediening door de verkeersleerkracht vindt er een check plaats of er ook structureel aan verkeersveiligheid wordt gewerkt. De verkeersleerkracht krijgt nog een beperkt aantal uren per jaar om de school te bezoeken. Ook worden scholen om deze reden aangemoedigd om een zogenaamd verkeersveiligheidslabel te behalen. De werkzaamheden van de verkeersleerkracht zijn zodanig opgebouwd dat een deelnemende school na de drie jaren in principe altijd zou moeten voldoen aan de labeleisen.
De inzet van middelen zal er steeds meer op gericht zijn om bestaande scholen ‘erbij te houden’. Hiertoe is er een beperkte jaarlijkse groei van het aantal contractscholen. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor ‘onderhoud’ voor scholen die de drie jaren verkeersleerkracht achter de rug hebben.
In een periode van drie jaren neemt de inzet van de verkeersleerkracht op de school af en de inzet van de school zelf toe volgens onderstaand model.
les | begeleiding | totaal | |
---|---|---|---|
1e jaar | 2 | 1 | 3 |
2e jaar | 1 | 1 | 2 |
3e jaar | 0 | 1 | 1 |
Na die drie jaren komt de verkeersleerkracht nog een paar uur per jaar langs bij de school.
Nieuwe activiteit voor 25-27: opnieuw benaderen van “oude” scholen
Geconstateerd is dat het risico van de huidige aanpak is dat scholen die jaren geleden begeleid zijn, nu niet meer actief deelnemen, of moeilijk te bereiken zijn zodat niet bekend is ze nog actief deelnemen. Daarom benadert de onderwijsbegeleidingsdienst de scholen allemaal opnieuw.
Wat zijn de jaarlijkse kosten van School op Seef?
€310.000
Subsidie
€232.500 (75% van de kosten)
5.2.3. Educatie 12-16 jaar: TotallyTraffic
Menselijke risicovolle gedragingen: afleiding, fietsen onder invloed, zichtbaarheid
Risicogroep: onervaren verkeersdeelnemers.
Achtergrond
De overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs betekent voor veel jongeren een belangrijke uitbreiding in de actieradius. De meesten gaan vaker (en over grotere afstand) op de fiets naar school. Zij krijgen daardoor vaak met ingewikkelder verkeerssituaties te maken. De rijsnelheden van het overige verkeer liggen hoger. Ook komen ze meer conflictsituaties tegen tussen langzaam en snelverkeer. Ook als ze het fietsen als taak al beter beheersen bestaat het risico, dat dit negatief wordt gecompenseerd door ‘roekeloos’ verkeersgedrag. In deze leeftijdsfase vindt de kennismaking met alcohol en drugs plaats, en maakt een aantal jongeren de keuze de fiets te verruilen voor de bromfiets of scooter. De school is nog steeds een heel belangrijke intermediair als het gaat om de vorming van verkeersveilig gedrag. Immers, alle jongeren in deze leeftijdsfase zijn daar te bereiken.
Het programma TotallyTraffic biedt de kaders en een groot aantal modulen voor het voortgezet onderwijs, passend bij de PVE-leerdoelen. Cruciaal is om binnen de kaders van TotallyTraffic maatwerk per school te bieden, daar elke school autonoom is in de wijze waarop zij hun lesaanbod vormgeven, en er grote verschillen zijn in (verkeers- en andere) problematiek, onderwijsvisie en dergelijke. Hiernaast het logo van Totally Traffic.
Wat willen we bereiken met Totally Traffic?
Op de (middel)lange termijn zijn de activiteiten er op gericht dat op scholen voor voortgezet onderwijs op een structurele wijze verkeerseducatie wordt gegeven volgens TotallyTraffic.
