Van Energieakkoord naar RES
In 2019 werd het landelijke Klimaatakkoord gesloten met daarin de afspraak dat Nederland in 2050 geen CO2 meer uitstoot voor zijn energiegebruik. Volgens dat akkoord moeten dertig regio’s in Nederland zelf een Regionale Energiestrategie (RES) opstellen. Holland Rijnland is één van die regio’s. Het Energieakkoord uit 2017 vormt de basis voor de RES van Holland Rijnland. Om de ambitie voor 2050 te kunnen halen, zijn voor 2030 tussentijdse doelen gesteld.
Verschillende overheden (gemeenten, provincie en waterschap) binnen Holland Rijnland stelden een Concept RES vast. Ook woningbouwcorporaties, energiecoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, bedrijfsleven en onderwijs droegen hier aan bij. Voor de ontwikkeling naar een definitieve RES (RES 1.0) worden ook de wensen en ideeën van lokale organisaties en inwoners verzameld, voordat er besluitvorming plaatsvindt in de gemeenteraden.
De energietransitie heeft impact op de schaarse ruimte in de regio. Ook woningbouw, recreatie en infrastructuur claimen een deel van die ruimte. Daarom wordt de RES uiteindelijk uitgewerkt in lokale omgevingsplannen waarin al deze thema’s samen komen.
De definitieve RES moet 1 juli 2021 klaar zijn.
Regionale inzet Holland Rijnland
Hoe geeft de regio Holland Rijnland invulling aan de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn? Voor de RES grijpen we terug op de ambities uit het al in 2017 bereikte Energieakkoord. Onze inzet bestaat uit:
Energiebesparing: 1,11 Terawattuur (TWh)* ten opzichte van 2014
In 2030 ligt het energieverbruik 11% lager dan in 2014. Een stevige ambitie, maar ook een logische. Want wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. De nadruk ligt op woningen en bedrijfsgebouwen. Gemeenten, omgevingsdienst, woningbouwcorporaties, energiecoöperaties, wijkverenigingen en bedrijfsleven werken hierbij nauw samen.
Opwek Duurzame Elektriciteit: in 2030 1,03 TWh* aanvullend ten opzichte van 2014
Binnen de regio wordt 1,03 TWh opgewekt via zon op daken, windturbines en zonnevelden. Dat is niet eenvoudig gezien de hoge bevolkingsdichtheid, maar wel haalbaar. Daarvoor moeten we wel beperkingen rond de aanleg in landschap en natuurgebieden herzien. We onderzoeken hoe en waar de opwek van wind- en zonne-energie mogelijk is en noemen dit een denkrichting. Als we dat in kaart hebben gebracht, gaan we voor de daadwerkelijke uitwerking in overleg met regionale en lokale partijen en onze inwoners.
Warmte: in 2050 verwarmen we alleen nog via duurzame bronnen
Voor 2030 realiseren we een regionaal warmtenetwerk, waarbij we gebruikmaken van restwarmte uit de regio Rotterdam. Leiden en zo veel mogelijk gemeenten in de directe omgeving worden hierop aangesloten. Is er meer warmte nodig, dan halen we dat zoveel mogelijk uit technieken als geothermie, aquathermie en zonthermie. Als laatste kijken we naar oplossingen met groen gas en warmtepompen.
Duurzame Mobiliteit: schonere, slimmere en andere vormen van mobiliteit voor 2030
De verduurzaming van vervoersmiddelen is ook onderdeel van onze RES. Wij zetten in op schonere, slimmere en andere vormen van mobiliteit. Door elektrificering van vervoer, groeit de behoefte aan groene stroom en dus ook aan duurzame opwekmogelijkheden. Voor de RES 1.0 werken we onze plannen verder uit.
Zoektocht naar ruimte
De landelijke overheid stelt regels aan de opwek van duurzame energie. Als de veiligheid of het milieu in gevaar komen, dan mogen er bijvoorbeeld geen windturbines worden geplaast. Dit noemen we de ‘harde restricties’. Maar binnen Holland Rijnland zijn er ook andere belemmeringen die de opwek van duurzame energie ingewikkeld maken. Met name de regels rondom het Groene Hart beperken de mogelijkheden. Daarmee is het moeilijk om tot een goede en eerlijke verdeling van energieopwek te komen.
