Financiële paragraaf

De afgelopen tijd is samengewerkt aan het tot stand brengen van de Regionale Investeringsagenda. We willen met deze agenda een brug slaan van ambitie naar uitvoering. Hiervoor zijn middelen benodigd. Voor de periode van 2024 tot en met 2027 is dit berekend op een bijdrage van € 7 miljoen incidenteel. Op de Regionale Investeringsagenda (inclusief deze financiële paragraaf) vragen we de gemeenteraden hun zienswijze in te dienen. Door deze stukken nu voor zienswijzen voor te leggen, zijn gemeenten in staat de gevraagde bijdrage mee te nemen in hun kadernota en begroting 2025.

In deze financiële paragraaf gaan we in op het proces van besluitvorming. Daarna lichten we toe hoe we projecten prioriteren en organiseren en hoe we de Regionale Investeringsagenda willen financieren.

Proces van besluitvorming

Met de vaststelling van de Regionale Investerings­agenda in het Algemeen Bestuur van 3 april 2024 leggen we met elkaar het ‘wat’ vast en vragen we gemeenten om in de kadernota 2025 middelen te reserveren voor de RIA. Deze middelen zijn nodig om de veertien prioritaire projecten en het regionaal fonds te kunnen financieren. Een eerste storting in het fonds is nodig om een multipliereffect te kunnen realiseren voor de regio, oftewel middelen van andere overheden aan te trekken. Daarmee beogen we dat iedere euro die gemeenten bijdragen regionaal een grotere impact genereert. Het is de ambitie dat iedere gemeente daarmee netto-ontvanger wordt.  Het is voor gemeenten mogelijk om de RIA-bijdrage te dekken met incidentele middelen. Hierdoor minimaliseren we de lasten voor de gemeenten in het ‘ravijn­jaar’ 2026. Een eventuele volgende bijdrage komt aan de orde bij de volgende RIA-periode (2028-2031). Dan bepalen we samen met gemeenten opnieuw de financiële behoefte.  Parallel aan de vaststelling van de Regionale Investe­ringsagenda werken we verder aan het verfijnen van de stappen uit het hoofdstuk ‘Hoe we samenwerken’. Onze gezamenlijke werkwijze en de spelregels leggen we vast in een verordening. Een werkgroep, bestaande uit een vertegenwoordiging van de dertien gemeenten, stelt de verordening op.

De besluitvorming over de Regionale Investeringsagenda verloopt in een aantal stappen:

  • Vaststelling van de inhoud (Regionale Investerings­agenda) in het Algemeen Bestuur van 3 april 2024
  • Het vragen van middelen voor de Regionale Investeringsagenda per 2025, bij de behandeling van de gemeentelijke kadernota’s 2025
  • Het uitwerken van een verordening RIA en thematische programma’s voor het regionale fonds.
  • Ter vaststelling in het Algemeen Bestuur in het vierde kwartaal 2024.

In de tijdlijn zijn de hiertoe te nemen stappen weergegeven.

Prioriteren en organiseren

Prioritaire projecten

De veertien prioritaire projecten zijn gedestilleerd uit een brede inventarisatie in het voortraject met alle gemeenten. Verdere ordening van deze veertien pro­jecten is de volgende stap die we na vaststelling van de RIA in gezamenlijkheid gaan zetten. Dat is voor­zien op de Regiodag van 15 mei 2024. We zullen dan met alle portefeuillehouders het gesprek voeren over de fasering van de prioritaire projecten. De uitkom­sten van dit gesprek worden bekrachtigd tijdens de Regiodag van 18 september 2024. Vervolgens zal dit ter vaststelling worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van 25 oktober 2024. Op deze manier bepalen we in gezamenlijkheid de ordening, fasering en priori­tering van de veertien projecten.  Bij de projecten is het uitgangspunt dat gemeenten eigenaar zijn en het stuur ter hand nemen, tenzij zij Holland Rijnland vragen dit te doen. De trekkende gemeente krijgt de beschikking over de voor het project gereserveerde financiën. Bij ieder project zijn verschillende gemeenten betrokken, in wisselende samenstellingen. Het is eenvoudiger om één gezamen­lijk budget te maken bij Holland Rijnland van waaruit de sturende gemeenten een bijdrage ontvangen, dan dat gemeenten voor ieder project onderling een besluitvor­mend traject over de financiën moeten doorlopen. De rol van Holland Rijnland als kassier is bedoeld vanuit het oogpunt van effectiviteit en wordt daarom zo licht mogelijk ingericht. We zullen de werkwijze de komende periode met gemeenten verder uitwerken en vastleg­gen in een verordening Regionale Investeringsagenda.  In het hoofdstuk ‘Stap voor stap projecten verder brengen’ leest u meer over de drie projectfases die we onderscheiden in de projectenportefeuille.