Concrete activiteiten van Holland Rijnland
- Activiteiten omtrent Totally Traffic zoals jongerendebatten, cabaretvoorstellingen, fietsvaardigheidsoefeningen, fietsonderhoud, etc. Scholen kunnen jaarlijks tot een bedrag van € 4.000,- besteden aan de uitvoering van die modules, waarbij de plicht geldt om tevens minstens één module zelf uit te voeren (‘gratis’ module). De hoogte van dit bedrag kan nog worden bijgesteld aan de hand van de ervaringen. De scholen voeren allen ook daadwerkelijk projecten uit, waarbij het streven is gericht op deelname in ten minste twee leerjaren.
- De onderwijsbegeleidingsdienst en projectleiders van Holland Rijnland benaderen scholen om deel te nemen. De scholen doen zelf een “bestelling” voor een module op de website totallytraffic.nl.
- Tussen de deelnemende scholen en de betreffende gemeente is contact over de schoolomgeving en / of school-thuis-routes.
Wat zijn de jaarlijkse kosten?
€75.000
Subsidie
€56.250 (75% van de kosten)
Zie voor meer informatie over TotallyTraffic de website www.totallytraffic.nl.
5.3. beginnende bestuurders (16-25 jarigen)
Menselijke risicovolle gedragingen: afleiding, rijden onder invloed, snelheid, zichtbaarheid
Risicogroep: onervaren en ervaren verkeersdeelnemers
Achtergrond
De combinatie van nieuwe, “sterke” vervoermiddelen als bromfiets, motor en auto, enkele specifieke bij de leeftijdsfase behorende eigenschappen als bravoure en ondernemingslust en de onervarenheid als bestuurder leidt ertoe, dat jongeren in deze leeftijdsfase een betrekkelijk groot risico lopen om bij een ongeval betrokken te raken. Educatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de noodzakelijke kennis en vaardigheden, maar ook aan het herkennen en hanteren van risico’s en het (verder) ontwikkelen van verantwoordelijkheidsbesef voor zichzelf en andere weggebruikers. De ontwikkelingen in de rijexaminering en rijbewijzen spelen hier op in.
Uit het verkeersveiligheidsprofiel voor Holland Rijnland blijkt dat aandacht voor verkeerseducatie voor beginnende bestuurders, en dan met name 16-17-jarigen (bijvoorbeeld door rijvaardigheidstrainingen) nodig is omdat deze groep relatief vaak betrokken is bij ongevallen.
Wat willen we bereiken met Jonge Bestuurders?
Op de (middel)lange termijn hebben zoveel mogelijk beginnende bestuurders in deze leeftijdsgroep een zodanig niveau van kennis, vaardigheid en motivatie, dat dit leidt tot verkeersveilig gedrag.
Concrete activiteiten van Holland Rijnland?
In de regio vindt jaarlijks het project praktijkdagen jonge autorijders plaats. Dit project beoogt de rijvaardigheid en de risicoperceptie van beginnende bestuurders te vergroten. Het project is te zien als een tweede fase rij-opleidingsprogramma voor beginnende bestuurders. Onderdelen van de dag zijn: een rit met 3 deelnemers en een ritcoach, het berijden van de slipbaan en een groepsgesprek over alcohol in het verkeer.
Wat zijn de jaarlijkse kosten?
€ 20.000
Subsidie
€ 15.000 (75% van de kosten)
5.4. Ouderen en Doortrappen
Achtergrond
In de doelgroep ouderen speelt de afname van functionele capaciteiten (ogen, gehoor, reactievermogen, conditie) een belangrijke rol. De groep ouderen maakt een steeds groter deel uit van onze maatschappij (vergrijzing). Vanuit de overheid wordt er bovendien naar gestreefd ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. Mobiliteit maakt een belangrijk onderdeel uit van deze zelfstandigheid. Er zijn veel ouderen die op relatief late leeftijd nog een rijbewijs hebben gehaald. Er zijn echter ook relatief veel ouderen die weer teruggrijpen op het fietsen en lopen of bijvoorbeeld afhankelijk worden van het gebruik van een scootmobiel. Dit betekent dat verkeerseducatie voor ouderen zich niet alleen moet richten op het autorijden, maar met name ook op andere vervoerwijzen als de scootmobiel, het fietsen en lopen.
