Huisvestingsverordening Regio Holland Rijnland 2026 vastgesteld

Woningzoekenden beperken zich veelal niet tot één gemeente. Regelmatig verhuizen zij binnen de regio. Als Regio Holland Rijnland zijn we daarmee een regionale woningmarkt. Daarbij passen ook regionale regels, vastgelegd in de Huisvestingsverordening, over de verdeling van schaars beschikbare huurwoningen. De verordening wordt periodiek herzien, oftewel geactualiseerd.

Waarom actualiseren?

Op 1 januari 2024 trad de nieuwe Huisvestingsverordening in werking. De verordening heeft een juridische ‘houdbaarheid’ van vier jaar. Maar al snel, tijdens de besluitvorming, werd duidelijk dat de verordening op bepaalde onderdelen moest worden aangepast. De voornaamste aanleiding is dat op 1 juli 2024 de gewijzigde Huisvestingswet, in werking trad. Daarop is nu ook de Huisvestigingsverordening Regio Holland Rijnland aangepast en gisteren dus vastgesteld. Deze treedt in werking op 1 januari 2026.

Belangrijkste aanpassingen

Hieronder de punten die zijn aangepast in de nieuwe verordening

• Uitbreiding van de ruimte van 25% naar 30%, om vrijgekomen sociale huurwoningen met voorrang toe te wijzen aan personen met economische of maatschappelijke binding met de gemeente.
• Aanscherping van twee bepalingen rondom de urgentieregeling, om zo de urgentiecommissie betere handvatten te geven bij het beoordelen van een urgentieverklaring. Het gaat om een verduidelijking van de urgentiegrond ‘mantelzorger’ en een duidelijke richtlijn voor het invullen van het aantal kamers in het zoekprofiel wanneer er meerderjarige kinderen bij de aanvrager inwonen.
• Mogelijkheid om in een aantal relatief eenvoudige situaties gebruik te maken van ambtelijk horen, in plaats van gebruik te maken van de regionale bezwaarschriftencommissie.
• Instelling van een aparte methodiek voor middenhuur, waarbij alleen een huisvestingsvergunningsplicht wordt ingesteld. Dit betekent dat voor middenhuurwoningen geïnteresseerde woningzoekenden zich niet hoeven in te schrijven bij Huren in Holland Rijnland, deze woningen niet worden aangeboden op basis van inschrijftijd. De enige toetsingsgrond is het inkomen van de woningzoekende. Wel heeft de gemeente de mogelijkheid om tot 50% van de vrijgekomen middenhuurwoningen toe te wijzen aan woningzoekenden met lokale binding met de gemeente.