Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie

Energy Lane inclusief Barrepolder 150kV-station

Fase: Onderzoeksfase Ontwikkelfase

In het kort:
We ontwikkelen een energy lane langs de N11 en delen van de A4 van Leiden naar Alphen aan den Rijn voor de opwek en het transport van duurzame energie. Daarbij benutten we kansen zoals de komst van een groot 150 kV-elektriciteitsstation in de Barrepolder in Alphen aan den Rijn.

Wat houdt dit project in?

Gemeenten in onze regio hebben elk eigen projecten die bestaan uit meerdere opgaven.  Bijvoorbeeld de energietransitie, het woningtekort, duurzame mobiliteit en bereikbaarheid. Maar ook de transitie naar een circulaire economie, de landbouwtransitie en natuur- en klimaatadaptieve maatregelen. Al deze transities en opgaven hangen met elkaar samen en zijn van invloed op elkaar. Ook de bijbehorende claims op de schaarse ruimte die nodig is om deze transities en opgaven te realiseren, zorgen voor complexiteit.

Gemeenten kunnen de complexiteit die bij deze transities en opgaven horen, niet alleen oplossen. Daarom zoeken we naar slimme combinaties, gezamenlijk prioriteren en samenwerking over gemeentegrenzen heen. Dit leidt tot effectieve resultaten en het hoogste maatschappelijk rendement.

Wat is het doel van dit project?

Ons doel is, om via integrale ruimtelijke programmering uitvoerbare projecten te realiseren die meerdere opgaven verbinden en bijdragen aan een robuust energiesysteem én sterke landschappelijke kwaliteiten. We werken gefaseerd toe naar de beoogde projectvoorstellen. Het eerste concrete doel dat we willen bereiken, is een kansenkaart die koppelkansen en risico’s inzichtelijk maakt.

Dit project draagt bij aan deze doelen:

  • de doelstellingen uit de Regionale Energiestrategie: 1,14 TWh duurzame opwek in 2030 en de aanpak van netcongestie;
  • een toekomstbestendig energiesysteem;
  • het leggen van de ‘Ruimtelijke Puzzel’ in combinatie met het versterken van landschappelijke kwaliteit. Het traject De Ruimtelijke Puzzel is gestart door het Rijk. Het Rijk vraagt iedere provincie om nationaal gestelde opgaven en doelen ruimtelijk te vertalen, deze in te passen en te combineren met bestaande provinciale en lokale opgaven;
  • energieopwekking verbinden aan opgaven als mobiliteit, economie en landbouwtransitie, met een hogere maatschappelijke meerwaarde als resultaat;
  • het verbeteren van de kwaliteit van weidevogelgebied.

In welke fases is het project verdeeld en wanneer is het gereed?

  • Fase 1 (P3), eerste halfjaar 2025: ontwikkeling kansenkaart en eventuele corridorstudie, waarbij energie en landschap centraal staan
  • Fase 2 (P2): uitwerken kansen tot projectvoorstellen
  • Fase 3 (P1): realisatie projecten

Wanneer de P2- en P1-fasen plaatsvinden, is nog niet bekend.

Onze samenwerkingspartners

  • De bestuurlijke stuurgroep bestaat uit gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Kaag en Braassem, Leiderdorp en Zoeterwoude.
  • Samenwerkingspartners zijn de gemeenten Leiden en Lisse, Regio Holland Rijnland, Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, waterschap Rijnland, netbeheerders Liander en Stedin, Bestuurlijk Platform Groene Hart NOVEX, ODMH, RES Midden Holland, natuur- en milieuorganisaties, Gasunie, NS/ProRail, inwoners, ondernemers en grondeigenaren.

Wat hebben we tot nu toe bereikt?

  • We hebben een bestuurlijke en ambtelijke projectstructuur ingericht en het plan van aanpak is vastgesteld.
  • Gemeenten hebben zich gezamenlijk gecommitteerd aan de scope en aanpak, inclusief uitbreiding naar het landelijke gebied van de deelnemende gemeenten.
  • Tijdens ambtelijke en bestuurlijke ateliers is een kansenkaart vormgegeven met daarop mogelijke locaties voor grote energieprojecten als projecten voor de opgaven mobiliteit, landelijk gebied en economie.

Wat is onze investering?

Voor fase 1 is maximaal € 125.000 uit het RIA-projectbudget nodig voor de studies (kansenkaart en corridorstudie). Gemeenten leveren samen circa 180 uur ambtelijke capaciteit. Er blijft circa € 375.000 gereserveerd voor vervolgfasen.

De kosten voor fase 1 worden volledig gedekt uit de RIA-middelen. In de vervolgfases P2 en P1 zijn extra investeringen nodig. We verwachten hierbij cofinanciering van gemeenten, provincie en mogelijk het Rijk.