Regionaal fonds

Naast het werken aan prioritaire projecten is er ook behoefte om een regionaal fonds in te stellen voor de thema’s uit de Regionale Investeringsagenda. Het doel van deze (deel)fondsen is om de ambities uit de Regionale Omgevingsagenda (ROA), Regi­onale Strategie Mobiliteit (RSM) en de Regionale Energiestrategie (RES) bij deze thema’s te realiseren door het stimuleren van concrete vaak kleinschaliger projecten. De onderbouwing van de opgaven op de vier thema’s leest u in het hoofdstuk ‘Aanpak van onze opgaven’. De afgelopen tijd hebben we op deze manier bijvoorbeeld met het Groenfonds en het cofinancie­ringsfonds succesvol samengewerkt. We willen hieraan een vervolg geven.  Het regionaal fonds zal bestaan uit vier deelfondsen. De regionale commissies zullen een belangrijke rol vervullen in de bestedingen uit deze fondsen. Het gevraagde bedrag willen we evenredig verdelen over de vier in de Regionale Investeringsagenda opgenomen thema’s.

Voor alle genoemde deelfondsen zal een thematisch programma worden ontwikkeld op basis van de nu lopende toekomstverkenningen. In de thematische programma’s zullen ook de inhoudelijke criteria voor de (deel)fondsen worden geformuleerd op basis waarvan projectaanvragen gedaan kunnen worden.

Gemeentelijke projecten die aan de criteria van het fonds voldoen, kunnen financiering ontvangen van Holland Rijnland. De regionale commissie adviseert het Dagelijks Bestuur (DB) over het al dan niet toekennen van financiering uit het regionaal fonds. Het DB handelt daarbij binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde kaders (verordening en thematische programma’s) en rapporteert regelmatig aan het Algemeen Bestuur over welke projecten financiering hebben ontvangen en de voortgang daarvan.

Holland Rijnland zet zich actief in om op de midde­len in het fonds een multiplier effect te realiseren. Dit houdt in dat we streven naar cofinanciering door extra financiële steun van provincie, Rijk en EU aan te trekken. Het doel hiervan is om het totale beschikbare budget in het regionale fonds aanzienlijk te verhogen en zo de impact ervan te maximaliseren. De ambitie is dat iedere gemeente netto-ontvanger wordt.

De werkwijze met betrekking tot de fondsen is in het hoofdstuk ‘Hoe we samenwerken’ in zeven stappen uiteen gezet. We zullen dit de komende periode met gemeenten verder uitwerken en in de op te stellen verordening Regionale Investeringsagenda opnemen.

Spoor 1: Wat?

  • 16 januari 2024
    Het Dagelijks Bestuur stuurt de Regionale Investeringsagenda aan het Algemeen Bestuur.
  • 31 januari 2024
    Het Algemeen Bestuur besluit over het vrijgeven van de Regionale investeringsagenda voor zienswijzen aan de gemeenteraden.
  • 31 januari tot en met 27 maart 2024
    In deze periode hebben de gemeenteraden acht weken de tijd om hun zienswijze te geven op de Regionale Investeringsagenda.
  • 3 april 2024
    Het Algemeen Bestuur besluit over het vaststellen van de Regionale Investeringsagenda.
  • April
    Gemeenten verwerken de gevraagde bijdrage in hun kadernota’s 2025 na vaststelling van de Regionale Investeringsagenda door het Algemeen Bestuur.

Spoor 2: Hoe?

  • Februari 2024 – september 2024
    Uitwerken verordening Regionale Investeringsagenda.
  • Februari 2024 – september 2024
    Opstellen thematische programma’s ten behoeve van regionaal fonds.
  • December 2024
    De verordening Regionale Investeringsagenda en de vier thematische programma’s worden gelijktijdig met een begrotingswijziging ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.

Dit proces en de onderdelen daarvan zijn vergelijkbaar met de besluitvorming over het RIF. In 2007 is op basis van de Regionale Investeringsstrategie Holland Rijnland aan vijf grote en meerjarige projecten prioriteit gegeven. Voor deze vijf projecten is in het RIF 180 miljoen euro vrijgemaakt door gemeenten over de periode 2008 tot en met 2024. Om deze middelen te verstrekken en te kunnen beheren is een verordening gemaakt. Deze verordening is op voorstel van het Dagelijks Bestuur vastgesteld door het Algemeen Bestuur. In 2013 is een aanvullende bijdrage overeengekomen voor het Regionaal Investeringsfonds ten behoeve van de Rijnlandroute.