Wat willen we bereiken?
Op de (middel)lange termijn wordt er naar gestreefd dat in Holland Rijnland zoveel mogelijk mensen van 60 jaar en ouder de mogelijkheid hebben om (jaarlijks) hun kennis en vaardigheden ten aanzien van hun verkeersdeelname per auto te laten toetsen.
Concrete activiteiten van Holland Rijnland
Activiteiten zijn rijvaardigheidsdagen, bijbehorende opfriscursussen en scootmobielcursussen. In de periode 2025-2027 zal de inzet er op gericht zijn dat tenminste 3 rijvaardigheidsdagen voor senioren worden georganiseerd en tenminste 3 scootmobielcursussen voor senioren worden georganiseerd. Bovendien wordt het project Doortrappen opgezet.
Wat zijn de jaarlijkse kosten?
€15.000 voor ouderen
€21.000 voor doortrappen
Subsidie
€7500 (50% van de kosten) voor ouderen
€10.500 voor doortrappen
5.5. Organisatie
Aansturing van de uitvoering van het Actieprogramma geschiedt door Holland Rijnland en twee externe projectleiders, een zgn. Projectleider “Oost” en een Projectleider “West”.
Om de gemeenten onderling beter geïnformeerd te kunnen houden en tevens een betere afstemming te kunnen hebben met externe partijen zoals Veilig Verkeer Nederland en de politie, is een Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) ingesteld. Ook de overige regio’s in de provincie werken met een RPV-structuur. Deze RPV komt circa 3 maal per jaar bijeen met als deelnemers:
- Medewerkers gemeenten die betrokken zijn bij organisatie van verkeersveiligheidsactiviteiten in de gemeente
- Medewerkers Veilig Verkeer Nederland / lokale afdeling VVN
- Politie
- Onderwijsbegeleidingsdienst en / of andere uitvoerende partijen
- RPV-secretaris en regionale projectleiders
5.6. Lokale projecten gedragsbeïnvloeding
Het activiteitenplan betreft regionale projecten. Daarnaast zijn er ook lokale projecten, die door de gemeenten afzonderlijk uitgevoerd worden. De lokale projecten zijn niet in het activiteitenplan opgenomen. De Provincie Zuid-Holland heeft een speciaal subsidiebudget voor lokale projecten gedragsbeïnvloeding. Holland Rijnland coördineert de aanvraag en afhandeling van de subsidiëring van deze projecten. Bij de aanvraag vindt er een toets plaats of de projecten in lijn zijn met het regionale Actieprogramma.
5.7. Communicatie Maak een Punt van Nul
Alle acties uit het Actieprogramma hebben tot doel toe te werken naar nul verkeersslachfoffers. Bij elke actie zal er promotie zijn van Maak van de Nul een Punt.
Samen maken we een punt van NUL verkeersslachtoffers in Holland Rijnland!
6 Hoe sluiten de activiteiten uit het regionaal actieprogramma aan op de(speerpunten van) het Meerjarenprogramma ROV?
Het meerjarenplan ROV beschrijft drie onderscheidende categorieën die de basis kunnen vormen van maatregelen:
- Leeftijd
- Risicogroepen Strategisch Plan Verkeersveiligheid
- Menselijke gedragingen
Leeftijd
De onderstaande leeftijden worden onderscheiden:
- 0 tot 4 jarigen (nieuwe verkeersdeelnemers)
- 4 t/m 11 jarigen (scholieren basisonderwijs)
- 12 t/m 17 jarigen (scholieren voortgezet onderwijs)
- 18 t/m 24jarigen (jonge/beginnende bestuurders)
- 25 t/m 59 jarigen (zakelijke en recreatieve rijders)
- 60-plussers (senioren)
Risicogroepen op grond van het SPV
In het SPV wordt een aantal belangrijke risicogroepen benoemd, te weten:
- Kinderen en ouders
- Senioren
- Jongeren
- Motorrijders
In het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Zuid-Holland 2021-2031 (gebaseerd op het SPV) zijn risicogroepen gecategoriseerd naar leeftijd, voertuigtype en/of wegtype. Om deze categorisering te maken is een QuickScan door buro Sweco uitgevoerd. Er zijn daarbij een viertal groepen verkeersdeelnemers onderscheiden: fietsers, bromfietsers, automobilisten en overige verkeersdeelnemers. De risicogroepen voor Holland Rijnland zijn op basis van de risico-analyse van Sweco:
- fietsers op gemeentelijke 50km-wegen: oudere fietsers en fietsers van jongere en middelbare leeftijd. De ongelukken gebeuren met name op kruispunten met interactie met overig verkeer.