Een belangrijke voorwaarde om toch voldoende duurzame energie te kunnen opwekken, is om de huidige regels over duurzame opwek in bepaalde gebieden te verruimen. Daarover moeten Rijk, provincie en gemeenten het dan eens worden.
Voor de regio Holland Rijnland is windenergie onmisbaar om de duurzame energieambities te halen. Blijven de beperkingen rondom het Groene Hart gehandhaafd, dan zouden andere delen van Holland Rijnland in verhouding meer windturbines moeten plaatsen. Wij zijn voorstander van een eerlijke spreiding in de regio. Worden de regels voor windenergie in het Groene Hart niet versoepeld, dan is het niet mogelijk om de opwek van 1,03 TWh te halen.
De randvoorwaarden
Onze ambities zijn alleen mogelijk als aan een aantal belangrijke voorwaarden wordt voldaan.
Die voorwaarden zijn:
- Om de ambitie op Energiebesparing te realiseren, is het nodig dat er landelijk fiscale of financiële maatregelen (wetgeving) worden genomen. Ook moeten gemeenten, omgevingsdienst en provincie goed samenwerken aan deze
- Belangrijk voor onze ambitie op Warmte is de aanleg van een warmteleiding vanuit Rotterdam naar Leiden. Hiervoor dienen wel veel gebouwen geïsoleerd te worden, maar we hoeven ook minder duurzame elektriciteit op te wekken. We rekenen erop dat de provincie en het Rijk ons steunen bij de aanleg van een
- Om onze ambitie op Elektriciteit te halen, is een flexibeler beleid van gemeenten en provincie
Vanuit de landelijke overheid is meer voorlichting en communicatie nodig. En, willen we zon op daken maximaal benutten, dan moeten gemeenten en provincies dit ook kunnen afdwingen. Om de ambitie voor Mobiliteit te realiseren, is extra steun van het Rijk nodig.
Organisatie en participatie
Als regio werken we al ruim vier jaar samen, waardoor we een stevige basis hebben staan. Naast overheden zijn ook andere partijen al langere tijd betrokken. Samen bouwen we verder aan de RES.
Onze organisatie bestaat uit het Portefeuillehouders- overleg, waaraan burgemeesters of wethouders deelnemen. Daarnaast is er een Stuurgroep die taken rondom de RES coördineert en waaraan ook andere partijen en netbeheerder Liander deelnemen. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland speelt een belangrijke rol in de organisatie.
Verder is er een Programmaraad die de Stuurgroep en het Portefeuillehoudersoverleg adviseert. Deze raad bestaat onder meer uit woningbouwcorporaties, energiecoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, het bedrijfsleven en het onderwijs.
Inwoners van de regio Holland Rijnland krijgen nadrukkelijk een rol bij de ontwikkeling van de definitieve RES. Dit gebeurde tot nog toe nog nauwelijks omdat de keuzes nog abstract waren. Nu de Concept RES beschikbaar komt, zijn het de gemeenten die hun inwoners betrekken bij de energietransitie. De gemeenten bepalen wanneer, waarover en op welke wijze burgers invloed kunnen uitoefenen. De regio kan hierbij ondersteuning bieden.
Het vervolg
De volgende stap van de Concept RES naar een RES 1.0 vraagt nog volop overleg, onderzoek, en participatie van verschillende partijen. Belangrijk hierin zijn de reacties van de gemeenteraden op het concept, ook wel de wensen en bedenkingen genoemd. En er volgt nog een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Om tot een RES 1.0 te komen, is het belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de volgende zaken:
- De warmteleiding vanuit Rotterdam: waar, wanneer, hoe groot en tegen welke prijs?
- Eén denkrichting voor de opwek van duurzame elektriciteit. Dit is een basis om enerzijds inwoners te betrekken en anderzijds om een gode keuze te kunnen maken voor het gebruik van onze schaarse ruimte in de
Besluitvorming over de RES 1.0 vindt in de maanden voor 1 juli 2021 plaats. Na de RES 1.0 vindt de uitvoering plaats maar er wordt ook toegwerkt naar een nieuwe RES, de RES 2.0, die medio 2023 is gepland.