Financieren

De financiering van de Regionale Investeringsagenda over 2024-2027 behelst in totaal € 7 miljoen. Dit valt uiteen in € 4 miljoen voor prioritaire projecten en € 3 miljoen voor het regionaal fonds. In de projectbladen van de veertien prioritaire projecten is per project een raming opgenomen van de benodigde middelen in de genoemde fase van het project. Hiermee kunnen we ook aan de slag om het gesprek aan te gaan over een multiplier effect vanuit andere overheden (Provincie, Rijk en EU).

We zijn ons terdege bewust van de financiële positie van gemeenten, in het bijzonder met het oog op het aankomende ravijnjaar 2026. Om te kunnen starten met de Regionale Investeringsagenda vraagt Holland Rijnland de dertien gemeenten om per 2025 het gevraagde budget bijeen te brengen.

Op verzoek van gemeenten hebben wij ook gekeken naar de mogelijkheden om reeds bestaande middelen van Holland Rijnland in te zetten. Hierbij constate­ren we dat alleen een opgebouwde reserve van het cofinancieringsfonds mogelijkheden biedt om deze vrij te maken voor de Regionale Investeringsagenda. De RIF-middelen zijn volledig bestemd en een aantal projecten loopt nog enkele jaren door. Ook hebben niet alle huidige samenwerkende gemeenten bijge­dragen aan het RIF. Verder zijn er financiële risico’s in projecten van het RIF waarvoor de rente-inkomsten momenteel een bufferfunctie vervullen. Om deze redenen willen we de geldstromen van het RIF en de Regionale Investeringsagenda uit elkaar houden.

Thema Commissie Eerste indicatieve verdeling
Bereikbaar en verbonden Mobiliteit € 750.000
Duurzaam en energiezeker Duurzaamheid, Energie & Groen € 750.000
Groen en klimaatbestendig Duurzaamheid, Energie & Groen € 750.000
Economisch sterk en innovatief Economie € 750.000

Het is de wens om alvast in 2024 een start te maken met de Regionale Investeringsagenda. Dat is mogelijk met de opgebouwde reserve cofinancieringsfonds. Hierover zullen we gelijktijdig met de vaststelling van de Regionale Investeringsagenda een besluit voorleggen aan het Algemeen Bestuur. Ondanks dat er een reserve cofinancieringsfonds is opgebouwd, zijn vanuit dit fonds de afgelopen jaren tal van succesvolle projecten gefinancierd. Dit succes willen we voortzetten en de middelen hier nog beter voor benutten. Daarom werken wij een voorstel uit om het cofinancieringsfonds in vernieuwde vorm onder te brengen bij het regionale (deel)fonds voor het thema economie. Gemeenten worden gevraagd om bij de behandeling van hun kadernota 2025 rekening te houden met de financiering van de Regionale Investeringsagenda. De bijdrage tussen de dertien gemeenten zal worden verdeeld op basis van inwonersaantal met peildatum 1 januari 2024. Onderstaande tabel geeft een beeld van de bijdrage per gemeente aan de hand van peildatum 1 januari 2023. De bedragen zullen dus nog iets wijzigen. Het is de bedoeling de middelen op te delen in drie gelijke jaarlijkse bijdragen.

Gemeente Voorlopige verdeelsleutel:
Inwonersaantallen op 1 januari 2023
€ 4 miljoen voor P2 en P3 projecten € 3 miljoen voor regionaal fonds Totale bijdrage gemeente voor de jaren 2025 tot en met 2027
Alphen aan den Rijn 114.182 € 782.126 €   586.595 €   1.368.721
Hillegom 22.453 € 153.799 € 115.349 € 269.148
Kaag en Braassem 28.573 € 195.720 € 146.790 € 342.510
Katwijk 66.607 € 456.246 € 342.184 € 798.430
Leiden 127.089 € 870.537 € 652.903 € 1.523.439
Leiderdorp 27.657 € 189.445 € 142.084 € 331.530
Lisse 23.390 € 160.217 € 120.163 € 280.380
Nieuwkoop 29.463 € 201.816 € 151.362 € 353.178
Noordwijk 45.179 € 309.468 € 232.101 € 541.569
Oegstgeest 25.746 € 176.355 € 132.267 € 308.622
Teylingen 38.510 € 263.787 € 197.840 € 461.626
Voorschoten 25.665 € 175.801 € 131.850 € 307.651
Zoeterwoude 9.443 € 64.683 € 48.512 € 113.195
Totaal 583.957 € 4.000.000 € 3.000.000 € 7.000.000
Back To Top Ga naar de inhoud