- fietsers op gemeentelijke 30km-wegen. De ongelukken gebeuren met name op wegvakken.
- jonge bromfietsers op 50 km-wegen. De ongelukken gebeuren op wegvakken en kruispunten.
De zogenaamde risicotabel voor Holland Rijnland is:
Volgens het meerjarenprogramma van het ROV kunnen op basis van de risicoanalyse van Sweco voor Holland Rijnland thema’s worden toegeschreven aan de risicogroepen jongeren, senioren en/of aan modaliteiten met name fietsers. In Holland Rijnland is in het Actieprogramma volop aandacht voor deze groepen.
Fietsvaardigheid zit met name in de programma’s School op Seef en Totally Traffic.
Menselijke gedragingen
In ruim 90% van de ongevallen is het gedrag van de verkeersdeelnemers een bepalende factor.13 Gedrag is dus eveneens een specifieke categorie van waaruit maatregelen moeten worden geïnitieerd.
Focusgroepen volgens het ROV
Op basis van menselijke gedragingen, risicogroepen en leeftijdsindeling komt het ROV Zuid-Holland tot een raamwerk voor de categorisering van de activiteiten:
Het raamwerk bestaat uit vijf categorieën met hun eigen onderdelen. Elk van de categorieën heeft invloed op de volgende categorie.
De glijdende schaal van links naar rechts gaat van handhaving naar infrastructuur; de glijdende schaal van boven naar beneden gaat van integraliteit naar innovatie gedragsbeïnvloeding.
De vijf categorieën en hun onderdelen:
1. Categorie A: Menselijke gedraging. Afleiding; Rijden onder invloed; Snelheid; Zichtbaarheid; Overig verkeersgedrag.
2. Categorie B: Risicogroep. Kwestbare verkeersdeelnemers; Onervaren verkeersdeelnemers; Ervaren verkeersdeelnemers.
3. Categorie C: Leeftijd. o tot 4 jaar; 4 tot 12 jaar; 12 tot 16 jaar; 16 t/m 17 jaar; 18 tot 24 jaar; 24 tot 65 jaar; 65+ jaar.
4. Categorie D: Modaliteit. Voetganger; Fiets (E-bike, race-, bak-); Bromfiets, scooter; Motor; Auto; Grote voertuigen (landbouw-/vrachtverkeer); Overige (Invaliden, nieuwe voertuigen); OV
5. Categorie E: Wegtype. Voetpaden; Fietsinfrastructuur;Ergtoegangswegen; Gebiedsontsluitingswegen; … km/ u. wegen; … km/ u. wegen; … km/ u. wegen;
In de toepassing is het niet noodzakelijk in alle kolommen een verbindend element te vinden; het raamwerk dient om daar waar er verbinding is tussen categorieën deze te kunnen duiden zodat er een herkenbaar beeld ontstaat.
Bijvoorbeeld gedragsbeinvloeding in het Voortzet Onderwijs raakt afleiding, onervaren verkeersdeelnemers, 12-16 jaar, fiets en fietsinfrastructuur.
Conclusie: de activiteiten uit het Actieprogramma van Holland Rijnland matchen met het raamwerk van het ROV. Er is aandacht voor menselijke gedragingen, risicogroepen, leeftijdsgroepen en modaliteiten zoals genoemd in het raamwerk.