Terugblik en de presentatie: themacafé energie ‘Veel minder én heel anders’

Om de doelstellingen van de Parijse klimaattop uit 2015 te behalen, moet ieder land zijn maatregelen treffen. En in ieder land ook iedere regio. Holland Rijnland heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn. Welke consequenties dat heeft, werd uiteengezet tijdens het drukbezochte themacafé van 22 februari in Katwijk.

De naam van de locatie, Jachthavenpaviljoen Het Roer Om, kon niet toepasselijker. Want willen we als Holland Rijnland in 2050 alleen nog maar regionaal opgewekte duurzame energie gebruiken, dan moet het op veel terreinen daadwerkelijk anders. Tseard Hoekstra, regionaal portefeuillehouder Economie en Energie van Holland Rijnland, schetste in het kort de opgave waarvoor de regio staat. ‘We verbruiken met z’n allen bijna 35 Peta Joule (PJ, vijftien nullen, red.). Zetten we vol in op energiebesparing en isolatie, dan zouden we in theorie terug kunnen naar 27 PJ. Daarvan wordt twee-derde door de woonomgeving geconsumeerd. De helft van alle energie is voor verwarming, een kwart voor elektriciteit en een kwart voor mobiliteit. Er zijn inmiddels al enkele mooie regionale initiatieven. Maar die allemaal bij elkaar leveren nog geen Peta Joule aan energie.’

En daarmee is in één oogopslag de urgentie van de energietransitie duidelijk. Waar duurzame energieopwekking in de regio mogelijk is en wat daarvan de impact op de omgeving is, legde Boris Hocks van onderzoeksbureau Posad uit. Posad bracht de mogelijkheden voor Holland Rijnland in kaart en lette daarbij ook op de voorwaarden en eisen, omtrent veiligheid en bewoning. En daaruit bleek dat slechts zeer weinig plekken in aanmerking komen voor de plaatsing van een windmolen. Ook bestuurlijke zekerheid en helderheid is volgens Hocks een voorwaarde voor de realisatie van duurzame energieopwekking. Arjan Arts, van bureau Overmorgen, zette aan de hand van de Warmte Transitie Atlas uiteen hoe Nederland stapsgewijs van het aardgas af kan, door middel van warmtenetten, elektrische oplossingen en biogas. Pasklare oplossingen zijn er niet en veel Nederlanders zijn nog niet bekend hiermee. Communicatie hierover is daarmee een essentiële factor.

Tijdens het themacafé werden tevens twee praktijkvoorbeelden geschetst. Eén daarvan was van Ina Elema van het Hoogheemraadschap Rijnland samen met Gerwen van der Linden van woningbouwcorporatie Dunavie. Op steenworp afstand van het jachthavenpaviljoen ligt het boezemgemaal in Katwijk, dat belangrijk is voor de waterhuishouding in het achterland. Onder de naam Smart Polder, onderzoekt het waterschap, woningcorporatie Dunavie en gemeente Katwijk de mogelijkheid om warmte uit oppervlaktewater te benutten voor collectieve warmtevoorzieningen.

Een ander praktijkvoorbeeld was de Warmterivier, uitgelegd door Ardo de Graaf van bureau CMAG. Hierbij wordt restwarmte onttrokken aan het effluent van afvalwaterzuiveringsinstallaties. Een proefopstelling in Nieuwkoop verwarmt op deze manier het openluchtzwembad Aarweide. In combinatie met een koude/warmteopslag levert het systeem warmte.

Gezien de animo voor het themacafé én de urgentie van het onderwerp, volgt later dit jaar nog een themacafé over dit onderwerp.

Back To Top
Ga naar de inhoud