Minister brengt bezoek aan regio
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, bracht 21 augustus een werkbezoek aan Holland Rijnland. Centraal stond de vraag hoe we belemmeringen kunnen wegnemen rondom nieuwe woonlocaties. Daarbij lag de focus op de mogelijkheden voor beperkt woningen toevoegen buiten bestaand dorps- en stadsgebied, woningen toevoegen binnen geluidscontouren van Schiphol en de aansluiting op energienetwerken.
In de kantine van voetbalvereniging Altior in Langeraar werd de minister ontvangen door lokale, regionale en provinciale bestuurders. Langeraar maakt onderdeel uit van de gemeente Nieuwkoop. De voetbalkantine was een bewuste keuze. In het naastgelegen gebied wil Nieuwkoop namelijk graag woningen realiseren, maar het terrein ligt officieel buiten de dorpskern.
Als eerste spreker zette wethouder Jolanda Langeveld, bestuurslid Holland Rijnland met Wonen in haar portefeuille, de situatie in de regio uiteen. ‘Holland Rijnland, als aantrekkelijke woonregio, heeft een aanzuigende werking vanuit de twee metropoolregio’s. Daardoor is de druk op de woningmarkt extra groot. We moeten niet vergeten ook voor de eigen dorpsinwoners te bouwen.’
Om de ambities van 30.500 woningen tot en met 2030 te realiseren, moet er vaart worden gemaakt. Langeveld legde uit dat Holland Rijnland werkt met zogeheten versnellingstafel. Hierbij wordt gekeken of woningbouwprojecten sneller gerealiseerd kunnen worden en projecten versneld een vergunning kunnen krijgen door knelpunten weg te nemen. ‘Een goed idee’, vond De Jonge. Hij adviseerde om daarbij ook marktpartijen te betrekken.
Een belangrijk bespreekpunt betrof het bouwen buiten bestaand stads- en dorpsgebied. Ines de Ridder, wethouder van Nieuwkoop, benadrukte dat we binnen Holland Rijnland waken over onze waardevolle landschappen. ‘Maar als we dorpen levend willen houden, willen voorkomen dat jongeren bij gebrek aan woningen wegtrekken, dan zul je ook een beetje buiten bestaande bebouwing moeten kijken.’
Aan de hand van dronebeelden kreeg De Jonge enkele locaties voorgeschoteld waar het logisch lijkt om buiten-stedelijke woningbouw te realiseren, maar waar regelgeving dat verbiedt. De minister herhaalde dat waardevolle gebieden, zoals het Groene Hart moeten worden beschermd. ‘Maar ik zie ook dat als we kleine kernen in leven willen houden, het buitengebied beperkt moet worden aangesproken. Gebeurt dat niet, dan heb je achteruitgang van het verenigingsleven, scholen, OV of mantelzorg. Vaak zie je dat er veel mogelijk is aan de randen van gemeenten. Bovendien wordt alles binnenstedelijk op den duur onbetaalbaar.’
De Jonge benadrukte ook nog er vooral niet te krap moet worden gepland in de bouwprogrammering, omdat er altijd projecten afvallen. ‘De provincie zegt dat er maximaal 130 procent van de behoefte moet worden geprogrammeerd. Ik zeg maak daar een minimumniveau van.’
Een belangrijke randvoorwaarde voor woningbouw, is aansluiting op het energienetwerk. Monique Hoogwijk, regiomanager bij Liander, benadrukte dat zo’n aansluiting geen vanzelfsprekendheid meer is. ‘We lopen hier tegen de grenzen van uitbreiding aan. De oplossing ligt niet meer alleen in versneld netwerken aanleggen, maar ook in het verlagen van de benodigde capaciteit in woonwijken.’ De Teylingse wethouder Marlies Volten beaamde dit. ‘Wij werken op lokaal niveau al aan een collectieve oplossing in de vorm van een buurtbatterij. Daarmee ontlast je het netwerk.’
De aanwezigen vertrokken daarna per touringcar naar Vrouwenakker-West in Nieuwveen. Daar kreeg de minister uitleg over een project waar innovatie een cruciale rol speelt. De locatie ligt onder de aanvliegroute van Schiphol. Door de geluidcontouren zouden daar eigenlijk geen woningen mogen komen. Maar door geluidsreducerend te bouwen, is de geluidsbeleving daar veel minder. De minister werd daarom gevraagd om woningbouwprojecten vanwege de overschrijding van geluidscontouren, niet direct onmogelijk te maken. Want er zit een verschil tussen wat juridisch wordt omschreven als geluidsoverlast en hoe inwoners geluid ervaren.